Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Openingswoord
Het einde van het schooljaar wenkt.
Voor velen zijn de examens voorbij.
Het is nu nog wachten op de hopelijk goede resultaten.
Voor de leerlingen van Jezus is het anders:
Jezus legt hen een niet zo gemakkelijke vraag voor.
Hebben zij begrepen wie Hij wil zijn?
Hebben zij genoeg nagedacht
over de consequenties voor henzelf?
Jerzus’ vraag aan zijn leerlingen
is natuurlijk ook aan ons gericht:
wat betekent Hij voor ons leven?
Wagen wij het om ons leven prijs te geven?
Als wij die vragen horen, beseffen wij wellicht reeds,
dat ons christen-zijn en ons vertrouwen nog pover zijn.
Gelukkig komt de Heer met grote welwillendheid naar ons toe.
EERSTE LEZING Zach. 12, 10-11
Zij zullen opzien naar hem die zij hebben doorstoken
Uit de profeet Zacharias
Zo spreekt de Heer:
“In die dagen zal Ik over het huis van David
een geest van welwillendheid en gebed uitstorten,
zodat zij zullen opzien naar hem die zij doorstoken hebben;
zij zullen over hem treuren als over een enig kind,
als over een eerstgeborene om hem schreien.
“Op die dag zal het rouwbetoon in Jeruzalem even groot zijn
als dat over Hadad-Rimmon in de vlakte van Megiddo.”
Antwoordpsalm Ps. 63(62), 2, 3-4, 5-6, 8-9
Keervers
Heer, mijn God, naar U hunkert mijn hart.
God, mijn God zijt Gij,
ik zoek U reeds bij het ochtendgloren.
Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hart
als dorre akkers naar regen.
Zo zie ik omhoog naar de plaats waar Gij woont,
beschouw ik uw macht en uw glorie.
Meer waard dan het leven is mij uw genade,
mijn mond verkondigt uw lof.
Ik zal U prijzen zolang ik leef,
mijn handen uitstrekken naar U.
Mijn ziel wordt verzadigd met voedzame spijs,
mijn mond zal U jubelend danken.
Want Gij zijt altijd mijn beschermer geweest,
ik koester mij onder uw vleugels.
Met heel mijn hart houd ik vast aan U,
het is uw hand die mij steunt.
TWEEDE LEZING Gal. 3, 26-29
Al wie gedoopt is, heeft Christus aangetrokken als een kleed.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten
Broeders en zusters,
Gij zijt allen kinderen van God
door het geloof in Christus Jezus.
De doop heeft u allen met Christus verenigd,
gij hebt Hem aangetrokken als een kleed.
Er is nu geen sprake meer van jood of heiden,
slaaf of vrije, man of vrouw;
allen tezamen vormt gij één persoon in Christus Jezus.
Maar als gij bij Christus hoort,
dan zijt ge ook Abrahams nageslacht,
en dus erfgenamen krachtens de belofte.
Vers voor het evangelie Joh.10, 27
Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt de Heer,
en Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 9,18-24
Gij zijt de Gezalfde van God. De Mensenzoon moet veel lijden.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas
Toen Jezus eens alleen aan het bidden was
en zijn leerlingen bij Hem kwamen,
stelde Hij hun de vraag:
“Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?”
Zij antwoordden:
“Johannes de Doper,
anderen zeggen: Elia,
en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan.”
Hierop zei Jezus hun:
“Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?”
Nu antwoordde Petrus:
“De Gezalfde van God.”
Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen.
“De Mensenzoon,
– zo sprak Hij –
moet veel lijden
en door de oudsten,
hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden,
maar na ter dood te zijn gebracht,
zal Hij op de derde dag verrijzen.”
Maar tot allen sprak Hij:
“Wie mijn volgeling wil zijn,
moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen
en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.
“Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
“Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.