http://kerkengeloof.wordpress.com

Woensdag in de tweeëntwintigste week door het jaar

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Men vermoed dat er in Korinte verschillende huiskerken waren en dat er onderlinge spanningen en rivaliteiten bestonden. We hoorden van Paulus zelf dat hij een niet zo onderlegd redenaar was. Van Apollos wordt in de Handelingen (18, 28) gezegd dat hij een heel knap en welsprekend man was. Dat is voldoende om sympathieën en antipathieën los te maken in een christengemeente. Wat doen wij wanneer wij geconfronteerd worden met een dergelijke verdeeldheid ?

EERSTE LEZING                                           I Kor. 3, 1-9
Wij zijn Gods medewerkers, gij zijt Gods akker,
Gods bouwwerk.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte

Broeders en zusters,

Het was mij destijds niet mogelijk
tot u te spreken als waart gij reeds geestelijk
en niet langer egoïstisch.
In Christus waart gij nog zo jong !
Melk moest ik u geven, geen vaste spijs ;
die kondt gij nog niet verdragen.
Zelfs nu kunt gij het niet,
want gij laat u nog altijd leiden door zelfzucht.
Of is het geen uiting van egoïsme en klein-menselijk gedrag
dat er onder u naijver en twist voorkomt ?
Als de een zegt :
“Ik ben voor Paulus”,
en de ander :
“Ik voor Apollos”,
zijt gij dan niet al te menselijk ?

Wat zijn Apollos en Paulus eigenlijk ?
Niet meer dan ondergeschikten,
die behulpzaam waren bij uw bekering,
en wel ieder van ons op zijn eigen manier
zoals de Heer het ons vergund heeft :
ik heb geplant,
Apollos heeft begoten
maar God gaf de groei.
Noch hij die plant betekent iets
noch hij die begiet
maar alleen God die de wasdom geeft.
Die plant en die begiet staan op één lijn
al ontvangt wel ieder loon naar eigen arbeid.
Wij zijn Gods medewerkers,
gij zijt Gods akker, Gods bouwwerk.

TUSSENZANG                                          Ps. 33(32), 12-13, 14-15, 20-21

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Hoog uit de hemel schouwt God omlaag,
blikt neer op de zonen der mensen.

Scherp ziet Hij toe van de plaats waar Hij woont
op alle bewoners der aarde.
Hij heeft de harten van allen gevormd
en let op hun doen en laten.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer,
is Hij ons een schild en een helper.
Daarom is Hij de vreugd van ons hart,
zijn heilige Naam onze toevlucht.

ALLELUIA                                                        Joh. 14, 5

Alleluia.
Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer ;
niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.
Alleluia.

EVANGELIE          Lc. 4, 38-44

Ik moet ook aan andere steden de Blijde Boodschap brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas

In die tijd verliet Jezus de synagoge van Kafarnaüm
en ging het huis van Simon binnen.
Omdat de schoonmoeder van Simon hoge koorts had
riepen ze voor haar zijn hulp in.
Hij kwam aan het hoofdeinde van haar bed staan
en gaf een streng bevel aan de koorts.
Zij werd ervan bevrijd
en ogenblikkelijk stond zij op en bediende hen.
Bij zonsondergang brachten allen hun zieken naar Hem toe ;
die zieken leden aan velerlei kwalen.
Hij genas hen door ze een voor een de handen op te leggen.
Uit velen gingen ook duivels weg, die schreeuwden :
“Gij zijt de Zoon van God.”
Hij gaf een streng bevel en liet niet toe dat zij spraken,
want zij wisten dat Hij de Messias was.
Toen het dag geworden was ging Hij naar buiten
en begaf zich naar een eenzame plaats.
De mensen zochten Hem echter,
kwamen waar Hij was
en poogden Hem vast te houden
om te verhinderen dat Hij hen zou verlaten.
Maar Hij sprak tot hen :
“Ik moet ook aan andere steden
de Blijde Boodschap van het Godsrijk brengen,
want daarvoor ben Ik gezonden.”
En Hij predikte in de synagogen van het Joodse Land.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Zaterdag in de eenentwintigste week door het jaar

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

OVERWEGING
Hoe werkt God in de wereld? Hij werkt in zijn schepping. God is vindbaar in de schoonheid van de natuur die ons omringt. God werkt in het mooiste van zijn schepping: de mens. Zijn werkzaamheid is terug te vinden in de lange geschiedenis van God met zijn volk. Het is een geschiedenis van vallen en opstaan waarin Gods trouw aan zijn beloften staande blijft. Hij werkt immers met kleine en zwakke mensen. Dat wil Paulus aan de Korintiërs en aan ons duidelijk maken.

EERSTE LEZING                                             I Kor. 1, 26-31
Wat voor de wereld zwak was heeft God uitverkoren.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte

Broeders en zusters,

Denkt aan uw eigen roeping.
Naar menselijke maatstaf waren er niet velen geleerd,
niet velen machtig,
niet velen van hoge afkomst.
Nee, wat voor de wereld dwaas is
heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen ;
wat voor de wereld zwak is
heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen ;
wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend
heeft God uitverkoren ;
wat niets is
om teniet te doen wat iets is,
opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf.
Dank zij Hem zijt gij in Christus Jezus
die van Godswege heel onze wijsheid is geworden,
onze gerechtigheid, heiliging en verlossing.
Daarom : zoals er geschreven staat,
“als iemand wil roemen
laat hem roemen op de Heer.”

TUSSENZANG                               Ps. 33(32), 12-13, 18-19, 20-21

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.

Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Hoog uit de hemel schouwt God omlaag,
blikt neer op de zonen der mensen.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt,
hen die op zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer,
is Hij ons een schild en een helper.
Daarom is Hij de vreugd van ons hart,
zijn heilige Naam onze toevlucht.

ALLELUIA                                                       Joh. 8, 12

Alleluia.
Ik ben het licht der wereld, zegt de Heer ;
wie Mij volgt zal het levenslicht bezitten.
Alleluia.

EVANGELIE                                                      Mt. 25, 14-30
Omdat gij over weinig trouw waart :

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor :
“Het zal met het Rijk der hemelen zijn als met de man
die bij zijn vertrek naar het buitenland
zijn dienaars bij zich riep
om hun zijn bezit toe te vertrouwen.
“Aan de een gaf hij vijf talenten,
aan de andere twee,
aan een derde één,
ieder naar zijn bekwaamheid.
“Daarna vertrok hij.
“Die de vijf talenten gekregen had
ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij.
“Zo verdiende ook degene die de twee gekregen had er twee bij.
“Maar die dat ene had gekregen
ging een gat in de grond graven
en het geld van zijn heer verbergen.
“Een hele tijd later kwam de heer van die dienaars terug
en hield afrekening met hen.
“Die de vijf talenten gekregen had trad naar voren
en bood nog vijf talenten aan met de woorden :
Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd ;
ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend.
“Zijn meester sprak tot hem :
Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen.
“Ga binnen in de vreugde van uw heer.
“Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei :
Heer, twee talenten hebt gij me toevertrouwd ;
ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend.
“Zijn meester sprak tot hem :
Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen.
“Ga binnen in de vreugde van uw heer.
“Tenslotte
trad ook die het ene talent had gekregen naar voren en zei :
Heer, ik heb ervaren dat gij een hard mens zijt,
die oogst waar gij niet gezaaid hebt
en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
“Daarom was ik bang
en ben uw talent in de grond gaan verbergen.
“Hier hebt ge uw eigendom terug.
“Maar zijn meester gaf hem ten antwoord :
Slechte en luie knecht,
je wist dus dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb
en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid ?
“Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten,
dan zou ik bij mijn komst
mijn bezit met rente teruggekregen hebben.
“Neemt hem dus dat talent af
en geeft het aan wie de tien talenten heeft.
“Want aan ieder die heeft zal gegeven worden,
zelfs in overvloed gegeven worden ;
maar wie niet heeft,
hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft.
“En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis ;
daar zal geween zijn en tandengeknars.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Vrijdag – H. Bartholomeüs, apostel

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven.

Overweging

Bartholomeüs wordt vaak geïdentificeerd met Natanaël. Bartholomeüs komt in de vier apostellijsten voor en nergens anders. Bij Johannes komt alleen Natanaël voor, en wordt hij behandeld als een apostel. Het is zeer goed mogelijk dat deze apostel, Natanaël bar Tholami heette.Van sommigen kent men alleen de familienaam, vb. bar Abbas; van andere de namen Simon bar Jona; van weer anderen alleen de voornaam.

EERSTE LEZING                   Apok. 21, 9b-14

Op de grondstenen stonden de namen
van de twaalf apostelen van het Lam.

Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes

Een engel kwam naar mij toe en zei :
“Kom !
“Ik zal u de Bruid van het Lam tonen.”
En hij bracht mij in de geest op een zeer hoge berg
en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem,
terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde,
stralend van de heerlijkheid Gods :
zij schitterde als het kostbaarste gesteente
en als kristalklare jaspis.
Des Stad
was omringd door een zeer hoge muur met twaalf poorten
en aan de poorten stonden twaalf engelen ;
namen waren daarop gegrift,
de namen van de twaalf stammen van Israël.
Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden,
drie op het zuiden en drie op het westen.
En de stadsmuur had twaalf grondstenen
en daarop de twaalf namen
van de twaalf apostelen van het Lam.

TUSSENZANG           Ps. 145(144), 10-11, 12-13ab, 17-18

Uw heiligen, Heer, maken uw kracht
aan de mensen bekend.

Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verondigen zij.

Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.

De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen,
en heilig in al wat Hij doet.
Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept,
voor elk die oprecht tot Hem bidt.

ALLELUIA                      Joh. 1, 49b

Alleluia.
Rabbi, Gij zijt de Zoon Gods,
Gij zijt de Koning van Israël.
Alleluia.

EVANGELIE               Joh. 1, 45-51

Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is !

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Johannes

In die tijd
ontmoette Filippus Natanaël en zei hem :
“Degene over wie Mozes in de Wet geschreven heeft
en ook de profeten,
Hem hebben wij gevonden :
Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret.”
Natanaël smaalde :
“Uit Nazaret, kan daar iets goeds vandaan komen ?”
Waarop Filippus antwoordde :
“Kom dan kijken.”
Jezus zag Natanaël naar zich toekomen
en zei, doelend op hem :
“Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is !”
Natanaël zei tot Hem :
“Hoe kent Gij mij ?”
Jezus gaf hem ten antwoord :
“Voordat Filippus u riep
zag Ik u onder de vijgeboom zitten.”
Toen zei Natanaël tot Hem :
“Rabbi,
Gij zijt de Zoon Gods.
“Gij zijt de Koning van Israël.”
Jezus antwoordde :
“Omdat Ik u zei dat Ik u onder de vijgeboom zag, gelooft ge ?
“Gij zult grotere dingen zien dan deze.”
En Hij voegde er aan toe :
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u :
gij zult de hemel open zien
en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen
in dienst van de Mensenzoon.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Twintigste zondag door het jaar

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Openingswoord

Jezus roept ons vandaag aan tafel.
We mogen met Hem aanzitten aan een feestmaal.
Hij is niet alleen de gastheer.
Hij is ook zelf de maaltijd:
wij worden uitgenodigd om te proeven van zijn leven,
zijn ‘vlees en bloed’, zegt Johannes.
Deze woorden blijven ook vandaag vreemd klinken.
Maar ze zeggen duidelijk dat aan tafel gaan met Jezus
de weg opent naar een kwaliteitsvol leven
dat zelfs de dood aankan.
Jezus’ leven vervult ons met levenskracht.
Laten we daar in dit uur open voor staan,
in een houding van diepe dankbaarheid.

EERSTE LEZING                                          Spr. 9, 1-6

Eet van mijn brood en drink van de wijn die Ik gemengd heb.

Uit het boek Spreuken

De wijsheid heeft zich een huis gebouwd,
zeven zuilen heeft zij zich gehouwen,
haar vee heeft ze geslacht,
haar wijn gemengd,
haar tafel gereed gemaakt.
Nu zendt ze haar dienstmeisjes uit,
op de hoogste punten van de stad moeten ze roepen:
“Wie onervaren is, kome hierheen
en wie geen inzicht heeft, laat hem tot bezinning komen.
“Kom en eet van mijn brood,
drink van de wijn die Ik gemengd heb.
“Laat uw onnozelheid varen en u zult leven,
bewandel de weg van de wijsheid!”

Antwoordpsalm                                 Ps. 34(33), 2-3, 10-11, 12-13, 14-15

Keervers
Proeft en merkt op hoe mild de Heer is.

De Heer zal ik prijzen iedere dag,
zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,
laat elk die het hoort zich verheugen.

Eerbiedigt de Heer, gij die Hem gewijd zijt,
want wie Hem eerbiedigt lijdt nimmer gebrek.
De rijken zijn arm en behoeftig geworden,
die gaan tot de Heer komen nooit iets tekort.

Komt, kinderen, luistert naar wat ik u zeg;
ik leer u de Heer te vrezen.
Wie is er bij u die het leven liefheeft
en dagen van voorspoed verlangt?

Weerhoud dan uw tong van boosaardige taal,
uw lippen van leugenachtige woorden.
Vermijd dan het kwade en doe slechts wat goed is,
streef altijd naar vrede en laat die niet los.

TWEEDE LEZING                                       Ef. 5, 15-20

Weest verstandig om te begrijpen wat de Heer wil.

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van
Efeze       

Broeders en zusters,

Let nauwkeurig op hoe ge u gedraagt:
als verstandige mensen, niet als dwazen.
Benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn slecht.
Daarom, weest verstandig
maar tracht te begrijpen wat de Heer wil.
Bedwelmt u niet met wijn, wat tot losbandigheid leidt
maar laat u bezielen door de Geest.
Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen,
ingegeven door de Geest.
Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte.
Zegt altijd voor alles dank aan God de Vader
in de naam van onze Heer Jezus Christus.

Vers voor het evangelie                                           Joh. 6, 56

Alleluia.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik in hem,
zegt de Heer.
Alleluia.

EVANGELIE                                                       Joh. 6, 51-58

Mijn vlees is echt voedsel.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Johannes

In die tijd zei Jezus tot de menigte:

“Ik ben het levende brood
dat uit de hemel is neergedaald.
“Als iemand van dit brood eet,
zal hij leven in eeuwigheid.
“Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees,
ten bate van het leven van de wereld”.

De joden geraakten daarover met elkaar in twist en zeiden:
“Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?”

Jezus sprak daarop tot hen:
“Voorwaar, Ik zeg u,
als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet
en zijn bloed niet drinkt,
hebt gij het leven niet in u.
“Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
“Want mijn vlees is echt voedsel
en mijn bloed echte drank.
“Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik in hem.
“Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben
en leef door de Vader,
zo zal ook hij die Mij eet,
leven door Mij.
“Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
“Het is niet zoals bij de vaderen
die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn:
wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de zondagen.

 

Woensdag – Tenhemelopneming van Maria

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven.

OPENINGSWOORD

Vandaag viert de Kerk dat Jezus’ moeder ten hemel is opgenomen,
dat wil zeggen:
dat zij deelt in de heerlijkheid van haar Zoon Jezus,
dankzij haar vertrouwen in Hem.
Tegelijk vieren wij met dit feest ook onze eigen hoop.
Want Maria is als beeld van de Kerk
ook het beeld van wat wij als leden van Gods volk mogen verwachten
als wij durven leven in vertrouwen op jezus’ liefde.

EERSTE LEZING                Apok. 11, 19a; 12, 1-6a.10ab

Een Vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten.

Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes

De tempel van God in de hemel ging open,
en de ark van zijn verbond
werd zichtbaar in zijn tempel.
En er verscheen een groot teken aan de hemel:
een Vrouw,
bekleed met de zon, de maan onder haar voeten
en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.
Zij was zwanger en kreet in haar weeën en barensnood.

Toen verscheen aan de hemel een ander teken:
een grote, vuurrode Draak.
Hij had zeven koppen en tien horens
en op elke kop een diadeem.

En zijn staart
vaagde een derde deel van de sterren des hemels weg
en wierp die op de aarde.
En de Draak stond vóór de Vrouw die zou baren,
om zodra zij gebaard had, haar kind te verslinden.
En zij baarde een kind,
een zoon,
die alle volken zal weiden met een ijzeren staf.
En haar kind
werd ijlings weggevoerd naar God en zijn troon.
En de Vrouw vluchtte naar de woestijn
waar zij een plaats heeft, door God bereid.

En ik hoorde een stem in de hemel roepen:
“Nu is gekomen het heil en de macht
en het koningschap van onze God
en de heerschappij van zijn Gezalfde.”

Antwoordpsalm               Ps. 45(44), 10-11, 12 en 16

Keervers
Aan uw zijde staat de koningin, met goud getooid.

Princessen komen u daar tegemoet,
en naast u staat de koningin, getooid met goud uit Ofir.
Nu luister, dochter, wees aandachtig,
vergeet uw volk, vergeet uw vaderhuis.

Uw schoonheid wekt de liefde van de koning,
brengt hem uw hulde, want hij is uw heer.
Men haalt hen in met blijdschap en gejuich,
zij treden binnen in de koninklijke woning.

TWEEDE LEZING                     1 Kor. 15, 20-26

Als eerste en voornaamste Christus, vervolgens zij die Christus toebehoren.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte

broeders en zusters,

Christus is opgewekt uit de doden
als eersteling van hen die ontslapen zijn.
Want omdat door een mens de dood is gekomen,
komt door een mens ook de opstanding der doden.
Zoals allen sterven in Adam,
zo zullen ook allen in Christus herleven.
Maar ieder in zijn eigen rangorde:
als eerste en voornaamste Christus,
vervolgens, bij zijn komst, zij die Christus toebehoren;
daarna komt het einde,
wanneer Christus het koningschap
aan God de Vader zal overdragen,
na alle heerschappijen
en alle machten en krachten te hebben onttroond.
Want het is vastgesteld dat Hij het koningschap zal uitoefenen,
tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd.
En de laatste vijand die vernietigd wordt, is de dood.

Vers voor het evangelie

Alleluia.
Maria is ten hemel opgenomen:
het koor van de engelen jubelt.
Alleluia.

EVANGELIE                    Lc. 1, 39-56

Hij deed aan mij zijn wonderwerken en slaat trotsen van hart uiteen.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas

In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland,
naar een stad in Juda.
Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet.

Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot.
Elisabet werd vervuld met de heilige Geest
en riep met luide stem:
“Gij zijt gezegend onder de vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw schoot.
“Waaraan heb ik het te danken
dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?
“Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte,
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
“Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen
wat haar vanwege de Heer gezegd is.”

En Maria sprak:
“Mijn hart prijst hoog de Heer.
“Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder,
daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid van zijn dienstmaagd.
“En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig
omdat Hij die machtig is, aan mij zijn wonderwerken deed,
en heilig is zijn Naam.
“Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht,
voor hen die Hem vrezen.
“Hij toont de kracht van zijn arm;
slaat trotsen van hart uiteen.
“Heersers ontneemt Hij hun troon,
maar Hij verheft de geringen.

“Die hongeren overlaadt Hij met gaven,
en rijken zendt Hij heen met lege handen.
“Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken,
indachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig
jegens Abraham en zijn geslacht,
gelijk Hij had gezegd tot onze vaderen.”

Nadat Maria ongeveer drie maanden bij Elisabet gebleven was
keerde zij naar huis terug.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de zondagen.

Maandag HH. Pontianus, paus, en Hippolytus, pr., mrt

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
De kinderen zijn vrij. Jezus is vrij. Hij is geen vreemde. Hij is wie Hij is. Petrus noemde Hem: ‘De christus, De Zoon van de levende God’. Christus is vrij. Hij behoort aan de tempel. Zijn verrezen lichaam zal de nieuwe tempel zijn. Hij is voortaan de plaats van Gods aanwezigheid. In Hem kunnen wij God aanbidden in geest en waarheid. Maar, Hij is mens geworden. Hij heeft zijn goddelijke privileges losgelaten. daaruit trekt Hij alle consequenties.

EERSTE LEZING                                                Ez. 1, 2-5.24-28
Verschijning van de heerlijkheid van de Heer.

Uit de Profeet Ezechiël

Op de vijfde dag van de maand,
in het vijfde jaar van de ballingschap van koning Jojakin,
werd het woord van de  Heer gericht
tot de priester Ezechiël, de zoon van Bazi ;
deze bevond zich in het land van de Chaldeeën,
bij de rivier, de Kebar :
daar raakte de hand van de Heer hem aan.

Ik keek op en ik zag een stormwind,
die uit het noorden kwam aanzetten,
een zware wolk met flitsend vuur, door stralengloed omgeven.
En binnenin, midden in het vuur,
was iets dat er uitzag als fonkelend metaal.
En in het midden daarvan was iets
dat op vier levende wezens leek.
En hun aanblik was zo,
dat zij de gestalte van een mens hadden.
Ik hoorde het gedruis van hun vleugels ;
het klonk als het gedruis van geweldige wateren,
als de stem van de Almachtige.
Wanneer zij zich voortbewogen, was er een dreunend geluid,
net het rumoer van een leger.
Wanneer zij stilstonden, lieten zij hun vleugels zakken.
Dat gebeurde, als er een stem weerklonk
boven het gewelf, dat zich boven hun hoofden bevond :
dan stonden zij stil en lieten zij hun vleugels zakken.
En boven het gewelf, dat zich boven hun hoofden bevond,
was iets dat er uitzag als saffier;
het had de vorm van een troon.
En op datgene wat de vorm van een troon had,
daarop gezeten, was een gestalte, die er uitzag als een mens.
Ik zag iets dat fonkelde als metaal ;
van datgene wat zijn heupen leken naar boven toe,
zag het er uit als een vuur, door een hulsel omgeven ;
en naar beneden toe van datgene wat zijn heupen leken,
zag ik iets dat op een vuur leek,
door een stralengloed omgeven.
Het zag er uit als de boog
die op regendagen in de wolken komt staan :
zo zag die stralengloed daar omheen er uit.
Dat was de aanblik van de verschijning
van de heerlijkheid van de Heer.
Ik zag haar en wierp mij neer,
met mijn aangezicht op de grond.

TUSSENZANG                                     Ps. 148, 1-2, 11-12ab, 12c -14b, 14cd

Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.

Looft de Heer vanuit heel de hemel,
looft Hem, al wat hierboven is.
Looft Hem, al zijn engelenscharen,
looft Hem, heel zijn legermacht.

Vorsten der aarde met al uw volken,
heren en rechters in heel het land;
jonge mannen en jonge meisjes,
grijsaards en kinderen, allen bijeen ;

Laat hen nu prijzen de Naam van de Heer,
want deze Naam is alleen verheven.
Roemrijk is Hij boven aarde en hemel,
roemvol maakte Hij ook ons volk.

Hij is de glorie van al zijn getrouwen,
van Israëls volk, zijn eigen bezit.

ALLELUIA                                                           Ps. 119(118), 135

Alleluia.
Laat voor uw dienaar uw Aangezicht stralen, Heer,
laat mij uw beschikkingen zien.
Alleluia.

EVANGELIE                                                Mt. 17, 22-27
Zij zullen de Mensenzoon doden,
maar op de derde dag zal Hij verrijzen.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

Terwijl zij nog in Galilea bijeen waren
sprak Jezus tot zijn leerlingen :
“De Mensenzoon
zal worden overgeleverd in de handen der mensen,
en ze zullen Hem doden,
maar op de derde dag zal Hij verrijzen.”
Zij werden zeer bedroefd.
Toen zij in Kafarnaüm waren aangekomen
kwamen de inners van de tempelbelasting
op Petrus af en zeiden:
“Betaalt uw Meester de didrachmen niet ?”
Hij antwoordde :
“Welzeker !”
Maar toen Petrus het huis binnenging
voorkwam Jezus hem met de  woorden:
“Wat dunkt u, Simon ?
“Van wie heffen de aardse vorsten tol of belasting,
van hun kinderen of van vreemden ?”
En toen hij antwoordde : Van vreemden, zei Jezus tot hem :
“Dus de kinderen zijn vrij.
“Maar toch, om hun geen aanstoot te geven :
ga naar het meer,
werp uw haak uit en grijp de eerste vis die boven komt ;
maak zijn bek open en gij zult een stater vinden ;
betaal daarmee voor Mij en voor u.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

 

 

 

Zaterdag – H. Clara, mgd.

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

OVERWEGING

Jezus spreekt de woorden over het geloof dat bergen verzet naar aanleiding van de genezing van een jongen die aan vallende ziekte lijdt. Zowel de vader van de jongen als Jezus’ leerlingen voelen zich machteloos tegenover deze situatie. Jezus verwijt de leerlingen een gebrek aan geloof. Dat is een zwaar verwijt dat de leerlingen misschien kwetst. Maar, de scherpte van Jezus’ woorden wil enkel duidelijk maken wat de kracht van het geloof kan betekenen. In deze zin is zijn boodschap hoopgevend en versterkend. Er is niet veel nodig om grote dingen te kunnen doen. Alleen wat geloof!

EERSTE LEZING          Hab. 1, 12-2,4
 De rechtvaardige blijft leven door zijn trouw.

Uit de Profeet Habakuk

Zijt Gij niet vanouds, Heer,
zijt Gij niet mijn God, mijn heilige,
de overwinnaar van de dood?
Om het oordeel te voltrekken, Heer,
hebt Gij dit volk aangewezen.
Om te kastijden
hebt Gij, mijn Rots, het aangesteld.
Gij wiens ogen te zuiver zijn
om het kwaad aan te zien,
Gij die het onrecht
niet onbewogen kunt gadeslaan,
hoe kunt Gij de verraders aanzien,
en zwijgen, als de schurk een man verslindt,
rechtvaardiger dan hijzelf?
Gij behandelt de mensen
als de vissen in de zee,
als het wemelend gedierte dat geen meester heeft.
De Chaldeeër slaat ze allen aan de haak,
hij sleept ze mee in zijn net,
hij brengt ze bijeen in zijn fuik.
Daarom verheugt hij zich en jubelt hij het uit.
Daarom brengt hij offers aan zijn net
en brandt hij wierook voor zijn fuik :
daaraan dankt hij zijn vette buit,
zijn overvloedig maal.
Mag hij dan zijn net maar blijven ledigen?
Mag hij ermee doorgaan
de volken meedogenloos uit te moorden?
Ik zal mijn wachtpost betrekken,
ik ga op de wallen staan ;
ik wil uitkijken om te zien
wat de Heer mij zeggen zal,
het antwoord , dat ik te horen krijg
op mijn bezwaren.
De Heer gaf mij ten antwoord :
“Schrijf het visioen op,
al wacht het de vastgestelde tijd nog af,
hijgt niettemin naar zijn vervulling :
het vertelt geen leugen.
“Al blijft het ook uit, geef het wachten niet op,
want komen doet het beslist
en het komt niet te laat.
“Een windbuil is hij
die in zijn hart niet deugt ;
de rechtvaardige echter blijft leven door zijn trouw.”

TUSSENZANG                    Ps. 9, 8-9, 10-11, 12-13

Die U zoeken, Heer, stelt Gij niet teleur.

God blijft eeuwig op zijn troon gezeten,
onwrikbaar staat zijn rechterstoel.
Recht spreken zal Hij over heel de wereld,
en onpartijdig zal zijn oordeel zijn.

Zo zal de Heer een wijkplaats zijn voor de verdrukte,
een veilig toevluchtsoord in tijd van nood.
Op U vertrouwen allen die Uw naam erkennen,
want die U zoeken stelt Gij niet teleur.

Zingt voor de Heer, die op de Sion woont,
verkondigt aan de volkeren zijn daden.
Hij neemt de bloedwraak op zich voor de armen,
hun noodkreten vergeet Hij niet.

ALLELUIA                          Ps. 119(118), 105

Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heert,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.

EVANGELIE                 Mt. 17, 14-20

Wanneer gij geloof bezit zal u niets onmogelijk zijn.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd,
toen Jezus en de leerlingen bij het volk gekomen waren,
kwam een man naar Hem toe,
wierp zich op de knieën voor Hem neer en sprak :
“Heer, ontferm U over mijn zoon,
want hij lijdt aan vallende ziekte en is er slecht aan toe.
“Dikwijls valt hij in het vuur en in het water.
“Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht
maar die waren niet bij machte hem te genezen.”
Jezus gaf ten antwoord :
“O, ongelovig en verworden geslacht,
hoelang nog moet Ik bij u zijn,
hoelang nog u verdragen ?
“Breng hem hier bij Mij.”
En onder de dwang van Jezus’ woord
ging de boze geest uit hem weg ;
op datzelfde ogenblik was de jongen genezen.
Toen de leerlingen met Jezus alleen waren
vroegen zij Hem :
“Waarom hebben wij hem niet uit kunnen drijven ?”
Jezus zei hun :
“Om uw gebrek aan geloof.
“Voorwaar, Ik zeg u :
wanneer gij een geloof bezit,
ook al is dit klein als een mosterdzaadje,
dan kunt ge tot deze berg zeggen :
Verplaats u van hier naar daar
en hij zal zich verplaatsen.
“Niets zal u onmogelijk zijn.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Donderdag – H. Teresia Benedicta van het Kruis, mgd. en mrt.,

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven.

Overweging

In 1942 stierf Edith Stein in de gaskamers van Birkenau-Auschwitz. Zij was van Joodse afkomst en bekeerde zich tot het christendom. Zij trad binnen in de karmel en nam de naam Teresia Benedicta aan. Zij was er sterk van overtuigd dat in het licht van de verrijzenis het kruis bevrijdend wordt voor alle mensen. Iedereen is geroepen om God te dienen, door het voorbeeld van zijn Zoon te volgen en desgevallend zijn kruis te dragen.

God vrijwillig en in liefde toebehoren en dienen is niet enkel de roeping van enige uitverkorenen, maar van iedere christen: gewijd of niet gewijd, man of vrouw, eenieder is geroepen om Christus na te volgen. Hoe verder men op deze weg vooruit komt, des te gelijkvormiger zal men aan Christus worden’.
(Edith Stein)

EERSTE LEZING            Hos.  2, 16b.17b. 21-22

Ik neem u als mijn bruid, voor altijd.

Uit de profeet Hoséa

Dit zegt de HEER:
“Ik zorg dat uw moeder Israël
naar de woestijn gaat en ik spreek tot haar hart.
Daar wordt zij weer gewillig,
zoals in de dagen van haar jeugd
toen zij optrok uit Egypte.
Ik neem u als mijn bruid, voor altijd,
als mijn bruid, in recht en gerechtigheid,
in goedheid en erbarming,
als mijn bruid, in onverbrekelijke trouw:
dan zult gij de HEER leren kennen.”

TUSSENZANG          Ps. 45(44), 11-12, 14-15, 16-17

Zie, de bruidegom is daar,
ga Christus, de Heer, tegemoet (cf. Mt. 25, 6)

Luistert, dochter, wees aandachtig,
vergeet uw volk, vergeet uw vaderhuis.
Uw schoonheid wekt de liefde van de koning,
breng hem uw hulde, want hij is uw heer.

Daar treedt de koningsdochter binnen
in haar schoonheid,
haar klederen van goud-doorweven stof.
In kleurenpracht gehuld leidt men haar tot de koning,
met haar gevolg van maagden komt zij naderbij.

Men haalt hen in met blijdschap en gejuich,
zij treden binnen in de koninklijke woning.
Uw zonen nemen eens de plaats in van uw vader,
zij zullen vorsten zijn in heel het land.

EVANGELIE                  Mt. 25, 1-13

Daar is de Bruidegom, trekt Hem tegemoet !

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
.

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
“Het is met het Rijk der hemelen
als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken,
de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.
Want de dommen namen wel hun lampen mee,
maar geen olie;
de verstandigen echter namen met hun lampen
tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten,
dommelden zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er geroep:
“Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!”
Meteen waren al de meisjes wakker
en maakten hun lampen in orde.
De dommen zeiden tegen de verstandigen:
“Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit.”
Maar de verstandigen antwoordden:
“Neen, er mocht eens niet genoeg zijn
voor ons en jullie samen.
Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf.” Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen
kwam de bruidegom,
en die klaar stonden,
traden met hem binnen om bruiloft te vieren;
en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden:
“Heer, heer, doe open!”
Maar hij antwoordde:
“Voorwaar, Ik zeg u: ik ken u niet.”
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Dinsdag – H. Juliana van Cornillon, mgd – HH. Sixtus II, paus, en gezellen, mrt. – H. Cajetanus, pr.

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Jeremia beschrijft het herstel van Israël: een nieuwe vorst zal opstaan en zal middelaar worden tussen God en zijn mensen. Steeds opnieuw zendt God mensen die spreken en handelen in zijn naam. Die in weerwil van beproeving en zonde blijven waarschuwen voor doodlopende wegen, maar ook genezend en troostend aanwezig zijn wanneer die wegen toch worden ingeslagen. Hij heeft zijn eigen Zoon gezonden, die mens werd om de Schrift in vervulling te brengen: Hij zal alle volken en stammen leiden naar God, om hulde te brengen aan God de Heer.(Ps. 102). Waartoe weet ik me door Hem gezonden ?

EERSTE  LEZING                                                  Jer. 30, 1-2. 12-15. 18-22
Om uw talrijke zonden heb Ik u dit alles aangedaan.
Ik herstel de tenten van Jakob.

Uit de Profeet Jeremia

Het woord van de Heer kwam tot Jeremia :
“Dit zegt de Heer, Israëls God :
Stel alles wat Ik u gezegd heb op schrift.
“Uw kwaal is ongeneeslijk, uw wonden zijn niet te helen.
“Niemand verzorgt uw zweren,
uw wonden sluiten zich niet.
“Al uw minnaars zijn u vergeten,
ze lopen u niet meer achterna,
omdat Ik als een vijand op u heb ingeslagen
en u meedogenloos heb gestraft
om uw vele misdaden en uw talrijke zonden.
“Wat jammert ge dan om uw wonden
en uw onverdraaglijke pijnen ?
“Om uw vele misdaden en uw talrijke zonden
“heb Ik u dit alles aangedaan.
“Ik herstel de tenten van Jakob,
Ik ontferm Mij over zijn huizen.
“De stad wordt herbouwd op zijn puinhoop,
de burcht komt weer op zijn vroegere plaats.
“Een loflied weerklinkt, men hoort hen weer lachen.
“Ik maak hen talrijk; nooit nemen ze in aantal af.
“Ik breng hen tot aanzien, nooit worden ze meer veracht.
“Hun zonen zijn voor Mij weer als vroeger,
hun gemeenschap blijft altijd bestaan.
“Hun onderdrukkers straf Ik.
“Hun vorst is een van hen,
hun heerser komt voort uit hun midden.
“Ik laat hem bij Mij komen, hij mag tot Mij naderen.
“Wie anders zou met gevaar voor zijn leven
tot Mij durven naderen
– zo luidt de godsspraak van de Heer -?
“Gij zult mijn volk en Ik zal uw God zijn.”

TUSSENZANG                                    Ps. 102(101), 16-18, 19-21, 29, 22-23

De Heer herbouwt de muren van Sion.

De heidenen zullen uw Naam weer duchten,
de vorsten der aarde uw heerlijkheid, Heer ;
wanneer Gij de muren van Sion herbouwt,
wanneer Gij daar weerkeert in volle luister ;
wanneer Gij de stem der geplunderden hoort,
hun smeekbeden niet naast U neerlegt.

Stel dit dan op schrift voor het komend geslacht
en laat onze zonen de Heer ervoor danken.
De Heer ziet omlaag van zijn heilige hoogte,
Hij ziet uit de hemel op aarde neer.
Hij zal het geschrei der gevangenen horen,
verlossen die aan de dood zijn gewijd.

Het kroost van uw dienaren krijgt weer een woonplaats,
hun nageslacht blijft voor uw aanschijn bestaan.
Dan wordt op de Sion zijn Naam weer verkondigd,
zijn lof in de heilige stad ;
als volken en stammen daarheen zullen komen
om hulde te brengen aan God de Heer.

EVANGELIE                                                    Mt. 15, 1-2.10-14
Iedere aanplanting die niet door mijn hemelse Vader geplant is
zal worden uitgerukt.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

Op zekere dag
kwamen Farizeeën en schriftgeleerden uit Jeruzalem naar Jezus
met de vraag :
“Waarom overtreden uw leerlingen
wat ons van oudsher is overgeleverd?
“Want ze wassen hun handen niet voor het eten.”
Daarop riep Jezus de mensen bij zich en sprak tot hen :
“Luistert en wilt verstaan :
“Niet wat de mond binnengaat bezoedelt de mens ;
de mens wordt bezoedeld door wat de mond uitgaat.”
Toen kwamen de leerlingen naar Hem toe en zeiden :
“Weet Gij dat de Farizeeën
bij het horen van uw woorden er aanstoot aan namen?”
Maar Hij antwoordde :
“Iedere aanplanting
die niet door mijn hemelse Vader geplant is
zal worden uitgerukt.
“Laat ze maar begaan :
zij zijn blinden die blinden leiden.
“Maar als de ene blinde de andere leidt
vallen beiden in een kuil.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Zaterdag H. Johannes Maria Vianney, pr.

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Zowel Jeremia als Johannes de Doper dienden uit de weg geruimd te worden. Jezus zou het niet anders vergaan. De navolging van Hem, het spreken over Hem, leidt bijna altijd tot tegenwerking, gewelddadigheid en vervolging onder vele vormen. Als christenen zoeken wij dat alles niet, het gebeurt gewoon. Waarin vinden wij kracht om het te kunnen blijven dragen ? is onze grootste kracht niet onze diepe verbondenheid met Jezus en met allen die zijn weg zijn gegaan? Die verbondenheid vinden wij in zijn aanwezigheid, in het gebed.

EERSTE LEZING                                      Jer. 26,11-16. 24

Het is de opdracht van de Heer dat ik dit alles verkondig.

Uit de Profeet Jeremia

In die dagen zeiden de priesters en de profeten
tot de edelen en tot alle aanwezigen :
“Deze man, Jeremia, is de dood schuldig.
“Hij heeft tegen deze stad geprofeteerd ;
Gij hebt het zelf gehoord.”
Maar Jeremia zei tot de edelen en tot alle aanwezigen :
“Alle bedreigingen tegen deze tempel en tegen deze stad
die gij hebt gehoord,
heb ik uitgesproken in opdracht van de Heer.
“Betert dus uw leven, luistert naar de Heer uw God.
“Misschien krijgt Hij dan spijt over het onheil
waarmee Hij u heeft bedreigd.
“Met mij kunt gij natuurlijk doen wat ge wilt :
ik ben in uw macht.
“Maar als ge mij doodt, moet gij wel weten
dat ge onschuldig bloed brengt over uzelf,
over deze stad en over haar inwoners,
want het is in opdracht van de Heer
dat ik dit alles verkondig.”
Daarop zeiden de edelen en alle aanwezigen
tot de priesters en de profeten :
“Deze man is de dood niet schuldig.
“Hij heeft tot ons gesproken namens de Heer.”
Het was vooral aan Achikam, zoon van Safan, te danken
dat Jeremia niet in handen viel van het gepeupel
dat hem wilde doden.

TUSSENZANG                    Ps. 69(68), 15-16, 30-31, 33-34

Mijn gebed, Heer, richt ik tot U,
nu is het de tijd van genade.

Red mij uit de modder waarin ik verzink,
bevrijd mij van hen die mij haten.
Geef dat ik niet in de diepte verdrink,
niet meegevoerd word door de stroom.
Zorg dat de afgrond mij niet verslindt,
de mond van de put niet boven mij dichtslaat.

Ik ga gebogen onder mijn smart ;
God, laat uw hulp mij beschermen.
Gods naam zal ik loven in mijn gezang,
hem dankbaar overal prijzen.

Ziet toe, geringen, en west verheugd,
schept moed, gij allen die God zoekt.
God luistert naar wat een arme Hem vraagt,
vergeet zijn gevangenen niet.

ALLELUIA                                                          Ps. 130(129), 5

Alleluia.
Op de Heer stel ik mijn hoop,
op zijn woord vertrouw ik.
Alleluia.

EVANGELIE                                                      Mt. 14, 1-12

Herodes gaf opdracht Johannes te onthoofden.
Zijn leerlingen gingen het aan Jezus melden.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd begon Jezus’ vermaardheid
tot de viervorst Herodes door te dringen,
en hij zei daarom tot zijn hovelingen :
“Dat moet Johannes de Doper zijn ; hij is uit de doden opgestaan ;
vandaar dat die wonderkrachten in hem werken.”
Want omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus,
had Herodes Johannes laten grijpen
en geboeid in de gevangenis geworpen,
omdat Johannes tot hem gezegd had :
Het is u niet geoorloofd haar als vrouw te hebben.
Daarom had Herodes hem eigenlijk ter dood willen brengen,
maar hij was hiervoor teruggeschrokken
omdat het volk Johannes voor een profeet hield.
Toen de dochter van Herodias echter
op de verjaardag van Herodes voor het gezelschap danste,
beviel zij hem zozeer dat hij een eed zwoer
haar alles te zullen geven wat zij zou vragen.
Haar moeder had haar het antwoord ingescherpt
en daarom zei ze :
“Geef mij, hier nog, op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper.”
Ofschoon dit de koning aan zijn hart ging wilde hij toch,
ook wegens zijn tafelgenoten, zijn eed gestand doen
en hij gelastte het te geven.
Hij gaf daarom opdracht
Johannes in de gevangenis te onthoofden.
Zijn hoofd werd op een schotel binnengebracht
en aan het meisje gegeven dat het aan haar moeder bracht.
Zijn leerlingen kwamen het lijk halen en begroeven het ;
daarna gingen zij het aan Jezus melden.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, ©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.