Overweging
In de meeste godsdiensten kiest men zelf een leermeester. Bij Jezus is het andersom. Hij neemt als medewerkers wie hij wil: onder de vele leerlingen die ingaan op zijn verkondiging, vraagt hij een aantal van hen om hun gewone bezigheden te verlaten, Hem onvoorwaardelijk te volgen, en de Blijde Boodschap door te geven wanneer hij gestorven zal zijn. Binnen die groep worden de twaalf met een bijzondere zending gelast, en krijgt Petrus de opdracht zijn broeders in het geloof te bevestigen. De plaats van Petrus en zijn opvolgers in de Kerk is die van de dienaar, die, zoals Jezus, de minste van allen wil zijn.
EERSTE LEZING I Petr. 5, 1-4
Oudste en getuige van het lijden van Christus.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus
Dierbaren,
De oudsten onder u, vermaan ik,
– oudste evenals zij en getuige van het lijden van Christus,
tevens deelgenoot van de heerlijkheid
die geopenbaard zal worden –
weidt de kudde van God waarvan gij de herders zijt ;
hoedt haar zoals God het wil :
van harte en niet uit dwang,
met toewijding en niet uit winstbejag.
Speel niet de baas over hen die aan uw zorgen zijn toevertrouwd,
maar toon u een voorbeeld voor de kudde.
Dan zult ge, als de opperherder verschijnt,
de nooit verwelkende krans van de heerlijkheid ontvangen.
TUSSENZANG Ps. 23(22), 1-3a, 3b-4, 5, 6
De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.
De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort ;
Hij laat mij weiden op groene velden.
Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten,
Hij geeft mij weer frisse moed.
Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden
omwille van zijn Naam.
Al voert mijn weg door donkere kloven,
ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.
Uw stok en uw herdersstaf
geven mij moed en vertrouwen.
Gij nodigt mij aan uw tafel
tot ergenis van mijn bestrijders.
Met olie zalft Gij mijn hoofd,
mijn beker is overvol.
Voorspoed en zegen verlaten mij nooit
elke dag van mijn leven.
Het huis van de Heer zal mijn woning zijn
voor alle komende tijden.
VERS VOOR HET EVANGELIE Mt. 16, 13-19
Gij zijt Petrus, en Ik zal u de sleutels geven
van het Rijk der hemelen.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
In die tijd,
toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was,
stelde Hij zijn leerlingen deze vraag :
“Wie is
volgens de opatting van de mensen,
de Mensenzoon ?”
Zij antwoordden :
“Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.”
“Maar gij – sprak Hij tot hen –
wie zegt gij dat Ik ben ?”
Simon Petrus antwoordde :
“Gij zijt de Christus,
de Zoon van de levende God.”
Jezus hernam :
“Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona,
want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard
maar mijn Vader die in de hemel is.
“Op mijn beurt zeg Ik u :
Gij zijt Petrus ;
en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
“Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen
en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn
en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.