Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking
Overweging
Bij Paulus vinden we de oudste tekst die bestaat over de instelling van de Eucharistie. Vandaag lezen we een van de oudste geloofsbelijdenissen. Ze formuleert de oeroude kern van ons geloof: wij belijden dat Christus, gestorven voor onze zonden, opgestaan en verschenen is. Naast de traditie getuigt hij ook in eigen persoon. In dit getuigenis horen we zowel de Korintische kritiek naklinken als zijn fierheid om een echte apostel te zijn.
EERSTE LEZING Kor. 15, 1-11
Dàt verkondigen wij en dàt hebt gij geloofd.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte
Broeders en zusters,
Ik vestig uw aandacht op het evangelie dat ik u heb verkondigd,
dat gij hebt ontvangen,
waarop gij gegrondvest zijt
en waardoor gij ook gered wordt :
in welke bewoordingen heb ik het u verkondigd ?
Ik neem aan dat gij die onthouden hebt ;
anders zoudt gij het geloof zonder nadenken hebben aanvaard.
Op de eerste plaats dan heb ik u overgeleverd
wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen,
namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden,
volgens de Schriften
en dat Hij begraven is,
en dat Hij is opgestaan op de derde dag,
volgens de Schriften,
en dat Hij verschenen is aan Kefas en daarna aan de Twaalf.
Vervolgens is Hij verschenen
aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk,
van wie de meesten nog in leven zijn,
hoewel sommigen zijn gestorven.
vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus,
daarna aan de apostelen.
En het laatst van allen is Hij ook verschenen aan mij,
de misgeboorte.
Ja, ik ben de minste van de apostelen,
niet waard apostel te heten, want ik heb Gods kerk vervolgd.
Maar door de genade van God ben ik wat ik ben
en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest.
Ik heb harder gewerkt dan alle anderen,
niet ik, maar de genade van God met mij.
Maar of zij het nu zijn of ik,
dàt verkondigen wij en dàt hebt gij geloofd.
TUSSENZANG Ps. 118(117), 1-2, 16ab-17, 28
Brengt dank aan de Heer, want Hij is genadig.
of : Alleluia.
Brengt dank aan de Heer, want Hij is genadig,
Eindeloos is zijn erbarmen!
Herhaalt het, stammen van Israël :
eindeloos is zijn erbarmen !
De Heer greep in met krachtige hand,
de hand van de Heer heeft mij opgericht,
de hand van de Heer was machtig.
Ik zal niet sterven maar blijf leven
en alom verhalen het werk van de Heer.
Mijn lieve God zijt Gij en ik dank U,
mijn God, ik verkondig uw roem.
ALLELUIA Jak. 1, 21
Alleluia.
Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan
dat in u werd geplant,
en de kracht bezit uw zielen te redden.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 7, 36-50
Haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele,
want zij heeft veel liefde betoond.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas
Een van de Farizeeën vroeg Jezus eens bij zich te eten.
Jezus trad het huis van de Farizeeër binnen en ging aanliggen.
Een vrouw nu, die in de stad als een zondares bekend stond,
was te weten gekomen
dat Jezus in het huis van de Farizeeër te gast was.
Zij nam een albasten vaasje met balsem mee
en ging schreiend achter Hem, bij zijn voeten staan.
Haar tranen maakten zijn voeten nat,
die ze met haar hoofdhaar afdroogde.
Zij kuste ze keer op keer en zalfde ze met haar balsem.
Toen de Farizeeër die Hem uitgenodigd had dit zag,
zei hij bij zichzelf :
“Als dit een profeet was zou Hij weten
wie en wat voor een vrouw het is die Hem aanraakt ;
het is immers een zondares.”
Jezus gaf hem ten antwoord :
“Simon, Ik heb u iets te zeggen.”
Waarop deze zei :
“Zeg het, Meester.”
“Een geldschieter had twee schuldenaars,
de een was hem vijfhonderd,
de ander vijftig tienlingen schuldig.
“Omdat zij die niet konden teruggeven
schold hij ze aan allebei kwijt.
“Wie van hen zal nu het meest van hem houden ?”
“Ik veronderstel,
– antwoordde Simon –
diegene aan wie hij het meest heeft kwijtgescholden.”
Jezus zei tot hem :
“Uw oordeel is juist.”
Daarop keerde Hij zich tot de vrouw en zei tot Simon :
“Ge ziet die vrouw daar ?
“Ik kwam uw huis binnen ;
gij hebt niet eens water over mijn voeten gegoten,
maar mijn voeten zijn nat geworden door haar tranen
en zij heeft ze met haar haren afgedroogd.
“Gij hebt Mij niet eens een kus gegeven,
maar zij hield, sinds Ik binnenkwam
niet op mijn voeten te kussen.
“Gij hebt mijn hoofd niet eens met olie gezalfd,
maar zij heeft mijn voeten gezalfd met balsem.
“Daarom zeg Ik u :
haar zonden zijn haar vergeven, al waren ze vele,
want zij heeft veel liefde betoond.
“Weinig liefde betoont hij
aan wie weinig wordt vergeven.”
Daarop sprak Hij tot haar :
“Uw zonden zijn vergeven.”
De medeaanliggenden vroegen zich af :
“Wie is deze man, die zelfs zonden vergeeft ?”
Jezus zei tot de vrouw :
“Uw geloof heeft u gered : ga in vrede.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijk huis
173. Het is dringend noodzakelijk internationale verdragen tot stand te brengen, als wij de zwakte van de lokale instanties om op een doeltreffende wijze in te grijpen in aanmerking nemen. De relaties tussen de staten moeten de soevereiniteit van ieder waarborgen, maar ook trajecten vaststellen die worden overeengekomen om lokale catastrofen te vermijden die uiteindelijk allen zouden schaden. Er zijn wereldwijde regulerende kaders nodig die verplichtingen opleggen en onacceptabele acties verhinderen, zoals het feit dat machtige landen op andere landen afval en hoog vervuilende industrieën afschuiven.
Wordt vervolgd Voor alle voorgaande publicaties scroll omlaag