Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Openingswoord
Het doet altijd goed mensen te ontmoeten die dankbaar zijn.
Ze herinneren ons aan iets heel wezenlijks:
heel veel in ons leven is gave;
ons leven zélf is een gave
waarvoor we God, de Schepper en Bron van alle leven,
mogen danken.
In de eucharistie komen we samen
om God te loven en te danken
omwille van Jezus,
in wie mensen Gods kracht en goedheid hebben ervaren.
Laten wij voor die genezende goedheid ons hart openen.
EERSTE LEZING 2 Kon.5,14-17
Naäman keerde naar de man Gods terug en bekende dat God bestaat.
Uit het tweede boek Koningen
In die dagen ging de Syriër Naäman naar de Jordaan
en dompelde zich zevenmaal onder,
zoals Elisa, de man Gods, gezegd had.
Zijn huid werd weer als die van een klein kind
en hij was gereinigd van zijn melaatsheid.
Hij keerde met heel zijn gevolg naar de man Gods terug,
trad het huis binnen, ging vóór hem staan en zei:
“Nu weet ik dat er in Israël een god is,
en nergens anders op aarde.
Wil daarom een huldeblijk van uw dienaar aanvaarden.”
Maar Elisa antwoordde:
“Zowaar de Heer leeft, wiens dienaar ik ben,
ik neem niets van u aan.”
En hoewel Naäman er bij hem op aandrong iets aan te nemen,
bleef hij weigeren.
Toen zei Naäman:
“Geef mij dan tenminste een vracht aarde mee,
zoveel als een koppel muildieren kan dragen,
want uw dienaar wil aan geen andere goden
brand- of slachtoffers meer opdragen,
dan aan de HEER alleen.”
Antwoordpsalm Ps. 98(97) 1, 2-3ab, 3cd-4
Keervers
De Heer openbaarde zijn heil aan de volken.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.
De Heer openbaarde zijn heil,
gerechtigheid toonde Hij aan de volken;
Hij bleef zijn erbarmen indachtig,
zijn trouw jegens Israëls huis.
De hele aarde aanschouwde
het heil van de Heer, onze God.
Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.
TWEEDE LEZING 2 Tim. 2, 8-13
Als wij volharden, zullen wij met Christus heersen.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs
Dierbare,
Houd Jezus Christus in gedachten,
Davids Nazaat, die uit de dood is opgestaan.
Zo luidt de boodschap die ik verkondig
en waarvoor ik zelfs als een misdadiger
gevangenschap heb te lijden.
Maar het woord van God laat zich niet in boeien slaan.
Daarom ben ik bereid alles te verdragen,
terwille van de uitverkorenen,
opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jezus
en eeuwige heerlijkheid.
Hoe waar is dit woord:
“Als wij met Hem gestorven zijn
zullen wij met Hem leven.
Als wij volharden,
zullen wij met Hem heersen.
Als wij Hém verloochenen
zal Hij óns verloochenen.
Als wij ontrouw zijn
blijft Hij trouw:
zichzelf verloochenen kan Hij niet.”
Vers voor het evangelie 1 Tess. 5,18
Alleluia.
Dankt God voor alles;
dit is het wat God van u verlangt
in Christus Jezus.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 17, 11-19
Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
Op zijn reis naar Jeruzalem
trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea.
Toen Hij een dorp binnenging
kwamen Hem tien melaatsen tegemoet;
zij bleven op een grote afstand staan en riepen luidkeels:
“Jezus, Meester, ontferm U over ons!”
Hij zag hen en sprak:
“Gaat u laten zien aan de priesters.”
En onderweg werden zij gereinigd.
Een van hen keerde terug toen hij zag dat hij genezen was,
en hij verheerlijkte God met luide stem.
Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus’ voeten neer,
en deze man was een Samaritaan.
Hierop vroeg Jezus:
“Zijn niet alle tien gereinigd?
Waar zijn dan de negen anderen?
Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen
dan alleen deze vreemdeling?”
En Hij sprak tot hem:
“Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.