Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Iedere dag beschikbaar.
Openingswoord
‘Ja is ja en neen is neen’.
Het klinkt eenvoudig,
maar vaak is het toch ook bijzonder moeilijk.
In ons leven krijgen we de kans
om verschillende wegen te bewandelen
en verschillende richtingen uit te gaan.
God laat ons de vrijheid om onze richting te bepalen,
al geeft Hij ons via de wet van Mozes en het leven van Jezus
duidelijke richtingaanwijzers.
Door hier samen te komen en eucharistie te vieren
willen wij ons voeden met Gods Woord en zijn Levengevende Liefde.
EERSTE LEZING Sir. 15, 15-20
Hij heeft niemand bevolen te zondigen.
Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach
Wanneer gij wilt kunt gij de geboden onderhouden,
en het is ook verstandig te doen wat de Heer behaagt.
Hij heeft vuur en water voor u neergezet:
Gij kunt uw hand uitstrekken naar wat gij verkiest.
Vóór de mensen liggen het leven en de dood
en wat een mens behaagt, wordt hem gegeven.
Want groot is de wijsheid van de Heer,
zijn macht is geweldig en Hij ziet alles.
Zijn ogen zijn gericht op wie Hem vrezen
en iedere daad van de mens is Hem bekend.
Hij heeft niemand bevolen te zondigen
en aan niemand verlof gegeven om kwaad te doen.
Antwoordpsalm Ps. 119(118), 1-2, 4-5, 17-18, 33-34
Keervers
Gelukkig die voortgaan volgens de wet van de Heer.
Gelukkig degenen wier levensweg rein is,
die voortgaan volgens de wet van de Heer.
Gelukkig die acht slaan op wat Hij verordent,
Hem zoeken met heel hun hart.
Gij hebt uw bevelen gegeven
opdat men ze trouw volbrengt.
Mogen mijn wegen recht zijn,
gericht op wat Gij beschikt.
Vergun uw dienaar dat hij mag leven,
dan houd ik mij steeds aan uw woord.
Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen
de heerlijkheid van uw wet.
Toon mij de weg, Heer, die Gij beschikt hebt,
dan wijk ik daar nooit van af.
Geef mij begrip om uw wet na te leven,
om haar te volgen met heel mijn hart.
TWEEDE LEZING I Kor. 2, 6-10
God heeft van alle eeuwigheid de wijsheid ontworpen en bestemd voor onze verheerlijking.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters,
Wij spreken onder de volmaakten over wijsheid,
maar dat is niet de wijsheid van deze wereld
of van de machten die deze wereld beheersen,
waarvan de ondergang trouwens op handen is.
Wij verkondigen een goddelijke wijsheid
die verborgen was,
het geheime plan,
door God van alle eeuwigheid ontworpen
en bestemd voor onze verheerlijking.
Geen van de machthebbers van deze wereld heeft ervan geweten.
Als zij ervan geweten hadden,
zouden zij de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
Dit zijn de dingen waarvan de Schrift zegt:
“Geen oog heeft ze gezien, geen oor heeft ze gehoord,
geen mens kan het zich voorstellen,
al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben.”
Maar aan ons heeft God het geopenbaard door de Geest,
want de Geest van God doorgrondt alles,
zelfs de diepste geheimen van God.
Vers voor het evangelie Vgl. Mt. 11, 25
Alleluia.
Gezegend zijt Gij, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij de geheimen van het koninkrijk aan kinderen geopenbaard hebt.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 5, 17-37
Gij hebt gehoord wat tot onze voorouders is gezegd, maar Ik zeg u.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Denkt niet dat Ik gekomen ben
om Wet of Profeten op te heffen.
“Ik ben niet gekomen om op te heffen,
maar om de vervulling te brengen.
“Want voorwaar, Ik zeg u:
Eerder nog zullen hemel en aarde vergaan,
dan dat één jota of haaltje vergaat uit de Wet,
voordat alles geschied is.
“Wie dus één van die voorschriften,
zelfs het geringste,
opheft en zo de mensen leert,
zal de geringste geacht worden in het Rijk der hemelen,
maar wie ze onderhoudt en leert,
zal groot geacht worden in het Rijk der hemelen.
“Ik zeg u: Als uw gerechtigheid
die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
“Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders is gezegd:
Gij zult niet doden.
“Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
“Maar Ik zeg u:
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
“En wie tot zijn broeder zegt: Raka,
zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin;
en wie zegt: Dwaas,
zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.
“Als gij uw gave komt brengen naar het altaar
en daar schiet u te binnen
dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan uw gave voor het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw gave aan te bieden.
“Haast u het eens te worden met uw tegenpartij,
zolang ge nog met hem onderweg zijt;
anders zou uw tegenpartij
u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
“Voorwaar, Ik zeg u:
Ge zult daar niet uitkomen,
voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.
“Gij hebt gehoord dat er gezegd is:
Gij zult geen echtbreuk plegen.
“Maar Ik zeg u:
Al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren,
heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd.
“Indien uw rechteroog u tot zonde dreigt te brengen,
ruk het uit en werp het van u weg;
want het is beter voor u,
dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat
dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen.
“En als uw rechterhand u tot zonde dreigt te brengen,
hak ze af en werp ze van u weg;
want het is beter voor u,
dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat
dan dat heel uw lichaam in de hel terecht komt.
“Ook is er gezegd:
Wie zijn vrouw verstoot,
moet haar een scheidingsbrief geven.
“Maar Ik zeg u:
Wie zijn vrouw verstoot,
behalve in geval van ontucht,
brengt haar ertoe echtbreekster te worden;
en wie een verstoten vrouw huwt,
begaat echtbreuk.
“Eveneens hebt gij gehoord
dat tot onze voorouders gezegd is:
Gij zult geen valse eed doen,
maar gij zult voor de Heer uw eden houden.
“Maar ik zeg u in het geheel niet te zweren;
noch bij de hemel,
want dat is de troon van God;
noch bij de aarde,
want dat is zijn voetbank;
noch bij Jeruzalem,
want dat is de stad van de grote Koning.
“Ook bij uw hoofd moet gij niet zweren,
want gij kunt niet één haar wit of zwart maken.
“Maar uw ja moet ja zijn en uw neen, neen;
en wat daar nog bij komt, is uit den boze”.
____________________________________________________________________________________
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
79. In dit heelal, dat bestaat uit open systemen die met elkaar in verbinding treden, kunnen wij ontelbare vormen van relatie en deelname ontdekken. Dit brengt ons ook ertoe aan het geheel te denken als openstaand voor de transcendentie van God, waarbinnen het zich ontwikkelt. Het geloof maakt het ons mogelijk de betekenis en de mysterieuze schoonheid te interpreteren van wat er gebeurt. De menselijke vrijheid kan haar intelligente bijdrage leveren aan een positieve evolutie, maar kan ook nieuwe kwaden toevoegen, nieuwe oorzaken van lijden en ogenblikken van ware achteruitgang. Dit veroorzaakt een opwindende en dramatische geschiedenis van de mens, die in staat is te veranderen in een bloei van bevrijding, groei, redding en liefde, of in een traject van verval en wederzijdse verwoesting. Daarom tracht het handelen van de Kerk niet alleen aan de plicht te herinneren te zorgen voor de natuur, maar tegelijkertijd “moet zij vooral de mens beschermen tegen de vernietiging van zichzelf”.
Wordt vervolgd
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________