Op zijn reizen bereikte Jezus in het noorden Caesarea Filippi, een gebied met een weelderige vegetatie waar een van de bronnen van de Jordaan ontspringt. Op deze plaats erkende Petrus Jezus als de Messias, waarop Jezus hem zei, ‘Gij zijt Petrus, de rots, en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn’ (Matteüs 16:17-19).
In Tabgha staat dit mooie bronzen beeld van Petrus, waaronder de woorden, welke Jezus gesproken heeft, in het Engels staan weergegeven.
Ook in Tabgha staat deze in grijze steen opgetrokken Primaatskapel. Hierin bevindt zich een rots die wordt aangeduid als de ‘Mensa Christi’ (Tafel van Christus).
Volgens de overlevering zou de uit de dood herrezen Christus hier met zijn discipelen ontbeten hebben.
Hier werd ook aan Petrus het primaatschap over al de andere discipelen van Christus verleend met de woorden…Weid mijn lammeren…Hoed mijn schapen…Weid mijn schapen’ (Johannes 21:15-17).