Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
OVERWEGING
Twee vrouwen die te schande staan ontmoeten elkaar. Maria, het jonge meisje dat zwanger is van een oudere man. Elisabeth, de oude vrouw die de schande van de onvruchtbaarheid draagt. Beide vrouwen zijn diepgelovig. Ze willen er in moeilijke omstandigheden zijn voor elkaar. Maria gaat Elisabeth helpen. Elisabeth zingt de lof van Maria en haar kind. Het geloof dat God in hen werkzaam aanwezig is sterkt en troost hen. Het kind dat beide vrouwen in hun schoot dragen is de reden van hun vreugde. Een vreugde en een kind die de hele aarde tot heil en zegen zullen zijn. . .
EERSTE LEZING Sef. 3,14-18a
De Heer, de Koning van Israël, blijft bij u.
Sion, jubel van vreugde,
juich, Israël,
verheug u en wees blij, Jeruzalem,
met heel uw hart!
Het vonnis dat op u drukte,
werd door de HEER vernietigd,
Hij heeft uw vijand verjaagd.
De HEER, de Koning van Israël, blijft bij u:
nu hoeft gij geen onheil meer te vrezen!
Op die dag zal er tot Jeruzalem gezegd worden:
Vrees niet, Sion,
en laat uw handen niet verslappen.
De HEER uw God is bij u
als een reddende held.
Uitermate verheugt Hij zich om u,
door zijn liefde maakt Hij u nieuw;
Hij jubelt om u van vreugde.
Israëls heilige woont in uw midden.
Ja, God is mijn heil, ik verlaat mij op Hem,
ik hoef voor geen onheil te vrezen.
De Heer is mijn sterkte, de heer geeft mij kracht,
Hij toont zich mijn helper en redder.
De dag is nabij dat ge water zult putten
met opgeruimd hart uit de bron van het heil.
Brengt dank aan de Heer en huldigt zijn Naam,
verkondigt de volken zijn machtige daden,
maakt alom zijn grootheid bekend.
Zingt luid voor de Heer, die wonderen deed,
laat heel de aarde het horen.
Verheugt u en juicht, gij die Sion bewoont,
want Israëls Heilige woont in uw midden.
ALLELUIA Lc. 1, 45
Alleluia.
Zalig gij, Maria, die geloofd hebt
dat tot vervulling zal komen
wat u vanwege de Heer gezegd is.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 1, 39-56
Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt ?
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland,
naar een stad in Juda.
Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet.
Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot.
Elisabet werd vervuld met de heilige Geest
en riep met luide stem uit:
“Gij zijt gezegend onder de vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw schoot.
Waaraan heb ik het te danken
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen
wat haar vanwege de Heer gezegd is.”
En Maria sprak:
“Mijn hart prijst hoog de Heer.
Van vreugde juicht mijn geest om God, de redder,
daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd.
En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig
omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed,
en heilig is zijn Naam.
Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht
voor hen die Hem vrezen.
Hij toont de kracht van zijn arm;
slaat trotsen van hart uiteen.
Heersers ontneemt Hij hun troon,
maar Hij verheft de geringen.
Die hongeren overlaadt Hij met gaven,
en rijken zendt Hij heen met lege handen.
Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken,
gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig
jegens Abraham en zijn geslacht,
gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen.”
Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was
keerde zij naar huis terug.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.