Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
In hoofdstuk 9 zagen wij de heerlijkheid van de Heer uit de tempel verdwijnen, in oostelijke richting. God zelf ging mee in ballingschap. In het visioen van vandaag keert Gods heerlijkheid uit het Oosten terug. Beide visioenen worden door Ezechiël met elkaar verbonden. God herstelt wat een schijnbaar einde kreeg: Hij heeft het laatste woord in situaties waarin geen enkele redding mogelijk lijkt. Vertrouw ik daarop ?
EERSTE LEZING Ez. 43, 1-7a
De heerlijkheid van de Heer ging deTUSSENZANG tempel binnen.
Uit de Profeet Ezechiël
In die tijd bracht de engel mij naar de poort,
naar de poort die op de Oostkant ligt,
en daar zag ik, Ezechiël,
de heerlijkheid van de God van Israël
uit het Oosten aankomen.
Het klonk als het gedruis van geweldige wateren
en de aarde straalde van zijn heerlijkheid.
Het visioen dat ik zag,
was als het visioen dat ik gezien had,
toen de Heer kwam om de stad te vernielen,
en als het visioen, dat ik gezien had
aan de rivier, de Kebar.
Ik wierp mij neer, met mijn aangezicht op de grond.
De heerlijkheid van de Heer ging door de poort
die op de Oostkant ligt, de tempel binnen.
De geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof.
Daar zag ik hoe de heerlijkheid van de Heer de tempel vervulde.
Toen hoorde ik uit de tempel iemand tot mij spreken,
terwijl de engel nog naast mij stond.
Hij zei tot mij :
“Mensenkind,
dit is de plaats van mijn troon
en de plaats van mijn voetzolen,
de plaats waar Ik wil wonen
onder de zonen van Israël, voor altijd !”
TUSSENZANG Ps. 85(84), 9ab-10, 11-12, 13-14
De Glorie des Heren komt weer bij ons wonen.
Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt,
voorzeker een woord van verzoening.
Een woord voor zijn volk, voor alwie Hem dient,
voor elk die zijn hart voor Hem opent.
Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen,
zijn Glorie komt weer bij ons wonen.
Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan,
als vrede en recht elkander omhelzen ;
dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten,
en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.
Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken
en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan
en voorspoed zijn schreden volgen.
ALLELUIA Ps. 119(118), 88
Alleluia.
Wees mij barmhartig en laat mij leven, Heer,
dan blijf ik aan wat Gij verordent trouw.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 23, 1-12
Zelf handelen ze niet naar hun woorden.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd sprak Jezus tot het volk en tot zijn leerlingen :,
“Op de leerstoel van Mozes
hebben de schriftgeleerden en Farizeeën plaats genomen.
Maar handelt niet naar hun werken ;
want zelf handelen ze niet naar hun woorden.
“Zij maken bundels van zware, haast ondraaglijke lasten
en leggen die de mensen op de schouders,
maar zelf zullen ze er geen vinger naar uitsteken.
“Alles wat zij doen, doen zij om bij de mensen op te vallen ;
zij maken immers hun gebedsriemen breed
en hun kwasten groot,
ze zijn belust op de ereplaats bij de maaltijden
en de voornaamste zetels in de synagogen,
ze laten zich graag groeten op de markt
en willen door de mensen rabbi genoemd worden.
“Maar gij moet u geen rabbi laten noemen.
“Gij hebt maar één Meester
en gij zijt allen broeders.
“En noemt niemand van u op aarde vader ;
gij hebt maar één Vader, de hemelse.
“En laat u ook geen leraar noemen ;
gij hebt maar één leraar, de Christus.
“Wie de grootste onder u is
moet uw dienaar zijn.
“Al wie zichzelf verheft zal vernederd worden
en wie zichzelf vernedert zal verheven worden.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.