Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Overal ter wereld en doorheen de eeuwen hebben christenen ruimtes gebouwd in hout en steen, van heel bescheiden kapellen, sober en eenvoudig ingericht, tot grootse kathedralen, rijk en prachtig versierd. Telkens gaat het om de plaats waar christenen samenkomen om Gods Woord te beluisteren en de verrezen Heer te gedenken in brood en wijn. Ze komen er met hun dankbaarheid en vreugde maar ook met hun onmacht en zorgen. Elke kerk is een bijzonder teken, een blijvende verwijzing naar God die wel onzichtbaar is, maar midden onder ons aanwezig.
EERSTE LEZING Ef. 2, 1-10
God heeft ons samen met Christus Jezus doen opstaan en zetelen in de hemelen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze
Broeders en zusters,
Gij waart dood door uw afdwalingen en uw zonden
waarin gij eertijds hebt geleefd volgens de god van deze wereld,
de heerser over het machtsgebied van de lucht,
de geest die nog altijd aan het werk is onder de weerspannigen.
Trouwens ook wij allen, zonder uitzondering
hebben vroeger tot hen behoord,
toen wij ons leven lieten beheersen door zondige begeerten
en deden
wat onze zelfzucht en onze boze neigingen van ons wilden.
Uit onszelf waren wij een voorwerp van Gods toorn,
evenzeer als de anderen.
Maar God die rijk is aan erbarming,
heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad,
ons met Christus ten leven gewekt
hoewel wij dood waren door onze zonden ;
aan zijn genade dankt gij uw redding.
Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan
en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus,
om de naderbij komende Eeuwen
de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen
door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus.
Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof ;
niet aan uzelf : Gods gave is het ;
niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen.
Gods werk zijn wij,
geschapen in Christus Jezus
om in ons leven de goede daden te realiseren
die God voor ons al bereid heeft.
TUSSENZANG Ps. 100(99), 2, 3, 4, 5
Wij zijn de kudde van de Heer, zijn volk.
Juicht voor de Heer, alle landen,
dient met blijdschap de Heer.
Treedt onbezorgd voor zijn Aanschijn ;
waarlijk, de Heer is God.
Hij is de Schepper en Meester,
wij zijn kudde, zijn volk.
Trekt met een lied door zijn poorten,
komt in zijn voorhof met zang.
Zegent zijn Naam en eert Hem,
Hij is ons goed gezind.
Eindeloos is zijn erbarmen,
trouw van geslacht op geslacht.
ALLELUIA cf. Hand. 16, 14b
Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 12, 13-21
Geen enkel bezit kan uw leven veilig stellen.
Al uw voorzieningen, voor wie zijn die dan ?
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas
In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus :
“Meester, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt.”
Maar Jezus antwoordde hem :
“Man, wie heeft Mij over u tot rechter of verdeler aangesteld ?”
En Hij sprak tot hem :
“Pas op en wacht u voor alle hebzucht !
“Want geen enkel bezit, – al is dit nog zo overvloedig –
kan uw leven veilig stellen.”
Hij vertelde hun de volgende gelijkenis :
“Het land van een rijk man had een grote oogst opgeleverd.
“Daarom overlegde deze bij zichzelf :
Wat moet ik doen ?
“Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.
“En hij zei :
Dit ga ik doen :
ik breek mijn schuren af en bouw grotere :
daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren bergen.
“Dan zal ik tot mijzelf zeggen :
Man, je hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren ;
rust nu uit,
eet en drink en geniet ervan !
“Maar God sprak tot hem :
Dwaas !
“Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen ;
en al die voorzieningen die je getroffen hebt,
voor wie zijn die dan ?
“Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf,
maar niet rijk is bij God.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands BijbelgenootschDe bijbeltekstap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.