Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven.
Overweging
De tekst van vandaag klinkt als een bemoediging. Er is een tegenstelling tussen de rampen uit het verleden, en de toekomst waarop wij ten volle mogen hopen. Nu is het volk verstrooid over de naties. Sion is verlaten, de vijanden weten met hun hoon en spot geen blijf. Dit zal niet blijven duren: het volk zal terugkeren, vrede en vreugde zullen opnieuw de bovenhand krijgen. Wanneer het volk – wij – luisteren naar Gods Woord, en goede vruchten voortbrengen, zullen wij standhouden in moeilijke tijden. Het is dan dat wij voor anderen een teken worden van Gods liefde en barmhartigheid. Antwoordpsalm 69 haakt mooi in bij de eerste lezing; “Want God zal Sion verlossen, Hij bouwt Juda’s steden weer op, zijn dienaren zullen er wonen, er leven op eigen bezit, Gods Naam zal in ere zijn”!
EERSTE LEZING Bar. 4, 5-12.27-29
God die u deze rampen zond
zal u ook met eeuwige blijdschap vervullen.
Uit de profeet Baruch
Houd moed, mijn volk,
dat de naam Israël draagt.
Gij werd aan de heidenen verkocht,
maar ge zijt niet verloren.
Omdat ge Gods toorn had opgewekt,
zijt ge aan uw vijanden uitgeleverd.
Ge hebt uw Schepper geërgerd
door niet aan Hem, maar aan demonen te offeren.
De eeuwige God die u voedsel gaf,
zijt ge vergeten.
Jeruzalem, dat u heeft grootgebracht,
hebt ge bedroefd.
Het zag Gods toorn over u komen en zei:
“Luistert, buren van Sion:
een groot leed zond God over mij.
Want ik zag hoe de eeuwige God
mijn kinderen gevangen liet wegvoeren.
Met vreugde had ik hen grootgebracht,
in tranen en droefheid zag ik hen gaan.
Laat niemand spotten met mij,
een weduwe, door iedereen verlaten,
eenzaam om de zonden van mijn kinderen.
Zij keerden zich af van Gods gebod.
Houdt moed, kinderen, en roept tot God;
die u dit aandeed, zal weer aan u denken.
Weleer was uw enige gedachte
God te verlaten.
Zoekt Hem nu met al uw krachten.
Want die u deze rampen zond,
zal u ook bevrijden
en met eeuwige blijdschap vervullen.”
TUSSENZANG Ps. 69(68), 33-35, 36-37
God luistert naar wat een arme Hem vraagt.
Ziet toe, geringen, en weest verheugd,
schept moed, gij allen die God zoekt.
God luistert naar wat een arme Hem vraagt,
vergeet zijn gevangenen niet.
Laat hemel en aarde Hem prijzen,
de zee met al wat daar leeft.
Want God zal Sion verlossen,
Hij bouwt Juda’s steden weer op.
Zijn dienaren zullen er wonen,
er leven op eigen bezit.
Hun kroost zal het weer erven,
Gods Naam zal in ere zijn.
ALLELUIA II Tim. 1, 10b
Alleluia.
Onze Heiland Christus Jezus heeft de dood vernietigd,
en onvergankelijk leven doen aanlichten
door het evangelie.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 10, 17-24
Verheug u omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die tijd keerden de twee en zeventig
vol blijdschap terug en zeiden:
“Heer, zelfs de duivels
onderwierpen zich aan ons door uw Naam.”
Jezus zei hun:
“Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel vallen.
Ik heb u macht gegeven
op slangen en schorpioenen te treden,
te heersen over heel de kracht van de vijand;
en niets zal u kunnen schaden.
Toch moet ge u niet verheugen over het feit
dat de duivels aan u onderworpen zijn,
maar verheugt u
omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.”
Op dat uur jubelde Hij het uit, vervuld van de heilige Geest,
en Hij sprak:
“Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt
voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
Ja, Vader,
zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader;
en wie de Vader is tenzij de Zoon
en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.”
Daarop keerde Hij zich naar zijn leerlingen afzonderlijk
en Hij zei tot hen:
“Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet.
Ik zeg u:
Vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet
maar zij hebben het niet gezien;
en te horen wat gij hoort
maar zij hebben het niet gehoord.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de zondagen.