http://kerkengeloof.wordpress.com

Woensdag O.-L.-Vrouw van Lourdes

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Met het tweede scheppingsverhaal begint een volgend deel van het boek Genesis, dat loopt tot het verhaal van de toren van Babel. Het tweede scheppingsverhaal is veel ouder dan het eerste: tiende eeuw versus zesde eeuw. Zelfs iemand die niet thuis is in de Bijbel merkt het verschil: volgens het eerste worden planten op de derde dag geschapen, maar verder lezen we dat de tuin van Eden pas aangelegd wordt na de schepping van de mens; de Godsnaam luidt in het eerste verhaal Elohim (God zoals op vele plaatsen in het Midden-Oosten: El), in het tweede verhaal Jahweh-Elohim. Men ziet dit zelfs in de vertalingen wanneer men ze vergelijkt. De redacteur ziet deze ‘contradicties’ over het hoofd, wanneer hij beide verhalen koppelt.

EERSTE LEZING                                         Gen. 2, 4b-9.15-17

God plaatste de mens die Hij geboetseerd had in de tuin.

Uit het Boek Genesis

Toen God de Heer de aarde en de hemel maakte,
waren er op aarde nog geen wilde planten
en groeide er geen enkel veldgewas,
want God had nog geen regen op aarde laten vallen
en er was nog geen mens om de grond te bebouwen,
om het water uit de aarde omhoog te halen
en de aardbodem te bevloeien.
Toen boetseerde God de Heer de mens uit stof,
van de aarde genomen,
en Hij blies hem de levensadem in de neus :
zo werd de mens een levend wezen.
Daarna legde God de Heer een tuin aan in Eden,
ergens in het oosten,
en daarin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had.
God de Heer liet uit de grond allerlei bomen opschieten,
aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten ;
daarbij was ook de boom van het leven
midden in de tuin
en de boom van de kennis van goed en kwaad.
Toen bracht God de Heer de mens in de tuin van Eden,
om die te bewerken en te beheren.
En God de Heer gaf de mens dit gebod :
“Van al de bomen in de tuin moogt ge vrij eten,
maar van de boom van de kennis van goed en kwaad
moogt ge niet eten,
want op de dag dat gij daarvan eet,  moet ge sterven.”

TUSSENZANG                            Ps. 104(103), 1-2a, 27-28, 29bc-30

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer !

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
wat zijt Gij groot, Heer mijn God !
Met glorie en luister zijt Gij gekleed,
uw mantel is zuiver licht.

Al de dieren verwachten van U
dat Gij ze voedt op hun tijd.
Wat Gij voor hen uitstrooit verzamelen zij,
ze worden verzadigd als Gij uw hand opent.

Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

ALLELUIA                                                  cf. Hand. 16, 14b

Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon.
Alleluia.

EVANGELIE                                                 Mc. 7, 14-23

Wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Marcus

In die tijd riep Jezus het volk weer bij zich en sprak tot hen :
“Luistert allen naar Mij en wilt verstaan :
niets kan de mens bezoedelen
wat van buiten af in hem komt.
“Maar wat uit de mens komt
dat bezoedelt de mens.
“Als iemand oren heeft om te horen, hij luistere.”
Nadat Hij zich van het volk had teruggetrokken
en thuis gekomen was
stelden zijn leerlingen Hem vragen over de gelijkenis.
Hij antwoordde hun :
“Begrijpt ook gij nog zo weinig?
“Beseft gij dan niet,
dat al wat van buiten af in de mens komt
hem niet kan bezoedelen,
omdat het niet in zijn hart komt maar in zijn buik
en zijn weg vindt in een zekere plaats ?”
Zo verklaarde Hij alle voedsel rein.
“Maar,
-zei Hij –
wat uit de mens komt,
dat bezoedelt de mens.
“Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen
komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,
echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog,
losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.
“Al die slechte dingen komen uit het binnenste
en bezoedelen de mens.”

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: