http://kerkengeloof.wordpress.com

Zaterdag van de tweede week in de veertigdagentijd

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Welke God is als Gij, die de schuld vergeeft, lezen we bij de profeet micha. Gods toorn blijft niet duren. De Vader uit de parabel is een beeld voor God. We doen er verkeerd aan in de figuur van de verloren zoon alleen de mensen te zien die terugkeren van hun zondige wegen. Wanneer wij onszelf niet herkennen in de verloren zoon, staan we misschien heel dicht bij de oudste zoon, die absolute gerechtigheid wil en niet aanvaardt dat er mild opgetreden wordt tegen zondaars. Uiteindelijk moeten we ons identificeren met de Vader, en Hem navolgen in barmhartigheid. Bidden we dat niet elke dag in het Onze Vader?

EERSTE LEZING                                                      Mich.7, 14-15.18-20

God zal onze zonden naar de bodem van de zee verwijzen.

Uit de profeet Micha

Neem uw herdersstaf en weid uw volk, Heer,
de schapen die uw erfdeel zijn ;
tussen de bomen, midden in het woud,
zijn zij zo vereenzaamd.
Laat ze weiden in Bazan en Gilead,
zoals in vroegere dagen. Ik laat wonderen zien,

Ik laat wonderen zien,
zoals in de dagen dat gij uit Egypte wegtrokt.

Welke God is als Gij, die de schuld vergeeft,
die voorbijgaat aan de zonde,
door de rest van zijn erfdeel bedreven ;
die zijn toorn niet altijd laat duren,
maar zijn vreugde vindt in goedheid ?

Hij zal zich opnieuw over ons ontfermen,
Hij zal onze schuld
onder zijn voeten verpletteren.
Al hun zonden zal Hij
naar de bodem van de zee verwijzen.

Aan Jakob zult Gij uw trouw,
aan Abraham uw goedheid tonen,
zoals Gij het onze vaderen hebt gezworen,
in de dagen van weleer.

TUSSENZANG                        Ps. 103(102), 1-3, 3-4,9-10, 11-12

De Heer is barmhartig en welgezind.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen !
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet !

Hij is het die u uw schulden vergeeft,
die u geneest van uw kwalen.
Hij is het die u van de ondergang redt,
die u omringt met zijn gunst en erbarmen.

Hij blijft niet voortdurend verwijten maken,
Hij is niet voor eeuwig vertoornd.
Hij handelt met ons niet zoals wij verdienen,
vergeldt ons niet onze schuld.

Zo wijd als de hemel de aarde omspant,
zo alomvattend is zijn erbarmen.
Zo ver als de afstand van oost tot west,
zo ver verdrijft Hij van ons de zonde.

VERS VOOR HET EVANGELIE                                        Lc. 15, 18

Ik ga weer naar mijn vader
en ik zal hem zeggen :
Vader, ik heb misdaan tegen de hemel  en tegen u.

EVANGELIE                                                                      Lc. 15, 1-3.11-32

Uw broer was dood en is levend geworden.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas

In die tijd kwamen telkens weer
tollenaars en zondaars van allerlei slag bij Jezus
om naar Hem te luisteren.
De Farizeeën en de schriftgeleerden morden daarover en zeiden :
“Die man ontvangt zondaars en eet met hen.”
Hij hield hun deze gelijkenis voor :
“Een man had twee zonen.
“Nu zei de jongste van hen tot zijn vader.
Vader geef mij het deel van het bezit waarop ik recht heb.
“En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.
“Niet lang daarna pakte de jongste zoon alles bij elkaar
en vertrok naar een ver land.
“Daar verkwistte hij zijn bezit in een losbandig leven.
“Toen hij alles opgmaakt had
kwam er een verschrikkelijke hongersnood over dat land
en hij begon gebrek te lijden.
“Nu ging hij in dienst bij een der inwoners van dat land
die hem het veld instuurde om varkens te hoeden.
“En al had hij graag zijn buik willen vullen
met de schillen die de varkens aten,
niemand gaf ze hem.
“Toen kwam hij tot nadenken en zei :
Hoeveel dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed,
en ik verga hier van de honger.
“Ik ga weer naar mijn vader
en ik zal hem zeggen :
Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u;
ik ben niet meer waard uw zoon te heten
maar neem mij aan als een van uw dagloners.
“Hij ging dus op weg naar zijn vader.
“Zijn vader zag hem al in de verte aankomen
en hij werd door medelijden bewogen ;
hij snelde op hem toe
viel hem om de hals en kuste hem hartelijk.
“Maar de zoon zei tot hem :
Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u;
ik ben niet meer waard uw zoon te heten.
“Doch de vader gelastte zijn knechten :
Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan,
steekt hem een ring aan zijn vinger en trekt hem sandalen aan.
Haalt het gemeste kalf en slacht het ; laten we eten en feestvieren,
want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden,
hij was verloren en is teruggevonden.
“Ze begonnen dus feest te vieren.

“Intussen was zijn oudste zoon op het land.
“Toen hij echter terugkeerde en het huis naderde
hoorde hij muziek en dans.
“Hij riep een van de knechten
en vroeg wat dat te betekenen had.
“Deze antwoordde :
Uw broer nis thuisgekomen
en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten
omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.
“Maar hij werd kwaad en wilde niet naar binnen.
“Toen zijn vader naar buiten kwam en bij hem aandrong
gaf hij zijn vader ten antwoord :
Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden,
toch hebt gij mij nooit een bokje gegeven
om eens met mijn vrienden feest te vieren.
“En nu die zoon van u is gekomen
die uw vermogen heeft verbrast met slechte vrouwen,
hebt ge voor hem het gemeste kalf laten slachten.
“Toen antwoordde de vader :
Jongen, jij bent altijd bij me
en alles wat van mij is is ook van jou.
“Maar er moet feest en vrolijkheid zijn,
omdat die broer van je dood was en levend is geworden,
verloren was en is teruggevonden.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands BijbelgenootschDe bijbeltekstap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: