EERSTE LEZING Ex. 20, 1-17
De Wet werd door Mozes gegeven.
.
In die dagen sprak God al de woorden die hier volgen:
“Ik ben de HEER uw God,
die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij.
Gij zult geen godenbeelden maken.
geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel,
beneden op aarde of in de wateren onder de aarde.
Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen
en hun geen goddelijke eer bewijzen;
want Ik, de HEER uw God,
Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God
die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen,
tot het derde en vierde geslacht,
maar voor hen die Mij liefhebben
en mijn geboden onderhouden,
een God die goedheid bewijst tot aan het duizendste geslacht.
Gij zult de naam van de HEER uw God
niet lichtvaardig gebruiken:
want de HEER laat degenen
die zijn naam lichtvaardig gebruiken niet ongestraft.
Denk aan de sabbat die moet heilig voor u zijn.
Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten.
Maar de zevende dag is de sabbat voor de HEER uw God.
Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten:
gijzelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet,
uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet,
zelfs niet de vreemdeling die bij u woont.
In zes dagen immers heeft de HEER
de hemel, de aarde, de zee met al wat erin is, gemaakt.
Maar de zevende dag heeft Hij gerust
en zo de sabbat gezegend en tot een heilige dag gemaakt.
Eer uw vader en uw moeder.
Dan zult gij lang leven
op de grond die de HEER uw God u schenkt.
Gij zult niet doden.
Gij zult geen echtbreuk plegen.
Gij zult niet stelen.
Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen.
Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste;
gij zult niet uw zinnen zetten op de vrouw van uw naaste,
niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel,
op niets wat hem toebehoort.”
TUSSENZANG Ps. 19(18), 8, 9, 10, 11
Uw woorden, Heer,
zijn woorden van eeuwig leven
De wet van de Heer is volkomen,
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.
Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bervredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.
Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.
Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem;
ALLELUIA Ps. 119(118), 135
Alleluia.
Laat voor uw dienaar uw Aangezicht stralen, Heer,
laat mij uw beschikkingen zien.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 13, 18-23
Die het woord hoort en begrijpt, draagt ook vrucht.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Gij dan,
luistert naar de gelijkenis van de zaaier:
Zo dikwijls iemand het woord van het Koninkrijk
wel hoort maar niet begrijpt,
komt de boze en rooft weg wat gezaaid ligt in zijn hart;
dat is degene die op de weg gezaaid is.
Die op rotsachtige plekken werd gezaaid, is hij
die het woord hoort en het terstond met blijdschap opneemt:
maar hij heeft geen wortel geschoten,
hij leeft bij het ogenblik,
en als hij
omwille van het woord onderdrukt of vervolgd wordt,
komt hij onmiddellijk ten val.
Die gezaaid werd tussen distels is hij
die het woord wel hoort,
maar dit wordt door de zorgen van de wereld
en de begoocheling van de rijkdom verstikt
en zo blijft het zonder vrucht.
Maar die in goede aarde werd gezaaid, is hij
die het woord hoort en begrijpt, en daarom vrucht draagt;
bij de één is de opbrengst honderdvoudig,
bij een ander zestigvoudig en bij een andere dertigvoudig.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.