Inleiding
De stad Korinte ligt aan de smalle landstrook, die Griekenland verbindt met de zuidelijke eilanden tussen de Egeïsche en Adriatische zeeën. Korinte was de hoofdstad van Achaje (Griekenland) en was een bloeiende en kosmopolitische havenstad. In de stad was een concentratie van handelslieden uit vele landen. In de dagen van Paulus had de stad echter geen goede naam in moreel opzicht.
Paulus is in 49 n.Chr. vanuit Athene naar Korinte gegaan. Paulus wilde door zijn brief en het bezoek van Timoteüs laten blijken hoe zeer hij bij het geestelijk welzijn van de Korintiërs betrokken was. Vermoedelijk heeft hij deze eerste brief geschreven in het voorjaar van 54 n. Chr. te Efeze, ongeveer drie jaar nadat hij Korinte had verlaten. Paulus woonde in Efeze van 52 tot 54 n.Chr.
1 Van Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van God, en van onze broeder Sostenes. Aan de gemeente van God in Korinte, geheiligd door Christus Jezus, aan hen die zijn geroepen om zijn heiligen te zijn, en aan allen die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen, waar dan ook, bij hen en bij ons. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.
Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken. Door hem bent u in elk opzicht rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis bewijst dat het getuigenis over Christus bij u verankerd is, en hierdoor ontbreekt het u terwijl u op de komst van onze Heer Jezus Christus wacht, aan geen enkele gave van de Geest. Hij is het ook die u tot het einde toe de zekerheid geeft dat u geen blaam zal treffen op de dag van onze Heer Jezus Christus. God, door wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.
Verdeeldheid in de gemeente
Broeders en zusters, in de naam van onze Heer Jezus Christus roep ik u op om allen eensgezind te zijn, om scheuringen te vermijden, om in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn. Door Chloë’s huisgenoten is mij namelijk verteld, broeders en zusters, dat er verdeeldheid onder u heerst. Ik bedoel dat de een zegt: ‘Ik ben van Paulus,’ een ander: ‘Ik van Apollos,’ een derde: ‘Ik van Kefas,’ en een vierde: ‘Ik van Christus.’ Is Christus dan verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of is het in de naam van Paulus dat u bent gedoopt? Ik dank God dat ik niemand van u-behalve dan Crispus en Gajus- heb gedoopt; niemand van u kan dus zeggen dat hij in mijn naam is gedoopt. Ja, ik heb ook nog Stefanas en zijn huisgenoten gedoopt, maar ik kan mij niet herinneren dat ik nog iemand anders heb gedoopt. Ik ben immers niet door Christus gezonden om te dopen, maar om te verkondigen-en niet door middel van diepzinnige welsprekendheid, want dan zou het kruis van Christus van zijn kracht worden beroofd.
De ware wijsheid
De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. Er staat namelijk geschreven: ‘Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen.’ Waar is de wijze, waar is de schriftgeleerde, waar de redenaar van deze wereld? Heeft God de wijsheid van de wereld niet in dwaasheid veranderd? Want zoals God in zijn wijsheid bepaalde, heeft de wereld hem niet door haar wijsheid gekend, en hij heeft besloten hen die geloven te redden door de dwaasheid van onze verkondiging. De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, want het dwaze van God is wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen. Denk eens aan uw roeping, broeders en zusters. Onder u waren er niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren. Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen. Door hem bent u één met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan | De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. |