Na drie maanden vertrokken we met een schip dat op het eiland had overwinterd. Het was een schip uit Alexandrië met de Dioscuren als boegbeeld. We deden de haven van Syracuse aan, waar we drie dagen bleven liggen. Daarna lichtten we de ankers weer en kwamen we aan in Regium. De volgende dag stak er een zuidenwind op, zodat we binnen twee dagen Puteoli bereikten. Daar troffen we leerlingen aan, die ons uitnodigden om een week bij hen te blijven. Vervolgens gingen we op weg naar Rome. De leerlingen, die van onze komst hadden gehoord, kwamen ons vanuit Rome tegemoet tot Forum Appii en Tres Tabernae, en toen Paulus hen zag dankte hij God en vatte moed. Bij onze aankomst in Rome kreeg Paulus toestemming om een eigen woning te betrekken, met een soldaat als bewaker. Na drie dagen riep hij de Joodse leiders bij zich. Toen ze bijeen gekomen waren, zei hij tegen hen:’ Broeders, ofschoon ik ons volk niets heb misdaan en de gebruiken van onze voorouders niet heb geschonden, ben ik door de Joden in Jeruzalem gevangengenomen en uitgeleverd aan de Romeinen, die me na verhoor wilden vrijlaten omdat er geen enkele grond was om mij ter dood te veroordelen. De Joden tekenden daar echter bezwaar tegen aan, zodat ik me gedwongen zag me op de keizer te beroepen, overigens zonder mijn volk van iets te willen beschuldigen. Dat is de reden waarom ik u verzocht heb hier met mij te komen spreken, want het is juist omwille van de hoop die Israël koestert dat ik deze boeien draag.’ Ze zeiden tegen hem: ‘We hebben uit Judea geen brief over u ontvangen, en ook heeft niemand van onze broeders ons bezocht om iets slechts over u te berichten of kwaad van u te spreken. Wel zouden we graag van u horen wat uw denkbeelden zijn, want het is ons bekend dat de groep waartoe u behoort overal op verzet stuit’. Ze maakten een afspraak en kwamen op de vastgestelde dag in groten getale naar hem toe. Van de ochtend tot de avond legde Paulus getuigenis af en sprak hij uitvoerig met hen over het koninkrijk van God, terwijl hij hen op grond van de Wet van Mozes en de Profeten voor Jezus probeerde te winnen. Sommigen lieten zich overtuigen door zijn woorden, maar anderen bleven ongelovig. Ze werden het niet met elkaar eens en gingen uiteen, maar niet voordat Paulus nog een laatste woord had gesproken: ‘Volkomen terecht heeft de heilige Geest bij monde van de profeet Jesaja tegen uw voorouders gezegd: “Ga naar dat volk en zeg: ‘Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou ik hen genezen.'” U moet dan ook weten dat God deze boodschap van redding al aan de heidenen bekendgemaakt heeft; zij zullen wel luisteren.’ Paulus verbleef twee jaar in het huis dat hij gehuurd had en ontving daar iedereen die naar hem toe kwam. Hij verkondigde het koninkrijk van God en onderrichtte vrijmoedig over de Heer Jezus Christus, zonder dat hem iets in de weg werd gelegd.
Aangezien Handelingen niets zegt over de afloop van Paulus beroep op de keizer, is onzeker hoe het hem verder gegaan is. Mogelijk zou in de jaren 63-67 de voorgenomen reis naar Spanje hebben plaatsgehad. Dan volgde nog een tweede Romeinse gevangenschap. Volgens oude overlevering is Paulus in 67 te Rome door Nero veroordeeld,de marteldood gestorven en in Rome begraven.
Paulus gevangen en onthoofd
Paulus is in Rome gearresteerd en heeft daar gevangen gezeten in de Marmertijnse gevangenis onder aan de voet van het Capitool. Vanuit die gevangenis heeft hij de zogeheten tweede brief aan Timotheüs geschreven bij een flikkerend olielampje.
Gedenk. . . . . dat Jezus Christus uit de doden. . . . . is opgewekt. . . . naar mijn evangelie. waarvoor ik kwaad lijd . . . . en zelfs boeien draag als een misdadiger, maar het Woord van God is niet geboeid. . . . . Heb je dat ?
Het is zijn geestelijk testament. Alleen Lucas is nog bij hem. [8] Hij heeft de eerste fase van zijn proces al achter de rug. Hij werd verhoord in de Basilica Julia op het Forum, het grote marktplein, maar geen enkele advocaat wilde hem helpen.[9] De maand november is nog niet ten einde als Paulus gevonnist wordt.
Vanwege zijn Romeins burgerschap wordt hij niet veroordeeld tot de kruisdood, maar zal hij onthoofd worden.
Twee dagen later loopt Paulus zwijgend naast de soldaten die hem buiten de stadspoort brengen.
Een drukke verkeersweg, de Via Ostiensis leidt hen vandaar naar de haven van Ostia.
Ze passeren de pyramide van Cestius, die bijna een eeuw geleden door Gajus Cestius als grafmonument gebouwd is en zich naast de poort bevindt.
Het is het laatste monument van Rome dat Paulus ziet. Het sombere gezelschap komt bij de derde mijlpaal aan een zijweg, bij een plaats met de naam Aquae Salviae.
Nog één keer kijkt hij in de richting van Rome en denkt hij met ontroering aan Febe, die jaren geleden zijn brief aan de Romeinen vanuit Korinte hier bracht.
Met een enkel woord beveelt de centurio Paulus zich op het einde voor te bereiden.
De apostel knielt neer naast een bosje pijnbomen langs de weg en bidt. Een ogenblik ater krijgt de beul een teken. Heel even is er de schitterring van het zonlicht op ijzer.
Dan is er een einde gekomen aan het leven van de apostel.