Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Na de parabels, biedt Marcus ons een reeks wonderverhalen. Ze spelen zich niet af voor een grote massa, maar alleen voor de leerlingen. Zij moeten leren, groeien in geloof en vertrouwen. Op de vraag die Jezus hen stelt – ‘Waar zijn jullie bang voor? – dienen ook wij een antwoord te geven. Op de moeilijke momenten die ons geloof kent, wanneer Jezus ons vraagt om voor Hem te blijven kiezen, willen we bidden: ‘Heer, als Gij het wilt, stap dan in mijn boot. Laten we samen verdergaan’.
EERSTE LEZING Hebr. 11, 1-2.8-19
Abraham zag uit naar een stad
waarvan God de ontwerper en bouwer is.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,
Wat is het geloof?
Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen,
het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.
Om hun geloof zijn de ouden met ere vermeld.
Door het geloof
heeft Abraham gehoor gegeven aan de roeping van God,
en ging hij op weg naar een land
dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen ;
hij vertrok zonder te weten waarheen.
Door het geloof
heeft hij als vreemdeling vertoefd
in het land dat hem beloofd was ;
hij woonde er in tenten,
evenals Isaäk en Jakob, die dezelfde belofte erfden ;
want hij zag uit naar de stad met fundamenten,
waarvan God de ontwerper en bouwer is.
Door het geloof heeft ook Sara,
ofschoon haar tijd al lang voorbij was
de kracht tot vruchtbaarheid ontvangen,
want zij wist dat Hij die de belofte had gedaan
zijn woord zou houden.
Daarom is dan ook aan één man,
en nog wel in zijn hoge ouderdom
een nageslacht ontsproten,
talrijk als de sterren aan de hemel,
ontelbaar als de zandkorrels aan het strand van de zee.
In geloof zijn zij allen gestorven
zonder te hebben ontvangen wat hun beloofd was.
Zij hebben het heil alleen uit de verte gezien en begroet.
Zij hebben zichzelf
vreemdelingen en passanten op aarde genoemd.
Wie zo spreken geven duidelijk te kennen
dat zij op zoek zijn naar een vaderland.
Hadden zij heimwee gehad naar het land van hun herkomst
dan hadden zij gemakkelijk kunnen terugkeren,
maar hun verlangen ging uit naar een beter vaderland,
het hemelse.
Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden,
want Hij heeft voor hen een stad gebouwd.
door het geloof heeft Abraham,
toen hij op de proef gesteld werd
Isaäk ten offer gebracht.
Hij die de beloften had ontvangen
stond op het punt zijn enige zoon te offeren,
van wie hem gezegd was :
“Alleen zij die van Isaäk afstammen,
zullen gelden als uw nageslacht.”
Want hij was er van overtuigd
dat God zelfs de macht heeft om doden ten leven te wekken ;
en uit de dood heeft hij, om zo te zeggen
zijn zoon ook teruggekregen.
TUSSENZANG Lc. 1, 69-70, 71-72, 73-75
Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
omdat Hij omziet naar zijn volk en het bevrijdt.
Een redder heeft Hij ons verwekt
in het geslacht van David, zijn getrouwe ;
zoals Hij reeds van oudsher had verklaard
bij monde van zijn heilige profeten :
Verlossing uit de macht van onze vijanden
en uit de hand van allen die ons haten.
Zo zal Hij onze vaderen barmhartig zijn,
zijn heilige verbond gestand doen ;
De eed aan onze vader Abraham gezworen
ons eenmaal te verlenen :
om aan de greep van vijanden ontrukt
Hem zonder vrees te dienen,
inj vroomheid en gerechtigheid
al onze dagen voor zijn Aanschijn.
ALLELUIA Mt. 11, 25
Alleluia.
Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen hebt geopenbaard aan kinderen.
Alleluia.
EVANGELIE Mc. 4, 35-41
Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen ?
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Marcus
Tegen het vallen van de avond
sprak Jezus tot zijn leerlingen :
“Laten we oversteken.”
Zij stuurden het volk weg
en namen Hem mee zoals Hij ndaar in de boot zat ;
andere boten begeleidden Hem.
Er stak een hevige storm op
en de golven sloegen over de boot zodat hij al vol liep.
Intussen lag Hij aan de achtersteven op het kussen te slapen.
Ze maakten Hem wakker en zeiden Hem :
“Meester, raakt het U niet dat wij vergaan ?”
Hij stond op,
richtte zich met een dwingend woord tot de wind
en sprak tot het water :
“Zwijg stil !”
De wind ging liggen en het werd volmaakt stil.
Hij sprak tot hen :
“Waarom zijt ge zo bang ?
“Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit ?”
Zij werden door een grote vrees bevangen en vroegen elkaar :
“Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen ?”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.