Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Openingswoord
Op Allerzielen voelen we ons verbonden
met de mensen die vóór ons zijn heengegaan.
De liturgie van vandaag helpt ons om de blik voorwaarts te houden.
Herinnering aan onze doden is belangrijk,
maar niet om in het verleden te blijven steken.
We kijken vooruit, naar wat komen gaat.
Ook de mensen rondom ons die reeds zijn gestorven,
zijn in dat toekomstperspectief geborgen.
Onze God is geen God van doden, maar van levenden,
want voor Hem zijn allen levend.
EERSTE LEZING Jesaja 25,6a.7-9
.
Op die dag zal de HEER van de hemelse machten
op deze berg een gastmaal aanrichten voor alle volkeren.
Op deze berg zal Hij de sluier verscheuren
die ligt over de volkeren en de doek die alle naties bedekt.
God de HEER zal voor altijd de dood vernietigen;
Hij zal de tranen van alle gezichten afwissen,
en de schande van zijn volk wegnemen van heel de aarde.
Want zo heeft de HEER besloten.
Op die dag zal men zeggen:
Dat is onze God.
Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered.
Dit is de HEER op wie wij ons vertrouwen hadden gesteld: laat ons blij zijn en juichen
om de redding die Hij ons heeft gebracht.
TWEEDE LEZING Apokalyps 21,1-5a.6b-7
.
Ik, Johannes, zag
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen
en de zee bestond niet meer.
En ik zag de heilige Stad, het nieuwe Jeruzalem,
van God uit de hemel neerdalen,
schoon als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.
Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon:
“Zie hier Gods woning onder de mensen!
Hij zal bij hen wonen,
zij zullen zijn volk zijn,
en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn.
Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen
en de dood zal niet meer zijn;
geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn
want al het oude is voorbij.”
En hij die op de troon is gezeten, sprak:
“Zie, Ik maak alles nieuw.
Ik ben de Alfa en de Omega,
De Oorsprong en het Einde.
Wie dorst heeft, zal ik om niet te drinken geven
uit de bron van het water des levens.
Wie overwint, zal dit alles krijgen
en Ik zal zijn God zijn en hij mijn zoon”.
.
Het was omtrent het zesde uur;
er viel duisternis over heel de streek
tot aan het negende uur toe
doordat de zon geen licht meer gaf.
Het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor.
Toen riep Jezus met luide stem:
“Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest”.
Nadat Hij dit gezegd had, gaf Hij de geest.
Nu was er een zekere Jozef,
lid van de Hoge Raad,
een welmenend en rechtschapen man.
Deze ging naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus.
Na het van het kruis genomen te hebben
wikkelde hij het in een lijkwade.
Vervolgens legde hij Hem in een graf
dat in steen was uitgehouwen
en waarin nog nooit iemand was neergelegd.
Op de eerste dag van de week echter
gingen de vrouwen zeer vroeg in de morgen naar het graf,
met de welriekende kruiden die zij klaargemaakt hadden.
Zij vonden de steen weggerold van het graf,
gingen er binnen
maar vonden er het lichaam van de Heer Jezus niet.
Terwijl zij niet wisten wat daarvan te denken,
stonden er plotseling twee mannen voor hen
in een stralend wit kleed.
Toen zij van schrik bevangen,
het hoofd naar de grond bogen,
vroegen de mannen haar:
“Waarom zoekt ge de levende bij de doden?
Hij is niet hier, Hij is verrezen.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.