Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Iedere dag beschikbaar.
Overweging
Het brandende braambos staat al eeuwen symbool voor de godservaring van de mens. De ervaring van Gods nabijheid heeft twee wezenlijke, schijnbaar tegengestelde kenmerken. Enerzijds ondervinden we een groter schroom, een huiver voor de ontzagwekkende God (hier vertaald in :”Kom niet dichterbij”; “Hij bedekte zijn gezicht”). Anderzijds ervaren we ook een wonderlijke aantrekkingskracht die ons aangrijpt, fascineert, en die ons daarvoor juist uitnodigt om dichterbij te komen. Het is goed dat we in ons eigen leven deze twee elementen proberen te ontdekken.
EERSTE LEZING Ex. 3, 1-6. 9-12
De engel des Heren verscheen in een vuur
dat opvlamde uit een doornstruik.
In die dagen
hoedde Mozes de kudde van zijn schoonvader Jitro,
de priester van Midjan.
Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn
en kwam hij bij de berg van God, de Horeb.
Toen verscheen hem de engel van de HEER
in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik.
Mozes keek toe en zag dat de doornstruik
in lichterlaaie stond en toch niet verbrandde.
Hij dacht:
“Ik ga erop af om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken.
Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?”
De HEER zag hem naderbij komen om te kijken.
En vanuit de doornstruik riep God hem toe:
“Mozes, Mozes.”
“Hier ben ik”, antwoordde hij.
Toen sprak de HEER:
“Kom niet dichterbij, doe uw sandalen uit,
want de plaats waar gij staat is heilige grond.”
En Hij vervolgde:
“Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham,
de God van Isaäk en de God van Jakob.”
Toen bedekte Mozes zijn gezicht
want hij durfde niet naar God op te zien.
Ook sprak God tot Mozes:
“Het geweeklaag van de Israëlieten is nu tot Mij doorgedrongen
en Ik heb ook gezien
hoezeer de Egyptenaren hen onderdrukken.
Ga er dus heen, Ik zend u naar Farao.
Gij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.”
Maar Mozes sprak tot God:
“Wie ben ik dat ik naar Farao zou gaan
en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?”
God antwoordde hem:
“Ik zal u bijstaan en dit is het teken
dat Ik het ben die u zendt:
als gij het volk uit Egypte hebt geleid,
zult gij Mij vereren op deze berg.”
TUSSENZANG Ps. 103(102), 1-2, 3-4, 6-7
De Heer is barmhartig en welgezind.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen !
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet !
Hij is het die u uw schulden vergeeft,
die u geneest van uw kwalen.
Hij is het die u van de ondergang redt,
die u omringt met zijn gunst en erbarmen.
De Heer is rechtvaardig in al wat Hij doet,
Hij laat de verdrukten recht wedervaren.
Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,
Hij toonde zijn werken aan Israëls zonen.
ALLELUIA Ps. 95(94), 8ab
Alleluia.
Luistert heden naar de stem van de Heer
en weest niet halsstarrig.
Alleluia
EVANGELIE Mt. 11, 25-27
Deze dingen hebt Gij, Vader,
verborgen gehouden voor wijzen en verstandigen,
maar geopenbaard aan kinderen.
Op zeker ogenblik nam Jezus het woord en sprak:
“Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen
verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand kent de Zoon tenzij de Vader,
en niemand kent de Vader tenzij de Zoon
en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.”
________________________________________________________
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
235. De Sacramenten zijn een bevoorrechte wijze waarop de natuur van God wordt aangenomen en veranderd in een bemiddeling van het bovennatuurlijke leven. Door de eredienst worden wij uitgenodigd de wereld op een ander niveau te omarmen. Water, olie, vuur en kleuren worden met heel hun symbolische kracht aanvaard en worden opgenomen in de lofprijzing. De zegenende hand is instrument van de liefde van God en weerspiegeling van de nabijheid van Christus, die is gekomen om ons te begeleiden op de levensweg. Het water dat bij het Doopsel over het lichaam van het kind wordt gegoten, is teken van nieuw leven. Wij ontvluchten de wereld niet, noch negeren wij de natuur, wanneer wij God willen ontmoeten. Dit kan men in het bijzonder gewaar worden in de spiritualiteit van het christelijke Oosten: “Overal wordt de schoonheid zichtbaar, een van de meest geliefde termen in het Oosten om de goddelijke harmonie en het model van de verheerlijkte mensheid te verwoorden: in de vorm van de Kerk, de klanken, de kleuren, de lichten, de geuren”. Voor de christelijke ervaring vinden alle schepselen van het materiële heelal hun ware zin in het vleesgeworden Woord, omdat Gods Zoon in zijn persoon een deel van het materiële heelal heeft opgenomen, waar Hij een kiem van definitieve verandering heeft gelegd: ”Het Christendom staat niet afwijzend tegenover de materie, de lichamelijkheid, het laat deze integendeel geheel tot haar recht komen in het liturgisch handelen waarin het menselijk lichaam toont ten diepste tempel te zijn van de Heilige Geest en waarin het zich verenigt met Jezus de Heer, die ook een lichaam heeft aangenomen voor het heil van de wereld”.
Wordt vervolgd
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________