http://kerkengeloof.wordpress.com

DRIEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING                                                 Wijsh. 9, 13-18b
Wie kan ontdekken wat de Heer wil?

Uit het Boek der Wijsheid

Wie van de mensen kan Gods plan doorgronden,
wie ontdekken wat de Heer wil?
De gedachten der stervelingen zijn immers onzeker,
en twijfelachtig onze berekeningen.
Het vergankelijke lichaam is een last voor de ziel,
en onze aardse gebondenheid belemmert de beweeglijke geest.
Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld,
en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite;
hoe zouden we dan het hemelse verstaan?
Wie zou uw wil kunnen kennen,
als Gij hem het inzicht niet geeft,
en uw heilige Geest niet van boven zendt?
Zo alleen kunnen de mensen op aarde rechte wegen gaan,
leren zij kennen wat U welgevallig is,
en worden zij door de wijsheid gered.

Antwoordpsalm                                          Ps. 90(89), 3-4, 5-6, 12-13, 14 en 17

Keervers
Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht.

Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof,
Gij zegt:”Keer terug, kind van Adam!”
Voor U zijn duizend jaren één dag,
als gisteren dat al voorbij is,
een uur van slaap in de nacht.

Ons leven breekt af als een droom in de ochtend,
kortstondig is het als gras op het veld.
Des morgens ontkiemt het en schiet het op,
des avonds is het verwelkt.

Leer ons onze dagen naar waarde te schatten
en zo te komen tot wijsheid van hart.
Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons?
Wees toch uw dienaars genadig.

Schenk ons in de ochtend volop uw zegen,
dan jubelen wij heel de dag van geluk.
Uw luister, Heer God, moge over ons stralen,
bestuur onze handen bij al wat zij doen.

TWEEDE LEZING                                          Filem. 9b-10.12-17
Neem hem nu niet meer als slaaf, maar als een geliefde broeder.

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan Filémon

Dierbare,

Paulus is het die u schrijft, een oud man,
nu bovendien een gevangene van Christus Jezus,
en mijn verzoek geldt het kind
dat ik hier in de gevangenis voor de Heer heb gewonnen,
ik bedoel Onésimus.
Ik stuur hem terug naar u
en met hem heel mijn liefde.
Gaarne had ik hem hier gehouden
als uw plaatsvervanger,
om voor mij te zorgen
in mijn gevangenschap voor het evangelie.
Maar ik wil niets doen zonder uw instemming,
ik wil niets afdwingen:
uw goedheid moet zich spontaan kunnen uiten!
Misschien was dat wel de reden
waarom hij een tijd lang bij u is weg geweest:
dat ge hem voorgoed terug zoudt krijgen,
nu niet meer als slaaf,
maar als veel meer dan een slaaf,
als een geliefde broeder.
Dat is hij voor mij al helemaal,
hoeveel meer dan voor u,
als mens en als christen.
Als gij u dus met mij verbonden voelt,
heet hem dan welkom zoals ge het mij zoudt doen.

Vers voor het evangelie                                     Ps. 119(118), 135

Alleluia.
Laat over uw dienaar uw aanschijn lichten,
laat mij uw beschikkingen zien.
Alleluia.

EVANGELIE                                           Lc. 14, 25-33
Niemand kan mijn leerling zijn, als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
.

In die tijd trokken talloze mensen met Jezus mee.
Hij keerde zich om en zei tot hen:
“Als iemand naar Mij toekomt,
die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen,
zijn broers en zusters,
ja zelfs zijn eigen leven niet haat,
kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt,
kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand van u een toren wil bouwen,
zal hij dan niet eerst
ervoor gaan zitten om een begroting te maken
of hij wel genoeg bezit om hem te voltooien?
Anders zou het hem kunnen overkomen
– als hij de fundering heeft gelegd
en niet in staat is het werk te voltooien –
dat allen die het zien hem gaan bespotten en zeggen:
Die man begon te bouwen,
maar hij was niet in staat het einde te halen.
Of welke koning zal
– als hij tegen een andere koning ten oorlog wil trekken –
niet eerst overleggen of hij sterk genoeg is
om met tienduizend man het hoofd te bieden
aan iemand die met twintigduizend man tegen hem optrekt?
Zo niet,
dan stuurt hij, als de tegenstander nog ver weg is,
een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden.
Zo kan niemand van u mijn leerling zijn
als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d