Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Wie God liefheeft maar zijn medemens minacht of veracht, kan niet op een vruchtbare manier liturgie vieren. Sterker nog: voor Jezus heeft waarachtige broederlijkheid jegens de naaste voorrang op het liturgisch leven. Bovendien gaat deze liefde die Jezus van ons vraagt wel erg ver: te midden van een wereld die vaak geregeerd wordt door een harde logica van oordeel, straf en vergelding, pleit Jezus voor verzoening met onze ergste tegenstanders. Sluiten recht en verzoening elkaar echter uit? Hoe moeilijk heb ik het met Jezus’ oproep?
EERSTE LEZING 1 Kon. 18, 41-46
Elia bad opnieuw, en de hemel gaf regen
Uit het eerste Boek der Koningen
In die dagen zei de profeet Elia tot koning Achab :
“Ga nu eten en drinken,
want ik hoor reeds het kletteren van de stortregen.”
Terwijl Achab vertrok om te eten en te drinken,
klom Elia naar de top van de Karmel,
boog zich ter aarde en stak zijn hoofd tussen zijn knieën.
Daarop zei hij tot zijn knecht :
“Ga nog wat hoger en kijk in de richting van de zee.”
De knecht ging naar boven, keek en zei:
“Ik zie niets”
Daarop zei Elia :
“Ga nog eens en nog eens, tot zevenmaal toe.”
En bij de zevende maal zei de knecht :
“Ja, ik zie een kleine wolk uit de zee opstijgen,
zo groot als de palm van een hand.”
Toen zei Elia :
“Ga Achab zeggen dat hij inspant en wegrijdt,
anders zal de stortregen het hem nog onmogelijk maken.”
En geleidelijk aan werd de lucht zwart,
de wind stak op en er viel een zware stortregen.
Achab steeg in zijn wagen en reed naar Jizreël.
De hand van de Heer kwam op Elia ;
deze trok zijn gordel strak om zijn lenden
en snelde voor Achab uit tot aan Jizreël.
TUSSENZANG Ps 65(64) 10, 11, 12-13
Voor U moet men zingen, God, op de Sion.
Gij hebt ons land verzorgd en besproeid,
het rijk en vruchtbaar gemaakt.
Het hemelwater stroomt neer op de akkers :
zo maakt Gij ze klaar voor de oogst.
Gij drenkt de voren en effent de kluiten,
Gij weekt ze met regen en zegent het zaad.
Zo is heel het jaar omkranst van uw gaven,
op al uw wegen ligt vruchtbaarheid.
Op eenzame steppen glinstert de dauw,
een gordel van heerlijkheid ligt om de heuvels.
ALLELUIA 1 Sam. 3, 9; Joh 6, 69b
Alleluia.
Spreek, Heer, uw dienaar luistert ;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 5, 20-26
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen :
“Ik zeg u : Als uw gerechtigheid
die van de Schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
“Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders is gezegd :
Gij zult niet doden.
“Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
“Maar Ik zeg u :
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht
“En wie tot zijn broeder zegt : raka,
zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin ;
en wie zegt : dwaas,
zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.
“Als gij uw gaven komt brengen naar het altaar
en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan uw gaven voor het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw gaven aan te bieden.
“Haast u het eens te worden met uw tegenpartij
zolang ge nog met hem onderweg zijt ;
anders zou uw tegenpartij
u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en dan zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
“Voorwaar, Ik zeg u :
Ge zult daar niet uitkomen
voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.