Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Openingswoord
De heilige Geest is de levensadem van de Kerk:
van Hem ontvangt zij al haar levenskracht,
de moed om te getuigen van Christus’ verrijzenis
en de vreugde om Gods goedheid.
Wij hebben de voorbije dagen gebeden
om de komst van Gods Geest.
Moge Hij in dit uur
ons hart raken en verwarmen met zijn vuur.
EERSTE LEZING Gen. 11, 1-9
Die stad noemt men Babel omdat daar verwarring is ontstaan in de taal van alle mensen.
Uit het boek Genesis
Alle mensen op aarde spraken één taal
en gebruikten dezelfde woorden.
Nadat ze uit het oosten weggetrokken waren,
vonden ze een vlakte in Sinear en vestigden zich daar.
Zij zeiden tot elkaar:
“Kom, laten wij tegels maken en ze harden in het vuur.”
De tegels gebruikten zij als bouwstenen
met asfalt als mortel.
Nu zeiden ze:
“Laten wij een stad bouwen met een toren
waarvan de spits tot in de hemel reikt:
dan krijgen wij de naam
en worden wij niet over de aardbodem verspreid.”
Toen de Heer neerdaalde om de stad
en de toren die de mensen bouwden,
in ogenschouw te nemen,
zei Hij:
“Nu zijn ze één volk
en spreken zij allen dezelfde taal.
“Wat zij nu doen, is nog maar een begin;
later zal geen enkel van hun plannen
meer te stuiten zijn.
“Laten wij neerdalen
en verwarring brengen in hun taal,
zodat de een niet meer verstaat wat de ander zegt.”
En de Heer dreef hen vandaar naar alle kanten,
de hele aardbodem over,en er kwam een einde aan de bouw van de stad.
Antwoordpsalm Ps. 104(103), 1-2a, 24 en 35c, 27-28, 29bc-30
Keervers
Zend uw Geest
en maak uw schepping weer nieuw.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
wat zijt Gij groot, Heer mijn God!
Met glorie en luister zijt Gij gekleed,
uw mantel is zuiver licht.
Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer,
en alles in wijsheid gemaakt.
De aarde is vol van uw schepsels,
de Heer zij altijd geprezen!
En al de dieren verwachten van U
dat Gij ze voedt op hun tijd.
Wat Gij voor hen uitstrooit verzamelen zij,
ze worden verzadigd als Gij uw hand opent.
Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.
TWEEDE LEZING Rom. 8, 22-27
De Geest pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van
Rome
Broeders en zusters,
Wij weten
dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door.
En niet alleen zij, – ook wijzelf
die toch reeds de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen,
ook wij zuchten over ons eigen lot
zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam.
In deze hoop zijn wij gered.
Maar men spreekt niet van hopen
als men het voorwerp van zijn hoop reeds aanschouwt:
wie verwacht nog wat hij al ziet?
Daar onze hoop gericht is op het onzichtbare,
moet onze verwachting gepaard gaan met standvastigheid.
Evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp.
Want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden,
maar de Geest zelf pleit voor ons
met onuitsprekelijke verzuchtingen.
En Hij die de harten doorgrondt,
weet waar de Geest op zint,
want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Kom, heilige Geest, vervgul het hart van uw gelovigen
en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.
Alleluia.
EVANGELIE Joh. 7, 37-39
Stromen van levend water zullen vloeien.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Johannes
Op de laatste en grootste dag van het feest
stond Jezus daar en riep met luide stem:
“Als iemand dorst heeft,
hij kome tot Mij.
“Wie in Mij gelooft,
hij drinke!
“Zoals de Schrift zegt:
Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.”
Hiermee doelde Jezus op de Geest
die zij die in Hem geloofden, zouden ontvangen,
want de Geest was er nog niet
omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de zondagen.