Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking.
Overweging
Als mensen kijken naar wie wij zijn, wie onze ouders en familie waren, dan is er over iedereen wel iets te zeggen. Het gaat dikwijls zo en kan ons verkondigingswerk bemoeilijken. Het maakt ons soms verdrietig en machteloos. Waar het gebeurt zullen weinig wonderen kunnen gebeuren. Houdt de ervaring die Jezus met ons deelt niet een oproep in om mekaar met andere ogen te bekijken? Met Gods ogen? In elke mens is God werkzaam, ook al is die mens zondig. God werkt immers het liefst met kleine mensen…
EERSTE LEZING Jer. 26, 1-9
Allen stormden tegelijk op Jeremia af in de tempel van de Heer.
Uit de Profeet Jeremia
In het begin van de regering van Jojakim,
zoon van Josia, koning van Juda,
kwam dit woord van de Heer tot Jeremia:
“Dit zegt de Heer:
Ga naar de tempel van de Heer en zeg in de voorhof
tot hen die uit de steden van Juda naar de tempel komen
om de Heer te aanbidden, alles wat Ik u opdraag,
zonder één woord weg te laten.
“Misschien luisteren zij en komen ze tot inkeer,
zodat Ik spijt krijg over de rampen
die Ik tegen hen om hun zondig leven beraamde.
“Zeg daarom tot hen:
Dit zegt de Heer:
Als ge niet naar Mij luistert
en niet leeft volgens de wet die Ik u heb gegeven,
als ge niet luistert naar mijn dienaars, de profeten
die Ik telkens weer maar vergeefs, naar u zond,
dan doe Ik met dit huis hetzelfde als Ik met Silo gedaan heb,
en maak Ik deze stad tot een vloek
bij alle volken op aarde.”
De priesters, de profeten en alle aanwezigen
hoorden de rede die Jeremia in de tempel hield.
Nauwelijks had Jeremia de rede
die hij in opdracht van de Heer
voor alle aanwezigen hield, beëindigd,
of de priesters, de profeten en alle aanwezigen
grepen hem vast en schreeuwden:
“Sterven zult ge!
“Hoe durft ge als profeet van de Heer te zeggen:
deze tempel zal het vergaan als de tempel van Silo
en deze stad wordt een puinhoop, zonder bewoners.”
En allen stormden tegelijk op Jeremia af
in de tempel van de Heer.
TUSSENZANG 69(68), 5, 8-10, 14
Verhoor mij omdat Gij barmhartig zijt, Heer.
Zo talrijk als haar op mijn hoofd
zijn zij die mij zonder grond haten.
Zij die mij kwellen zijn machtig,
zij eisen onrecht van mij.
Zou ik terug moeten geven
wat ik nooit heb geroofd?
Om U heb ik iedere smaad verdragen,
al steeg mij het schaamrood naar het gelaat.
Een vreemdeling werd ik voor mijn verwanten,
mijn eigen broers kennen mij niet meer.
De zorg voor uw huis heeft mij uitgeteerd,
op mij kwam de hoon neer van hen die U honen.
Maar mijn gebed, heer, richt ik tot U,
nu is het de tijd van genade.
Verhoor mij omdat Gij barmhartig zijt
en trouw in het hulp verlenen.
ALLELUIA Ps. 119(118), 135
Alleluia.
Laat voor uw dienaar uw Aangezicht stralen, Heer,
laat mij uw beschikkingen zien.
Alleluia.
EVANGELIE 13, 54-58
Is Hij niet de zoon van de timmerman?
Waar heeft Hij dit alles vandaan?
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd begaf Jezus zich naar zijn vaderstad
en onderwees hen in hun synagoge, zodat ze verbaasd zeiden:
“Waar heeft Hij die wijsheid vandaan
en de macht om wonderen te doen?
“Is Hij niet de zoon van de timmerman?
“Heet zijn moeder niet Maria
en zijn broeders Jakobus, Jozef, Simon en Judas?
“Wonen zijn zusters niet allen bij ons?
“Waar heeft Hij dat alles vandaan?”
En zij namen er aanstoot aan.
Maar Jezus sprak tot hen:
“Een profeet wordt overal geëerd
behalve in zijn eigen stad en in zijn eigen kring.”
En wegens hun ongeloof deed Hij daar niet veel wonderen.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe
Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijk huis door Paus Franciscus
125. Als wij nadenken wat de geéigende relaties van de mens zijn met de wereld die hem omgeeft, dan is het noodzakelijk een juiste opvatting over arbeid te hebben, omdat, als wij spreken over de relatie van de mens met de dingen, de vraag opkomt omtrent de zin en het doel van de invloed van de mens op de werkelijkheid. Wij hebben het niet alleen over handarbeid of het bewerken van de aarde, maar over iedere activiteit die een of andere verandering van het bestaande inhoudt, van het uitwerken van een maatschappelijk advies tot de planning van een technische ontwikkeling. Iedere vorm van arbeid veronderstelt een idee over de relatie die de mens kan of moet aanknopen met wat anders is dan hij. De christelijke spiritualiteit heeft samen met de contemplatieve verwondering over de schepselen die wij bij de heilige Franciscus van Assisi vinden, ook een rijk en gezond idee ontwikkeld over arbeid, zoals wij dat bijvoorbeeld ontmoeten in het leven van de zalige Charles de Foucauld en zijn leerlingen.
Wordt vervolgd Voor alle voorgaande publicaties scroll omlaag