http://kerkengeloof.wordpress.com

Woensdag in de tweeëntwintigste week door het jaar

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Men vermoed dat er in Korinte verschillende huiskerken waren en dat er onderlinge spanningen en rivaliteiten bestonden. We hoorden van Paulus zelf dat hij een niet zo onderlegd redenaar was. Van Apollos wordt in de Handelingen (18, 28) gezegd dat hij een heel knap en welsprekend man was. Dat is voldoende om sympathieën en antipathieën los te maken in een christengemeente. Wat doen wij wanneer wij geconfronteerd worden met een dergelijke verdeeldheid ?

EERSTE LEZING                                           I Kor. 3, 1-9
Wij zijn Gods medewerkers, gij zijt Gods akker,
Gods bouwwerk.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte

Broeders en zusters,

Het was mij destijds niet mogelijk
tot u te spreken als waart gij reeds geestelijk
en niet langer egoïstisch.
In Christus waart gij nog zo jong !
Melk moest ik u geven, geen vaste spijs ;
die kondt gij nog niet verdragen.
Zelfs nu kunt gij het niet,
want gij laat u nog altijd leiden door zelfzucht.
Of is het geen uiting van egoïsme en klein-menselijk gedrag
dat er onder u naijver en twist voorkomt ?
Als de een zegt :
“Ik ben voor Paulus”,
en de ander :
“Ik voor Apollos”,
zijt gij dan niet al te menselijk ?

Wat zijn Apollos en Paulus eigenlijk ?
Niet meer dan ondergeschikten,
die behulpzaam waren bij uw bekering,
en wel ieder van ons op zijn eigen manier
zoals de Heer het ons vergund heeft :
ik heb geplant,
Apollos heeft begoten
maar God gaf de groei.
Noch hij die plant betekent iets
noch hij die begiet
maar alleen God die de wasdom geeft.
Die plant en die begiet staan op één lijn
al ontvangt wel ieder loon naar eigen arbeid.
Wij zijn Gods medewerkers,
gij zijt Gods akker, Gods bouwwerk.

TUSSENZANG                                          Ps. 33(32), 12-13, 14-15, 20-21

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Hoog uit de hemel schouwt God omlaag,
blikt neer op de zonen der mensen.

Scherp ziet Hij toe van de plaats waar Hij woont
op alle bewoners der aarde.
Hij heeft de harten van allen gevormd
en let op hun doen en laten.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer,
is Hij ons een schild en een helper.
Daarom is Hij de vreugd van ons hart,
zijn heilige Naam onze toevlucht.

ALLELUIA                                                        Joh. 14, 5

Alleluia.
Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer ;
niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.
Alleluia.

EVANGELIE          Lc. 4, 38-44

Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas

In die tijd verliet Jezus de synagoge van Kafarnaüm
en ging het huis van Simon binnen.
Omdat de schoonmoeder van Simon hoge koorts had
riepen ze voor haar zijn hulp in.
Hij kwam aan het hoofdeinde van haar bed staan
en gaf een streng bevel aan de koorts.
Zij werd ervan bevrijd
en ogenblikkelijk stond zij op en bediende hen.
Bij zonsondergang brachten allen hun zieken naar Hem toe ;
die zieken leden aan velerlei kwalen.
Hij genas hen door ze een voor een de handen op te leggen.
Uit velen gingen ook duivels weg, die schreeuwden :
“Gij zijt de Zoon van God.”
Hij gaf een streng bevel en liet niet toe dat zij spraken,
want zij wisten dat Hij de Messias was.
Toen het dag geworden was ging Hij naar buiten
en begaf zich naar een eenzame plaats.
De mensen zochten Hem echter,
kwamen waar Hij was
en poogden Hem vast te houden
om te verhinderen dat Hij hen zou verlaten.
Maar Hij sprak tot hen :
“Ik moet ook aan andere steden
de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen,
want daarvoor ben Ik gezonden.”
En Hij predikte in de synagogen van het Joodse Land.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d