Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven.
Overweging,
“Gelukkig die Gods Woord beluisteren”: dat is de essentie van de eerste lezing van vandaag. De apocalyptische beelden en het joods particularisme moeten we in een bredere context plaatsen. Waar het om gaat is dat God alle mensen lief heeft – ook de heidenen, de ongelovigen van die tijd. Hij zal iedereen oordelen, op het uur waarop de wereld en de mensheid voltooid zullen worden in Hem. Laten we niet te nieuwsgierig worden en beginnen gissen en gokken wanneer dat zal zijn. Dan gaan we voorbij aan wat Jezus ons leert: belangrijk is niet het tijdstip waarop de Heer komt, maar wel de vraag of we waakzaam zijn. Of we ons leven zo leven dat we klaar zijn om voor Hem te staan.
EERSTE LEZING Joël 4,12-21
Slaat de sikkel erin, want de oogst is rijp.
Zo spreekt de HEER:
“De volken moeten zich in beweging zetten,
optrekken naar het dal van Jósafat,
want daar zal Ik zetelen
om recht te spreken over alle volken rondom.
Slaat de sikkel erin,
want de oogst is rijp.
Begint maar te treden,
want de perskuip is vol,
de bakken lopen over;
zo groot is hun boosheid.
Drommen, drommen
in het dal van het oordeel,
want nabij is de dag van de HEER
in het dal van het oordeel.
De zon en de maan verduisteren,
de sterren verliezen hun licht.
De HEER buldert uit Sion,
uit Jeruzalem laat Hij zijn stem weerklinken:
hemel en aarde sidderen.
Maar voor zijn volk is de HEER een toevlucht,
voor de zonen van Israël een vesting.
Dan zult gij erkennen,
dat Ik, de HEER, uw God ben,
Ik, die woon op de Sion, mijn heilige berg;
dan zal Jeruzalem heilige grond zijn,
geen vreemden trekken er meer door.
En het zal gebeuren, op die dag,
dat de bergen van druivennat druipen,
dat de heuvelen stromen van melk,
dat al de waterlopen van Juda
een overvloed van water hebben,
want uit de tempel van de HEER zal een bron ontspringen,
die het dal van de accacia’s bevloeit.
Egypte wordt een woestijn,
Edom een kale wildernis,
om hun gewelddaden tegen de mensen van Juda,
in wier land zij onschuldig bloed vergoten hebben.
Maar Juda blijft altijd bewoond
en ook Jeruzalem, van geslacht tot geslacht.
Hun bloed zal Ik wreken:
Ik laat het niet ongestraft vergieten.
Ik, de HEER, blijf wonen op de Sion.”
TUSSENZANG Ps. 97(96), 1-2, 5-6, 11-12
Weest blij in de Heer, gij vromen.
De Heer is koning, de aarde mag juichen,
blij zijn de landen rondom de zee.
Donkere wolken vormen zijn lijfwacht,
recht en gerechtigheid dragen zijn troon.
Bergen smelten als was voor de Heer,
de heerser van heel de wereld.
De hemel verkondigt zijn heiligheid
en alle volken aanschouwen zijn glorie.
Steeds komt er licht voor de vromen
geluk voor oprechten van hart.
Weest blij in de Heer, gij vromen,
verheerlijkt zijn heilige Naam.
ALLELUIA 1 Sam. 3,9; Joh. 6, 69b
Alleluia.
Speek Heer, uw dienaar luistert ;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 11, 27-28
Gelukkig de schoot die U gedragen heeft !
Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren.
In die tijd was Jezus aan het spreken.
Toen verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep Hem toe:
“Gelukkig de schoot die U gedragen heeft
en de borsten die U hebben gevoed.”
Maar Hij sprak:
“Veeleer gelukkig
die naar het woord van God luisteren en het onderhouden.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen