Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
De eerste lezing van vandaag werd reeds op dezelfde dag in de oude Kerk gelezen. Toen werd deze lezing ingevoegd omwille van de aanwezigheid van de boetelingen. Wie boete doet, zegt Ezechiël, zal leven – een hoopvolle boodschap, een woord van troost. Elke zonde wordt vergeven als men zich ernstig bekeert. Maar er is ook een vermaning voor de anderen, de rechtvaardigen.Zij hoeven niet neer te zien op de boetelingen, en zeker niet te roemen op eerdere verdiensten: ook voor hen geldt dat zij zich permanent moeten bekeren. Kan ook de rechtvaardige immers niet afdwalen van de goede weg?
EERSTE LEZING Ez. 18, 21-28
Zou Ik soms behagen vinden in de dood van een boosdoener, en niet veeleer daarin, dat hij zich afkeert van zijn wegen en in leven blijft !
Uit de Profeet Ezekiël
Zo spreekt God de Heer :
“Wanneer de boosdoener zich afkeert
van al de zonden die hij heeft bedreven,
wanneer hij al mijn geboden onderhoudt
en handelt naar recht en wet,
dan zal hij leven, zeker leven
en hij zal niet sterven.
“Van al de wandaden die hij bedreven heeft
wordt hem er geen meer toegerekend
en vanwege de gerechtigheid die hij betracht heeft
zal hij leven.
“Zou ik soms behagen vinden
in de dood van een boosdoener
-zo spreekt God de Heer –
en niet veeleer daarin,
dat hij zich afkeert van zijn wegen
en in leven blijft?
“Maar wanneer een rechtvaardige zich afkeert
van zijn gerechtigheid
en verkeerde dingen gaat doen,
wanneer hij al de afschuwelijkheden bedrijft
die de boosdoener begaat,
moet hij dan in leven blijven?
“Neen, van al de rechtvaardige daden,
die hij verricht heeft,
wordt hem er geen meer toegerekend,
en vanwege de ontrouw die hij getoond heeft,
vanwege de zonde, die hij heeft bedreven,
zal hij moeten sterven.
“Gij beweert : ‘De weg van de Heer is niet recht !’
“Huis van Israël, luistert toch!
“Zou het werkelijk mijn weg zijn, die niet recht is ?
“Zijn niet veeleer uw eigen wegen niet recht ?
“Als een rechtvaardige
zich van zijn eigen rechtvaardigheid afkeert
en kwaad gaat doen,
dan zal hij daaraan sterven,
sterven om het kwaad dat hij gedaan heeft.
“En als de boosdoener zich van zijn boze daden afkeert
en gaat handelen naar rechtschapenheid en deugd,
dan zal hij in leven blijven.
“Als hij tot inzicht komt en zich afkeert van zijn slechte daden,
dan blijft hij zeker in leven,
dan zal hij niet sterven.”
TUSSENZANG Ps. 130(129), 1-2, 3-4ab, 4c-6, 7-8
Als Gij zonden blijft gedenken,
Heer, wie houdt dan stand ?
Uit de diepte roep ik, Heer,
luister naar mijn stem.
Wil aandachtig horen
naar mijn smeekgebed.
Als Gij zonden blijft gedenken,
Heer, wie houdt dan stand ?
Maar bij U vind ik vergeving,
daarom zoekt mijn haart naar U.
Op de Heer stel ik mijn hoop,
op zijn word vertrouw ik.
Gretig zie ik naar Hem uit
meer dan wachters naar de ochtend.
Want de Heer is steeds barmhartig,
zijn genade onbeperkt.
Hij zal Israël verlossen
van zijn ongerechtigheid.
VERS VOOR HET EVANGELIE Joël, 2, 12-13
Bekeert u tot Mij met heel uw hart, spreekt de Heer,
want Ik ben genadig en barmhartig.
EVANGELIE Mt. 5, 20-26
Ga u eerst met uw broeder verzoenen.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen :
“Als uw gerechtigheid
die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult ge zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
“Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders is gezegd :
Gij zult niet doden.
Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
“Maar Ik zeg u :
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
“En wie tot zijn broeder zegt : raka,
zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin;
en wie zegt : dwaas,
zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.
“Als gij uw gave komt brengen naar het altaar
en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan uw gave voor het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw gave aan te bieden.
“Haast u het eens te worden met uw tegenpartij
zolang ge nog met hem onderweg zijt ;
anders zou uw tegenpartij
u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
“Voorwaar, Ik zeg u :
Ge zult daar niet uitkomen
voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.