http://kerkengeloof.wordpress.com

Vrijdag H. Maria Koningin

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Maria is ons tot voorbeeld gegeven. Haar ontvankelijkheid en haar overgave aan de wil van God kunnen ons helpen te groeien in nederigheid. We kunnen haar maar begrijpen in en vanuit haar jawoord op wat de Heer haar aanreikte. Voor ons is dat moeilijk te vatten: de hedendaagse mens zoekt voornamelijk de vervulling van de eigen dromen, van de eigen wil. Maria leert ons iets anders: de eigen wil ondergeschikt maken aan Gods wil. Zij leert ons verder te kijken, voorbij de grenzen van het hier en nu, naar onze eindbestemming.

EERSTE LEZING                                              Ez. 37, 1-14
Dorre beenderen, Ik ga mijn geest over u brengen
en gij zult leven.

Uit de Profeet Ezechiël

In die dagen legde de hand des Heren zich op mij :
in een sterke wind nam Hij mij op
en Hij plaatste mij midden in een vallei
en deze vallei was vol beenderen.
In alle richtingen geleidde Hij mij langs de beenderen :
het was een ontzaglijke hoeveelheid
en heel de oppervlakte van de vallei was ermee bedekt ;
droog waren ze en dor.
Toen sprak de Heer tot mij :
“Mensenkind,
kunnen die beenderen tot leven gewekt worden ?”
Ik antwoordde :
“Heer God, U weet het.”
Daarop beval Hij mij :
“Profeteer dan over die beenderen
en spreek hun toe als volgt :
Dorre beenderen, luistert naar het woord des Heren.
“Zo spreekt God de Heer :
Beenderen, hier aanwezig :
Ik ga mijn geest over u brengen en gij zult leven !
“Ik leg weer spieren over u, met vlees bedek Ik u
en Ik span een huid over u heen
en mijn geest stort Ik uit over u en gij zult leven.”
En ik profeteerde precies zoals mij bevolen was
en terwijl ik profeteerde
hoorde ik een geruis en het was heel sterk :
de beenderen bewogen zich naar elkaar toe
juist zoals ze bij elkaar hoorden.
En voor mijn ogen
bedekten de beenderen zich met spieren en vlees
en er spande zich een huid overheen ;
maar er was nog geen geest in.
En opnieuw sprak de Heer tot mij :
“Profeteer tot de geest ; profeteer, mensenkind,
en spreek tot de geest :
Zo spreekt de Heer God :
Kom, geest, van de vier windstreken
en blaas over deze gevallenen
opdat ze weer leven.”
En ik profeteerde zoals Hij bevolen had :
en de geest blies over de gevallenen
en ze begonnen te leven ;
ze richtten zich op hun benen op :
een leger was het, onafzienbaar groot !
Hij sprak tot mij :
“Mensenkind,
deze beenderen zijn het huis van Israël.
“Ze zeggen alsmaar : Onze beenderen zijn verdord,
onze hoop vervlogen, het is met ons gedaan !
“Profeteer daarom en spreek tot hen :
Zo spreekt God de Heer :
Ik ga uw graven openen ;
in massa’s zal Ik u uit uw graven wegvoeren
en u brengen naar de grond van Israël.
“En wanneer Ik dan uw graven geopend heb
en u in massa’s zal hebben weggevoerd uit uw graven
zult gij weten dat Ik de Heer ben :
Wat Ik zeg, dat volbreng Ik !”
Zo luidt de godsspraak des Heren.

TUSSENZANG                                         Ps. 107(106), 2-3, 4-5, 6-7, 8-9

Brengt dank aan de Heer, want Hij is goedgunstig,
barmhartig is Hij altijd.

Laat ieder dat zeggen die God heeft verlost,
die Hij uit de hand van de vijand bevrijdde ;
of die Hij terugbracht uit verre landen,
van oost of west, uit het noorden of zuiden.

Zij doolden rond in de barre woestijn,
ze vonden geen weg naar bewoonbare plaatsen.
Ze hadden honger en leden dorst ;
ze waren de dood nabij.

Toen riepen zij tot de Heer in hun nood
en Hij bevrijdde hen uit hun ellende.
Hij leidde hen langs een veilige weg,
zodat ze een woonplaats vonden.

Zij moeten de Heer voor zijn goedheid danken,
voor al zijn weldaden jegens de mensen.
Omdat Hij de dorstige heeft gelaafd,
de hongerige verzadigd.

ALLELUIA                                                 Ps. 145(144), 13cd

Alleluia.
Waarachtig is God in al zijn woorden
en heilig in al wat Hij doet.
Alleluia.

EVANGELIE                                                              Mt. 22, 34-40
Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart,
geheel uw ziel en geheel uw verstand.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd toen de Farizeeën vernamen
dat Jezus de Sadduceeën de mond gesnoerd had,
kwamen zij bijeen en een van hen, een wetgeleerde,
vroeg Jezus om Hem op de proef te stellen :
“Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet ?”
Hij antwoordde hem :
“Gij zult de Heer uw God beminnen
met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand.
“Dit is het voornaamste en eerste gebod.
“Het tweede, daarmee gelijkwaardig :
Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
“Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

                                                   

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: