Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Elke dag ter beschikking
Openingswoord
Vandaag worden we uitgenodigd
om de wegen van God te bewandelen
en te kiezen voor het goede,
zodat ook wij vruchten voortbrengen.
In Gods naam mogen we hier dan ook samenzijn
en gemeenschap vormen.
Openen wij nu ons hart
om ons met de levende Heer te verenigen
en zijn wegen te leren kennen.
EERSTE LEZING Jes. 5, 1-7
De wijngaard van de Heer der hemelse machten is het huis van Israël.
Uit de profeet Jesaja
Ik wil zingen voor mijn vriend,
zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard.
Mijn vriend had een wijngaard,
die lag op een vruchtbare helling.
Hij spitte hem om en maakt hem vrij van stenen,
hij plantte er uitgelezen wingerden;
in het midden bouwde hij een toren
en hij kapte er een perskuip uit.
Toen hoopte hij druiven te krijgen,
maar de wijngaard gaf enkel wilde vruchten.
En nu, inwoners van Jeruzalem,
kinderen van Juda,
nu moet gij de rechters zijn
over mij en mijn wijngaard!
Wat had ik nog meer kunnen doen voor mijn wijngaard
en heb ik voor hem niet gedaan ?
Ik had op druiven gehoopt!
Waarom geeft hij mij wilde vruchten ?
Ik zal u dan nu vertellen
wat ik ga doen met mijn wijngaard.
Ik haal zijn omheining weg,
dat hij kaalgevreten kan worden.
Ik maak zijn muren stuk,
dat hij platgetrapt kan worden.
Ik maak van hem een verwilderd stuk grond;
hij wordt niet langer gesnoeid
en met geen hak meer bewerkt;
distels en dorens schieten er op,
en aan de wolken verbied ik
hun regen op hem te laten vallen.
De wijngaard van de Heer van de hemelse machten
is het huis van Israël.
Zijn bevoorrechte planten zijn de kinderen van Juda.
De Heer hoopte op recht maar zag onrecht,
geen betrachting
maar verkrachting van recht.
Antwoordpsalm Ps. 80(79), 9 en 12, 13-14, 15-16, 19-20
Keervers
De wijngaard van de Heer is het huis van Israël.
Gij hebt uit Egypte een wijnstok gehaald,
volken verdreven om hem te planten.
Hij strekte zijn ranken uit tot de zee,
tot de rivieren zijn loten.
Waarom hebt gij zijn omheining verwoest,
zodat wie langs komt, kan plukken ?
De wilde zwijnen woelen hem om,
het vee van het veld graast hem af.
God van de heerscharen, keer toch terug,
zie neer uit de hemel en let op uw wijngaard.
Bescherm wat uw eigen hand heeft geplant,
het stekje dat Gij hebt gekweekt.
Nooit meer zullen wij U verlaten:
bewaart Gij ons leven, dan prijzen wij U.
Heer, God der heerscharen, richt ons weer op,
laat uw aanschijn over ons lichten,
lach ons weer toe en wij zullen gered zijn.
TWEEDE LEZING Fil. 4, 6-9
De God van de vrede zal met u zijn.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van
Filippi
Broeders en zusters,
Weest onbezorgd.
Laat al uw wensen bij God bekend worden
in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging.
En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat,
zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
Tenslotte, broeders en zusters,
houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is,
al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein,
beminnelijk en aantrekkelijk,
op al wat deugd heet en lof verdient.
En brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd,
en wat gij van mij hebt gehoord en gezien.
Dan zal de God van vrede met u zijn.
Vers voor het evangelie Joh. 15, 16
Alleluia.
Ik heb u uitgekozen uit de wereld,
om op tocht te gaan en vruchten voort te brengen
die blijvend mogen zijn, zegt de Heer.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 21, 33-43
Hij zal zijn wijngaard aan andere wijnbouwers verpachten.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd sprak Jezus
tot de hogepriesters en de oudsten van het volk:
“Luistert naar deze gelijkenis:
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde;
hij zette er een heining omheen,
hakte een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren.
“Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers
en vertrok naar den vreemde.
“Toen de tijd van oogst gekomen was,
zond hij zijn dienaren naar de wijnbouwers
om de opbrengst in ontvangst te nemen.
“Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast.
“Zij mishandelden de een, doodden de ander
en stenigden een derde.
“Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten;
maar de wijnbouwers behandelden hen op dezelfde manier.
“Tenslotte stuurde de landeigenaar zijn zoon naar hen toe,
in de veronderstelling dat zij zijn zoon wel zouden ontzien.
“Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen,
zeiden ze onder elkaar:
Dat is de erfgenaam;
vooruit, laten we hem vermoorden
en ons zijn erfenis toe-eigenen.
“Ze grepen hem vast,
wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem.
“Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt,
wat zal hij dan wel met die wijnbouwers doen ?”
Ze antwoordden hem:
“Hij zal die misdadigers een ellendige dood doen sterven
en zijn wijngaard
zal hij aan andere wijnbouwers verpachten,
die hem de opbrengst
op de vastgestelde tijd zullen afdragen.”
Toen sprak Jezus tot hen:
“Hebt gij nooit in de Schrift gelezen:
De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd,
is juist de hoeksteen geworden.
“Op last van de Heer is dat gebeurd
en het is wonderbaar in onze ogen.
“Daarom zeg Ik u:
Het Rijk Gods zal u ontnomen worden
en gegeven aan een volk
dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijk huis
69. Terwijl wij op een verantwoordelijke wijze gebruik kunnen maken van de dingen, zijn wij geroepen te erkennen dat de andere levende wezens een eigen waarde ten overstaan van God hebben en “alleen al door hun bestaan de Heer zegenen en prijzen”, omdat de Heer zijn vreugde vindt in zijn werken. Juist op grond van zijn unieke waardigheid en omdat hij met verstand begiftigd is, is het menselijk wezen geroepen de schepping met haar innerlijke wetten te eerbiedigen, daar “de Heer door wijsheid de aarde heeft gegrondvest” (Spr. 3, 19) . Vandaag zegt de Kerk niet op een simplistische wijze dat de andere schepsels geheel aan het welzijn van het menselijk wezen zijn onderworpen, als hadden zij geen waarde op zich en wij er niet naar believen erover konden beschikken. Zo hebben de bisschoppen van Duitsland uitgelegd dat met betrekking tot de andere schepselen “men zou kunnen spreken van de prioriteit van het zijn ten opzichte van het ‘nuttig zijn’”. De Catechismus stelt op een zeer directe en indringende wijze ter discussie wat een verkeerd antropocentrisme zou zijn: “Ieder schepsel heeft zijn eigen goedheid en volmaaktheid (…). De verschillende schepselen, volgens hun eigen wezen gewild, weerspiegelen op hun eigen wijze de oneindige wijsheid en goedheid van God. Daarom moet de mens de eigen goedheid van elk schepsel respecteren om een ongeordend gebruik van de dingen te vermijden”.
Wordt vervolgd
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling