http://kerkengeloof.wordpress.com

Paulus gearresteerd. Hand. 21:(27-40)

Toen de zeven dagen van de reiniging bijna verstreken waren, zagen Joden uit Asia Paulus in de tempel. Ze grepen hem vast en brachten grote opschudding teweeg onder de tempelbezoekers. Ze schreeuwden: ‘Israëlieten, kom ons helpen!  Dit is de man die zich telkens weer tegen het Joodse volk keert en tegen de wet en de tempel. Bovendien heeft hij ook Grieken de tempel binnen gebracht, en daarmee heeft hij deze heilige plaats ontwijd. Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimus in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus hem meegenomen had naar de tempel. De hele stad raakte in rep en roer en er ontstond een volksoploop. Paulus werd hardhandig de tempel uit gesleurd, en meteen werden de tempelpoorten gesloten.

Paulus wordt uit de tempel van Jeruzalem gesleurd (Hand. 21:27-36)SCANNEN0002

Terwijl de menigte probeerde hem te vermoorden, ontving de tribuun van de in Jeruzalem gelegerde cohort bericht dat er grote opschudding was ontstaan in de stad. Meteen verzamelde hij een groep soldaten en centurio’s en haastte zich de trappen af naar de tempel. Toen de Joden de tribuun met zijn soldaten zagen naderen, hielden ze op Paulus te slaan. Zodra de tribuun bij hen was gekomen, arresteerde hij Paulus en gaf opdracht hem met twee kettingen te boeien. Aan de omstanders vroeg hij wie Paulus was en wat hij had gedaan. De mensen riepen echter van alles door elkaar. Omdat de tribuun door al het tumult de ware toedracht niet kon achterhalen, gaf hij bevel Paulus mee te nemen naar de kazerne. Bij de trappen begon de menigte echter zo te dringen dat de soldaten hem moesten dragen, want de mensen liepen achter hen aan en schreeuwden: ‘Weg met hem!’

Verdedigingsrede van Paulus

Vlak voordat Paulus de kazerne binnengebracht zou worden, zei hij tegen de tribuun: ‘Mag ik U iets vragen?’ De tribuun antwoordde: ‘Spreekt u Grieks? Bent u dan niet die Egyptenaar die onlangs in opstand kwam en met vierduizend oproerkraaiers de woestijn in getrokken is?’ Paulus zei: ‘Ik ben een Jood uit Tarsus in Cilicië, burger van een niet onbelangrijke stad. Ik zou graag willen dat u me toestemming geeft om het volk toe te spreken’. Zodra de tribuun dit had toegestaan, maande Paulus, die boven aan de trappen stond, de mensen met een handgebaar tot stilte. Daarna sprak hij hen in het Hebreeuws als volgt toe:

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: