Uitnodiging

Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?

Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.

Elke dag ter beschikking

Overweging
Het beeld van Jozef als voorafbeelding van Jezus is niet zo ver gezocht en sinds de kerkvaders steeds herhaald. Jozef is de geliefde zoon van zijn vader. Hij wordt naar zijn broeders gestuurd maar door hen gehaat en verkocht voor zilver. Achteraf redt hij hen van de dood. Ook de parabel van het evangelie is niet mis te verstaan. De geliefde zoon wordt door de wijngaardeniers (Israël) buiten de wijngaard (stadspoort) ter dood gebracht. De luisterende joden spreken zelf het vonnis over die handelswijze uit, en Jezus beaamt hun oordeel. Wij huiveren bij deze vreselijke tragiek, maar het past ons samen met Paulus het leed van het Joodse volk aan te voelen (Rom). Geen enkele christen had ooit de opdracht een vonnis aan het joodse volk te voltrekken.

 

EERSTE LEZING          Gen. 37, 3-4.12-13a. 17b-28

Zie, daar komt de dromer, laten wij hem doden.

Uit het Boek Genesis

Israël hield meer van Jozef dan van al zijn andere zonen,
omdat hij hem nog op zijn oude dag had gekregen.
Hij had voor hem een prachtig kleed laten maken.
De broers bemerkten dat hun vader meer van Jozef hield
dan van hen,
en zij gingen hem zo haten
dat ze geen goed woord meer voor hem over hadden.
Eens waren zijn broers bij Sichem
de kudden van hun vader gaan weiden,
toen Israël tot Jozef zei :
“Je weet dat je broers de kudde weiden bij Sichem.
Zou je niet naar hen toe willen gaan ?”
Jozef ging daarop zijn broers achterna
en vond hen inderdaad in Dotan.
Zij hadden hem al in de verte zien aankomen,
en voor hij bij hen was, smeedden zij het plan om hem te doden.
Zij zeiden tot elkaar :
“Daar komt hij aan, de grote dromer !
“Nu hebben we de kans.
“We vermoorden hem en gooien hem in een put.
“We kunnen zeggen dat een wild beest hem verslonden heeft.
“Dan zullen we eens kijken wat er van zijn dromen terecht komt !”
Toen Juda dit hoorde,
probeerde hij Jozef uit hun handen te redden en zei :
“We mogen hem niet doden.”
Ruben zei tot hen :
“Vergiet toch geen bloed !
“Ginds in de steppe is een put ;
gooi hem daarin, maar sla niet de hand aan hem.”
Hij wilde hem immers uit hun handen redden
en bij zijn vader terugbrengen.
Zodra Jozef bij zijn broers kwam,
trokken zij hem het kleed uit,
het prachtige kleed dat hij droeg,
grepen hem en wierpen hem in de put.
De put was leeg en er stond geen water in.
Terwijl ze zaten te eten,
zagen zij ineens een karavaan van Ismaëlieten,
die van Gilead kwam.
De kamelen waren beladen met gom, balsem en hars ;
zij waren op weg naar Egypte
om de koopwaar daar af te leveren.
Nu zei Juda tot zijn broers :
“Wat hebben we eraan, die broer van ons te vermoorden
en zijn bloed te bedekken !
Laten wij hem liever aan de Ismaëlieten verkopen
en niet de hand aan hem slaan ;
hij is toch een broer van ons, ons eigen vlees.”
Zijn broers stemden daarmee in.
Toen Midjanitische kooplieden voorbijkwamen,
trokken de broers Jozef uit de put
en verkochten hem voor twintig sikkel zilver aan de Ismaëlieten.
De kooplieden voerden Jozef naar Egypte.

TUSSENZANG                  Ps. 105(104), 16-17, 18-19, 20-21

Vergeet nooit de wonderen die de Heer deed.

De Heer zond een hongersnood over het land
en deed de broodstokken breken.
Hij zond een enkele man voor hen uit
toen Jozef als slaaf verkocht werd.

Zijn voeten werden met kluisters geboeid,
zijn hals in een band van ijzer ;
totdat gebeurde wat hij had voorzegd,
het woord van de Heer hem bevrijdde.

De koning liet hem uit de kerker ontslaan,
de heerser der volken gaf hem de vrijheid.
Hij stelde hem aan als heer van zijn huis,
beheerder van heel zijn have.

 

VERS VOOR HET EVANGELIE                Ez. 18, 31

Werpt alle overtredingen die gij begaan hebt, van u weg,
zegt de Heer,
en vernieuwt uw hart en geest.

 

EVANGELIE                  Mt. 21, 33-43.45-46

Dat is de erfgenaam ; laten wij hem vermoorden.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd sprak Jezus
tot de hogepriesters en de oudsten van het volk :
“Luistert naar een andere gelijkenis :
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde ;
hij zette er een heining omheen,
hakte een wijnpers erin uit
en bouwde een wachttoren.
“Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers
en vertrok naar de vreemde.
“Toen de tijd van de oogst gekomen was
zond hij zijn dienaars naar de wijnbouwers
om de opbrengst in ontvangst te nemen.
“Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaars vast.
“Zij mishandelden de een,
doodden de ander en stenigden een derde.
“Daarop zond hij andere dienaars,
talrijker dan de eersten ;
maar zij behandelden hen op dezelfde manier.
“Tenslotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe,
in de veronderstelling
dat zij zijn zoon wel zouden ontzien.
“Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen,
zeiden ze onder elkaar :
Dat is de erfgenaam ;
vooruit, laten we hem vermoorden
en ons zijn erfenis toeëigenen.
“Ze grepen hem vast,
wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem.
Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt,
wat zal hij dan wel met die wijnbouwers doen ?”
Ze antwoordden Hem :
“Hij zal die ellendelingen een ellendige dood doen sterven
en zijn wijngaard zal hij aan andere wijnbouwers verpachten,
die hem de opbrengst op vastgestelde tijd zullen afdragen.”
Toen sprak Jezus tot hen :
“Hebt gij nooit in de Schrift gelezen :
De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd
is juist de hoeksteen geworden.
Op last van de Heer is dat gebeurd
en het is wonderbaar in onze ogen.
“Daarom zeg Ik u :
Het Rijk Gods zal u ontnomen worden
en gegeven aan een volk
dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”

Toen de hogepriesters en Farizeeën
zijn gelijkenissen gehoord hadden
begrepen ze dat Hij over hen sprak.
Zij zonnen dus op een middel om zich van Hem meester te maken,
maar ze waren bang voor het volk
omdat men Hem voor een profeet hield.


Laudato Si

Encycliek van

PAUS FRANCISCUS

Over de zorg voor het gemeenschappelijk huis

105. Men is geneigd te geloven dat “ieder verwerven van macht eenvoudigweg vooruitgang is, groei van veiligheid, nut, welzijn, levenskracht, volheid van waarden”, alsof de werkelijkheid, het goede en de waarheid spontaan zouden opbloeien uit de macht zelf van de technologie en de economie. Het feit is dat “de moderne mens niet is opgevoed tot een juist gebruik van macht”, omdat de immense technische groei gepaard is gegaan met een ontwikkeling van het menselijk wezen wat verantwoordelijkheid, waarden en bewustzijn betreft. Iedere tijd neigt ernaar een schaarse zelfkennis van de eigen grenzen te ontwikkelen. Daarom is het mogelijk dat vandaag de mensheid niet de ernst ziet van de uitdagingen waarmee zij wordt geconfronteerd, en “de mogelijkheid dat de mens zijn macht verkeerd gebruikt, neemt voortdurend toe”, wanneer “er geen normen voor vrijheid, maar alleen maar voor vermeende eisen van nut en zekerheid bestaat”. Het menselijk wezen is niet volledig autonoom. Zijn vrijheid wordt ziek, wanneer het zich overgeeft aan de blinde krachten van het onbewuste, van de onmiddellijke behoeften, van het egoïsme, van het brute geweld. In deze zin is het menselijk wezen onbeschermd blootgesteld aan zijn eigen macht, die blijft groeien, zonder de instrumenten te hebben om deze te controleren. Het kan beschikken over oppervlakkige mechanismen, maar wij kunnen stellen dat het de mens ontbreekt aan een adequaat hechte ethiek, een cultuur en een spiritualiteit die hem werkelijk een grens stellen en hem binnen een heldere zelfbeheersing beteugelen.

 

Wordt vervolgd

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling

_____________________________________________________________________