Inleiding
Gevolg gevend.
aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Er bestaat een grote samenhorigheid tussen vrede en armoede. het is immers een essentiële voorwaarde voor vrede om jezelf los te laten; je egoïsme te laten varen. Het is pas als je de ander als evenwaardig (h)erkent dat je kan zeggen dat je in staat bent om in vrede te leven-in harmonie met de ander en jezelf. Dat is ook de echte armoede: het leren leven met lege handen naar jezelf en anderen toe.
(Zr. Elisabeth Schonken, over de spiritualiteit van Franciscus)
EERSTE LEZING Job 42, 1-3.5-6.12-17
Nù hebben mijn ogen U aanschouwd.
Daarom herroep ik mijn woorden.
Uit het Boek Job
Toen gebeurde het
dat Job aan de Heer het volgende antwoord gaf :
“Ik heb erkend, dat Gij alle macht hebt ;
niets wat Gij wilt, wordt U geweigerd.
“Daarom sprak ik in domheid,
over dingen, te wonderbaar voor mijn begrip.
“Van horen zeggen had ik over U gehoord ;
“Daarom herroep ik mijn woorden en doe ik boete in stof en as.”
Toen zegende de Heer Job, meer nog dan tevoren,
en hij kreeg veertienduizend schapen,
duizend koppel runderen en duizend ezelinnen.
Hij kreeg ook zeven zonen en drie dochters.
De eerste noemde hij Jemina,
de tweede Kesia en de derde Keren-Happuk.
Er waren in het hele land geen vrouwen te vinden,
zo mooi als de dochters van Job,
en hun vader gaf hun een erfdeel evenals aan haar broers.
Daarna leefde Job nog honderdveertig jaar,
en hij zag zijn kinderen en kleinkinderen
tot in het vierde geslacht.
Toen stierf Job, hoogbejaard en levensmoe.
TUSSENZANG Ps. 119(118), 66, 71, 75, 91, 125, 130
Laat voor uw dienaar uw Aangezicht stralen, Heer.
Verleen mij dan inzicht en wijsheid,
want op uw geboden stel ik mijn hoop.
De kwelling was mij een weldaad :
zo leerde ik wat Gij beschikt.
Rechtvaardig is wat Gij bepaalt, Heer, ik weet het,
Gij hebt mij terecht gestraft.
Zoals Gij bepaald hebt, zo is het voor immer,
want al wat bestaat dient U.
Uw dienaar ben ik, geef mij verstand
om wat Gij verordent te kennen.
De uitleg van uw woorden geeft klaarheid,
schenkt wijsheid aan wie onervaren is.
ALLELUIA Ps. 130(129), 5
Alleluia.
Op de Heer stel ik mijn hoop,
op zijn woord vertrouw ik.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 10, 17-24
Verheugt u omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas
In die tijd keerden de tweeënzeventig leerlingen
vol blijdschap terug en zeiden :
“Heer, zelfs de duivels
onderwerpen zich aan ons door uw Naam.”
Jezus zei hun :
“Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel vallen.
“Ik heb u macht gegeven
op slangen en schorpioenen te treden,
te heersen over heel de kracht van de vijand ;
en niets zal u kunnen schaden.
“Toch moet ge u niet verheugen over het feit
dat de duivels aan u onderworpen zijn,
maar verheugt u
omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.”
Op dat uur jubelde Hij het uit, vervuld van de heilige Geest,
en Hij sprak :
“Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt
voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
“Ja, Vader,
zo heeft het U behaagd.
“Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.
“Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader ;
en wie de Vader is tenzij de Zoon
en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.”
Daarop keerde Hij zich naar zijn leerlingen afzonderlijk
en Hij zei tot hen :
“Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet.
“Ik zeg u :
Vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet
maar zij hebben het niet gezien;
en te horen wat gij hoort
maar zij hebben het niet gehoord.”
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands BijbelgenootschDe bijbeltekstap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.