http://kerkengeloof.wordpress.com

Paasmaandag

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

Overweging
Vandaag lezen we over het verraad van Judas in de versie van Matteüs. We vertrekken vanuit de volgende zin: ‘Wel gaat de Mensenzoon heen, zoals van Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon wordt overgeleverd! Het zou beter voor hem zijn, als hij niet geboren was, die mens’. Dit is een heel andere benadering dan die van Johannes. Het is ook een andere benadering dan de onze. Christenen huiveren en walgen al eeuwenlang van het verraad van Judas. Hier ligt veeleer de klemtoon op een ondraaglijk mysterie: op de nieuwtestamentische benadering van het vervullen van de Schriften. Hoe konden zij vervulling van de Schriften en persoonlijke verantwoordelijkheid samenbrengen? Alleen door het mysterie, mysterie te laten zijn, en beide elementen naast elkaar te vermelden.

EERSTE LEZING                                               Hand. 2, 14.22-32

Deze Jezus heeft God doen verrijzen en daarvan zijn wij allen getuigen.

Uit de Handelingen van de Apostelen

Op Pinksteren trad Petrus naar voren met de elf
en verhief zijn stem om het woord tot hen te richten :
“Gij allen,
mannen van Israël,
luistert naar deze woorden :
Jezus de Nazoreeër was een man wiens zending tot u
van Godswege bekrachtigd is.
“Gij kent immers zelf de machtige daden, wonderen en tekenen
die God door Hem onder u heeft verricht.
“Hem,
die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit
en voorkennis is uitgeleverd,
hebt gij door de hand van goddelozen
aan het kruis genageld en gedood.
“Maar God heeft Hem ten leven opgewekt
na de strikken van de dood te hebben ontbonden ;
want het was onmogelijk dat Hij daardoor werd vastgehouden.
“Doelend op Hem toch zegt David :
De Heer had ik voor ogen, altijd door,
Hij is aan mijn rechterhand
opdat ik niet zou wankelen.
“Daarom is er blijdschap in mijn hart
en jubelt mijn mond van vreugde;
ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop,
omdat Gij mijn ziel niet over zult laten aan het dodenrijk
en uw heilige geen bederf zult laten zien.
“Wegen ten leven hebt Gij mij doen kennen,
Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn.
“Mannen broeders,
ik mag wel vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David
dat hij gestorven en begraven is ;
we hebben immers zijn graf bij ons tot op deze dag.
“Welnu,
omdat hij een profeet was,
en wist, dat God hem een eed gezworen had
dat Hij een van zijn nakomelingen op zijn troon zou doen zetelen,
zei hij met een blik in de toekomst
over de verrijzenis van Christus,
dat Hij niet is overgelaten aan het dodenrijk
en dat zijn lichaam het bederf niet heeft gezien.
“Deze Jezus heeft God doen verrijzen
en daarvan zijn wij allen getuigen.”

TUSSENZANG                                   Ps. 16(15), 1-2a, 5, 7-8, 9-10, &&

Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht,
of : Alleluia.

Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht ;
Gij zijt mijn Heer, ik erken het,
ik vind geen geluk buiten U.
De Heer is mijn erfdeel, mijn dronk uit de beker,
Hij heeft mijn lot in zijn hand.

Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft,
Hij spreekt ook des nachts in mijn hart.
Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer,
ik val niet, want Hij staat naast mij.

Daarom ben ik vrolijk en blij van geest,
daarom kan ik rustig gaan slapen.
Mijn ziel laat Gij niet aan het dodenrijk over,
Gij levert uw dienaar niet uit aan het graf.
Gij zult mij de weg van het leven wijzen
om heel mijn vreugde te vinden bij U,
bestendig geluk aan uw zijde.

ALLELUIA                                                 Ps. 118(117), 24

Alleluia.
Dit is de dag, die de Heer heeft gemaakt,
Wij zullen hem vieren in blijdschap.
Alleluia.

SEQUENTIE                                      (vert. J.W. Schulte Nordholt)

Laat ons ’t Lam van Pasen loven,
’t Lam Gods met offers eren.
Ja het Lam redt de schapen,
Christus brengt door zijn onschuld
ons arme zondaren tot de Vader.
Dood en leven, o wonder,
moeten strijden tesamen.
Die stierf, Hij leeft, Hij is onze Koning.
Zeg het ons, Maria,
wat is ’t dat gij gezien hebt?
Het graf van Christus dat leeg was,
de glorie van Hem die opgestaan is,
eng’len als getuigen,
de zweetdoek en het doodskleed.
Mijn hoop, mijn Christus in leven !
Zie Hij gaat u voor naar Galilea.
Waarlijk Christus is verrezen : stond op uit de doden.
O Koning, onze Held, geef ons vrede. Alleluia.

EVANGELIE                                                       Mt. 28, 8-15

Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd
gingen de vrouwen terstond weg van het graf
met vrees en grote vreugde,
en zij haastten zich
het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.
En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zeide :
“Wees gegroet.”
Zij traden op Hem toe,
omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen :
“Weest niet bevreesd.
“Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen
dat zij naar Galilea moeten gaan
en daar zullen zij Mij zien.”
Terwijl de vrouwen nog onderweg waren,
gingen enkelen van de bewakers naar de stad
en berichtten aan de hogepriesters
alles wat er was voorgevallen.
Deze hielden een bijeenkomst met de oudsten
en, na overleg, gaven ze aan de soldaten een flinke som geld
met de opdracht :
“Zegt maar :
Zijn leerlingen zijn Hem in de nacht komen stelen
terwijl wij sliepen.
“En mocht dit soms de landvoogd ter ore komen,
dan zullen wij hem wel kalmeren
en er voor zorgen dat gij geen last krijgt.”
Zij namen het geld aan en deden zoals hun voorgezegd was.
Dit verhaal is onder de Joden verder verteld
tot op de dag van vandaag.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.

Gepubliceerd door leo

I am a 93 - old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

Ontdek meer van KERK en GELOOF/CHURCH and FAITH

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder