Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Paulus behandelt de kwestie aan van de christenen die voor rechtszaken moeten verschijnen voor heidense rechters. Hoe kan men een medechristen voor een heidense rechtbank brengen? Als er toch geoordeeld moet worden, dan binnen de christengemeenschap, met een wijze christen als rechter. Dank zij Gods rechtvaardigheid zullen allen geheiligd worden in de Naam van Jezus Christus en uit de kracht van de heilige Geest.
EERSTE LEZING I Kor. 6, 1-11
De ene broeder procedeert tegen de andere
en dat nog wel ten overstaan van ongelovigen.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen
van Korinte
Broeders en zusters,
Blijkbaar zijn er onder u
die als zij een kwestie hebben met hun naaste,
hun recht gaan zoeken bij de ongerechtigen
en niet bij de heiligen.
Weet gij niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen?
En als het oordeel over de wereld bij u berust,
zoudt gij dan niet bevoegd zijn
voor de meest onbeduidende rechtszaken?
Weet gij niet dat wij over engelen zullen oordelen?
Hoeveel te meer dan over alledaagse dingen.
Voor dit soort geschillen moest gij hen
die in de gemeente niet in tel zijn, zitting laten houden.
Dit zeg ik om u te beschamen.
Er is onder u toch wel een verstandig man
die tussen broeders uitspraak kan doen?
In plaats daarvan procedeert de ene broeder tegen de andere
en dan nog wel ten overstaan van ongelovigen.
Dat gij tegen elkaar processen voert is al treurig genoeg.
Waarom lijdt gij niet liever onrecht?
Waarom laat gij u niet benadelen?
Maar gij pleegt zelf onrecht,
zelf berokkent gij schade,
en nog wel aan broeders.
Weet gij niet dat zij die onrecht plegen
het koninkrijk Gods niet zullen erven?
Maak uzelf niets wijs !
Hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers,
schandknapen, knapenschenders,
dieven, gierigaards, dronkaards,
lasteraars, oplichters,
zij zullen het koninkrijk Gods niet erven.
En sommigen van u zijn dat wel geweest
maar nu hebt gij u rein gewassen :
gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd
in de naam van de Heer Jezus Christus
en door de Geest van onze God.
TUSSENZANG Ps. 149, 1-2, 3-4, 5-6a, 9b
Onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.
of : Alleluia.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zijn lof weerklinke te midden der zijnen.
Israël juiche zijn Schepper toe,
laat Sions zonen hun koning begroeten.
Looft zijn Naam in een heilige dans,
bespeelt voor Hem harp en citer.
Want onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.
Jubelt dus, heiligen, om uw triomf,
viert feest in uw legerplaatsen.
Gaat met het lied van God in uw mond,
een taak die zijn vromen tot eer strekt.
ALLELUIA II Kor. 5, 19
Alleluia.
God was het die in Christus de wereld
met zich verzoende,
en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 6, 12-19
Jezus bracht de nacht door in gebed.
Hij koos twaalf leerlingen,
aan wij Hij tevens de naam van apostel gaf.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas
In die dagen ging Jezus naar het gebergte om te bidden
en bracht daar de nacht door in gebed tot God.
Bij het aanbreken van de dag riep Hij zijn leerlingen bij zich
en koos er twaalf uit, aan wie Hij tevens de naam van apostel gaf :
Simon, aan wie Hij de naam Petrus gaf,
diens broer Andreas,
Jakobus en Johannes,
Filippus en Bartolomeüs,
Matteüs en Tomas,
Jakobus de zoon van Alfeüs,
Simon met de bijnaam ‘IJveraar’,
Judas de broer van Jakobus
en Judas Iskariot, die een verrader werd.
Samen met hen daalde Hij af,
maar Hij bleef staan op een vlak terrein.
Daar bevond zich een talrijke groep van zijn leerlingen
en een grote volksmenigte uit heel het Joodse land,
uit Jeruzalem en uit het kustland Tyrus en Sidon.
Zij waren gekomen om Hem te horen
en om van hun kwalen genezen te worden.
En die gekweld werden door onreine geesten vonden genezing.
Heel die menigte deed pogingen Hem aan te raken
want er ging van Hem een kracht uit die allen genas.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.