http://kerkengeloof.wordpress.com

Zaterdag – H. Paulinus van Nola, b. – HH. Johannes Fisher, b. en Thomas More, mrt.

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 7 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging

Jezus ontkent noch negeert onze primaire behoeften. Wat Hij ons wil zeggen is: laten we toch maar niet alleen op onszelf vertrouwen. Laten we in ons leven een soort ‘zorgeloosheid’ inbouwen, het besef dat God voor ons zorgt. Voor mensen die graag bij alles de touwtjes in handen hebben is dat niet gemakkelijk. Het zal van ons een andere instelling vragen als wij willen meewerken aan de opbouw van het Rijk Gods. Wij, leerlingen van de Heer, christenen, mogen ons altijd opnieuw afvragen: ‘Waarom en waartoe leven wij, wat is het doel van al onze inzet?’ Uiteindelijk is ons doel; meewerken aan, bijdragen tot de totstandkoming van Gods Rijk! Dat primeert op alles.

EERSTE LEZING                             II  Kor. 12, 1-10

Ik zal het liefst van alles roemen op mijn zwakheden.

Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
.

Broeders en zusters,

Moet er geroemd worden?
Het dient wel nergens toe,
maar dan kom ik tot visioenen en openbaringen van de Heer.
Ik ken een mens in Christus, die veertien jaar geleden,
in het lichaam of buiten het lichaam
– ik weet het niet, God weet het –
die werd weggerukt naar de derde hemel.
Van die mens weet ik dat hij,
met het lichaam, of zonder het lichaam
– ik weet het niet, God weet het –
dat hij werd weggerukt naar het paradijs
en onzegbare woorden vernam die geen mens mag uitspreken.
Op zo iemand wil ik roemen.
Voor mijzelf wil ik alleen roemen op mijn zwakheden.
Zou ik werkelijk willen roemen dan was ik geen dwaas;
ik zou immers de waarheid zeggen.
Maar daar zie ik van af;
ik wil niet dat iemand mij meer toeschrijft
dan wat hij van mij kan zien of horen.
Ook is er
– want anders zouden die buitengewone openbaringen
mij verwaand kunnen maken –
ook is er een doren in mijn vlees gestoken,
als een bode van satan die mij moet afranselen.
Tot driemaal toe heb ik de Heer aangeroepen
dat hij van mij zou weggaan.
Maar Hij antwoordde mij:
“Je hebt genoeg aan mijn genade.
Kracht wordt juist in zwakheid volkomen.”
Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden.
Dan zal de kracht van Christus in mij wonen.
Daarom lijd ik om Christus’ wil gaarne
zwakheid, smaad, nood, vervolging en benauwdheid.
Want als ik zwak ben,
dan ben ik sterk.

TUSSENZANG                                     Ps. 34(33), 8-9, 10-11, 12-13

Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is.

De engel van God legt een schans om hen heen,
om elk die God vreest te beschermen.
Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is,
gelukkig is hij die zijn heil zoekt bij Hem.

Eeerbiedigt de Heer, gij die Hem gewijd zijt,
want wie Hem eerbiedigt lijdt nimmer gebrek.
De rijken zijn arm en behoeftig geworden,
die gaan tot de Heer komen nooit iets te kort.

Komt, kinderen, luistert naar wat ik u zeg ;
ik leer u de Heer te vrezen.
Wie is er bij u die het leven liefheeft
en dagen van voorspoed verlangt?

ALLELUIA                                      Joh. 17, 17b a

Alleluia.
Uw woord is waarheid, Heer,
wijd ons U toe in de waarheid.
Alleluia.

EVANGELIE                                      Mt  6, 24-34

Maakt u niet bezorgd voor de dag van morgen.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Niemand kan twee heren dienen:
hij zal de een haten en de ander liefhebben,
ofwel de een aanhangen en de ander verachten.
Gij kunt niet God dienen én de mammon.
Daarom zeg Ik u:
Weest niet bezorgd voor uw leven,
wat ge zult eten of wat ge zult drinken,
en ook niet voor uw lichaam,
wat ge zult aantrekken.
Is het leven niet méér dan het voedsel
en het lichaam niet méér dan de kleding?
Let eens op de vogels in de lucht:
ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren,
maar uw hemelse Vader voedt ze.
Zijt gij dan niet veel méér dan zij?
Trouwens, wie van u is in staat
met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen?
En wat maakt gij u zorgen over kleding?
Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien.
Ze arbeiden noch spinnen.
Toch zeg Ik u:
Zelfs Salomo in al zijn pracht
was niet gekleed als een van hen.
Als God nu het veldgewas,
dat er vandaag nog staat
en morgen in de oven wordt geworpen,
zó kleedt,
hoeveel te meer dan u, kleingelovigen?
Maakt u dus geen zorgen over de vraag:
wat zullen we eten
of wat zullen wij drinken
of wat zullen wij aantrekken?
Want dat alles jagen de heidenen na.
Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt.
Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid:
dan zal dat alles u erbij gegeven worden.
Maakt u dus niet bezorgd over de dag van morgen,
want de dag van morgen zorgt voor zichzelf.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: