Italiaans priester en pedagoog
Geboren 16/8/1815 en gestorven 31/1/1888 Heilig verklaard op 1/4/1934
Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking
OVERWEGING
Een ontelbare menigte van geloofsgetuigen zijn ons vooraf gegaan. Zij zijn ons nabij wanneer wij ons willen bevrijden van alles wat ons gevangen houdt. Vandaag moedigen zij ons aan om afstand te nemen van kwaad en gebrokenheid, van zonde en verslavingen. Zij leren ons de ogen te richten op de Heer Jezus: Van allemaal is Hij de grootste geloofsgetuige.
Maar de ogen richten naar Jezus, is vaak de ogen richten naar het kruis.: Het symbool bij uitstek van geloof, van liefde en overgave. Wanneer we naar dat kruis kijken, zullen onze beproevingen in het juiste perspectief gezet worden.
EERSTE LEZING Hebr. 12,1_4
Laten wij vastberaden de wedstrijd lopen
waarvoor wij hebben ingeschreven.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,,
Laten wij ons aansluiten bij de menigte getuige van het geloof,
en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden,
om vastberaden de wedstrijd te lopen
waarvoor we hebben ingeschreven.
Ziet naar Jezus,
de aanvoerder en voltooier van ons geloof.
In plaats van de vreugde die Hem toekwam
heeft Hij een kruis op zich genomen
en de schande niet geteld :
Nu zit Hij aan de rechterzijde van Gods troon.
Denkt aan Hem
die zoveel tegenwerking van de zondaars te verduren had ;
dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet op te geven.
Uw strijd tegen de zonde heeft u nog geen bloed gekost.
TUSSENZANG Ps 22(21), 26b- 27, 28,30,31-32
Allen die God zoeken, prijzen Hem.
Voor heel de gemeente zal ik U prijzen, Heer,
U danken voor het oog van de Godvrezenden.
De armen zullen eten en verzadigd worden,
en allen die God zoeken, prijzen Hem,
hun moed zal weer herleven.
Dan zullen alle landen van de aarde
de Heer gedenken en zich tot Hem keren ;
en nedervallen zullen voor zijn Aangezicht
de stammen en de volken overal.
Die rusten in de aarde zullen Hem aanbidden,
en voor Hem zal buigen wie afdaalt in het stof.
Mijn ziel zal voor zijn Aanschijn blijven leven,
mijn nageslacht zal steeds zijn dienaar zijn.
Het zal verhalen van de Heer aan het geslacht dat komt,
van zijn gerechtigheid aan die geboren worden:
Dit heeft de Heer gedaan.
ALLELUIA Joh 6, 64b, 69b
Alleluia.
Uw woorden, Heer, zijn geest en leven;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven
Alleluia.
EVANGELIE Mc. 5, 21-43
Meisje, Ik zeg u, sta op.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Marcus
In die tijd, toen Jezus weer met de boot overgestoken was,
stroomde veel volk bij hem samen.
Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond,
kwam er een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge.
Toen hij Jezus zag, viel hij Hem te voet
en smeekte Hem met aandrang:
“Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven,
kom toch haar de handen opleggen
opdat ze mag genezen en leven.”
Jezus ging met hem mee.
Een dichte menigte vergezelde Hem en drong van alle kanten op.
Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed.
Zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters
en haar gehele vermogen uitgegeven,
maar zonder er baat bij te vinden;
integendeel, het was nog erger met haar geworden.
Omdat zij over Jezus gehoord had,
drong zij zich in de menigte naar voren
en raakte zijn mantel aan.
Want ze zei bij zichzelf:
“Als ik slechts zijn kleren kan aanraken,
zal ik genezen zijn.”
Terstond hield de bloeding op
en werd ze aan haar lichaam gewaar
dat ze van haar kwaal genezen was.
Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust
dat er een kracht van Hem was uitgegaan;
Hij keerde zich te midden van de menigte om en vroeg:
“Wie heeft mijn kleren aangeraakt?”
Zijn leerlingen zeiden Hem:
“Gij ziet dat de menigte van alle kanten opdringt en Gij vraagt:
Wie heeft Mij aangeraakt?”
Maar Hij liet zijn blik rondgaan om te zien wie dat gedaan had.
Wetend wat er met haar gebeurd was,
kwam de vrouw zich angstig en bevend voor Hem neerwerpen
en bekende Hem de hele waarheid.
Toen sprak Jezus tot haar:
“Dochter, uw geloof heeft u genezen.
“Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost.”
Hij was nog niet uitgesproken of men kwam
uit het huis van de overste van de synagoge met de boodschap:
“Uw dochter is gestorven.
“Waartoe zoudt ge de Meester nog langer lastig vallen?”
Jezus ving op wat er bericht werd
en zei tot de overste van de synagoge:
“Wees niet bang maar blijft geloven.”
Hij liet niemand met zich meegaan
behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus.
Toen zij aan het huis van de overste kwamen,
zag Hij het rouwmisbaar
van mensen die luid weenden en weeklaagden.
Hij ging naar binnen en zei tot hen:
“Waarom dit misbaar en geween?
“Het kind is niet gestorven maar slaapt.”
Doch zij lachten Hem uit.
Maar Jezus stuurde ze allemaal naar buiten en ging
met zijn metgezellen en de vader en moeder van het kind
het vertrek binnen waar het kind lag.
Hij pakte de hand van het kind en zei tot haar:
“Talita koemi”;
wat vertaald betekent:
Meisje, sta op.
Onmiddellijk stond het meisje op en liep rond
want het was twaalf jaar.
En ze stonden stom van verbazing.
Hij legde hun nadrukkelijk op
dat niemand het te weten mocht komen, en voegde er aan toe
dat men haar te eten moest geven.
____________________________________________________________________________________
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
67.Wij zijn geen God. De aarde was er al, voordat wij er waren en is ons gegeven. Dat staat het toe een antwoord te geven op een beschuldiging die wordt ingebracht tegen het joods-christelijke denken: Er is gezegd dat men, uitgaande van het verhaal van Genesis, dat ertoe uitnodigt de aarde te onderwerpen, een wilde exploitatie van de natuur zou bevorderen door een beeld van het menselijk wezen als heerser en verwoester te presenteren. Dit is niet een juiste interpretatie van de Bijbel, zoals de Kerk die verstaat. Ook al is het waar dat de Christenen soms de Schriften op een onjuiste wijze hebben geïnterpreteerd, dan moeten wij vandaag met kracht afwijzen dat uit het feit dat wij geschapen zijn naar het beeld van God en uit de opdracht om de aarde te onderwerpen niet een absolute heerschappij over de andere schepselen mag worden afgeleid. Het is belangrijk de Bijbelteksten met een juiste hermeneutiek in hun context te lezen en eraan te herinneren dat zij ons uitnodigen de tuin van de wereld “te bebouwen en te bewaken”. Terwijl “bebouwen” betekent een terrein ploegen en bewerken, wil “bewaken” zeggen beschermen, verzorgen, behoeden, bewaren, toezicht houden. Dat houdt een relatie in van verantwoordelijke wederkerigheid tussen menselijk wezen en natuur. Iedere gemeenschap kan van de goedheid van de aarde nemen wat hij nodig heeft voor eigen overleven, maar zij heeft ook de plicht haar te beschermen en de continuïteit van haar vruchtbaarheid voor de toekomstige generaties te waarborgen. Ten slotte, “aan God behoort de aarde” (Ps. 24, 1) , aan Hem behoort “de aarde met al wat erop is” (Deut. 10, 14) . Daarom wijst God iedere pretentie van absoluut bezit af: “Verkoop van land mag terugkoop niet uitsluiten, want het land behoort aan Mij; gij zijt er vreemdelingen en gasten” (Lev. 25, 23) .
Wordt vervolgd
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________