EERSTE LEZING Ex. 3, 1-6. 9-12
De engel des Heren verscheen in een vuur
dat opvlamde uit een doornstruik.
In die dagen
hoedde Mozes de kudde van zijn schoonvader Jitro,
de priester van Midjan.
Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn
en kwam hij bij de berg van God, de Horeb.
Toen verscheen hem de engel van de HEER
in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik.
Mozes keek toe en zag dat de doornstruik
in lichterlaaie stond en toch niet verbrandde.
Hij dacht:
“Ik ga erop af om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken.
Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?”
De HEER zag hem naderbij komen om te kijken.
En vanuit de doornstruik riep God hem toe:
“Mozes, Mozes.”
“Hier ben ik”, antwoordde hij.
Toen sprak de HEER:
“Kom niet dichterbij, doe uw sandalen uit,
want de plaats waar gij staat is heilige grond.”
En Hij vervolgde:
“Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham,
de God van Isaäk en de God van Jakob.”
Toen bedekte Mozes zijn gezicht
want hij durfde niet naar God op te zien.
Ook sprak God tot Mozes:
“Het geweeklaag van de Israëlieten is nu tot Mij doorgedrongen
en Ik heb ook gezien
hoezeer de Egyptenaren hen onderdrukken.
Ga er dus heen, Ik zend u naar Farao.
Gij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.”
Maar Mozes sprak tot God:
“Wie ben ik dat ik naar Farao zou gaan
en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?”
God antwoordde hem:
“Ik zal u bijstaan en dit is het teken
dat Ik het ben die u zendt:
als gij het volk uit Egypte hebt geleid,
zult gij Mij vereren op deze berg.”
TUSSENZANG Ps. 103(102), 1-2, 3-4, 6-7
De Heer is barmhartig en welgezind.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen !
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet !
Hij is het die u uw schulden vergeeft,
die u geneest van uw kwalen.
Hij is het die u van de ondergang redt,
die u omringt met zijn gunst en erbarmen.
De Heer is rechtvaardig in al wat Hij doet,
Hij laat de verdrukten recht wedervaren.
Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,
Hij toonde zijn werken aan Israëls zonen.
ALLELUIA Ps. 95(94), 8ab
Alleluia.
Luistert heden naar de stem van de Heer
en weest niet halsstarrig.
Alleluia
EVANGELIE Mt. II, 25-27
Deze dingen hebt Gij, Vader,
verborgen gehouden voor wijzen en verstandigen,
maar geopenbaard aan kinderen.
Op zeker ogenblik nam Jezus het woord en sprak:
“Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen
verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand kent de Zoon tenzij de Vader,
en niemand kent de Vader tenzij de Zoon
en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.