Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
Overweging
Eens gaf Antonius les aan drie monniken over een zeer moeilijke kwestie uit het geloof, toen juist de bejaarde abt Paulus op bezoek kwam. Antonius vroeg aan de jongste van de drie monniken hoe hij over de kwestie dacht. De jongeman ging er onmiddellijk op in. Toen hij uitgesproken was, bleef vader Antonius enige tijd stil, en zei toen: “Het juiste antwoord heb je nog niet gevonden”. Toen kreeg de tweede het woord. Hij was al wat ouder, had al wat boeken gelezen en ervaring opgedaan. Hij koos geleerde woorden. Toen hij uitgesproken was, zei vader Antonius: “Ook jij hebt het juiste antwoord nog niet gevonden.” Tenslotte mocht de oudste van de drie een antwoord geven. Hij liet lange stiltes vallen, sprak bedachtzaam en je kon merken dat hij al veel had gelezen en een lange gebedservaring achter de rug had. Toen hij was uitgesproken, merkte vader Antonius op: “Toch heb je het juiste antwoord nog niet gevonden”. Hij wende zich tot oude oude abt en vroeg: ” Vader Paulus, zou u er misschien iets over kunnen zeggen?” Nu bleef het geruime tijd stil. Tenslotte zei vader Paulus: “Ik weet het niet…” Vader Antonius wende zich tot zijn drie leerlingen en met opgestoken vinger zei hij: “Vader Paulus heeft het juiste antwoord gevonden”. (naar de Vaderspreuken)
EERSTE LEZING hebr. 3, 7-14
Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang het “heden” duurt.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,
Luistert naar wat de heilige Geest zegt :
“Heden, als gij zijn stem hoort,
weest dan niet halsstarrig
zoals eertijds bij het oproer,
op de dag van de uitdaging in de woestijn,
waar uw vaderen Mij hebben uitgedaagd
en op de proef gesteld
ofschoon zij mijn werk gezien hadden, veertig jaar lang.
“Daarom werd Ik toornig op dat geslacht
en Ik zei : Altijd door dwaalt hun hart ;
mijn wegen hebben zij niet willen kennen.
“En Ik heb gezworen in mijn gramschap :
nooit zullen zij ingaan in mijn rust.”
Zorgt ervoor, broeders en zusters,
dat onder u niemand zo’n slechte en trouweloze gezindheid heeft,
die leidt tot afval van de levende God.
Spreekt elkaar moed in
elke dag, zolang dat ,heden’ duurt,
zodat niemand zich door de zonde
tot zulk een halsstarrigheid laat verleiden.
Want wij zijn Christus’ deelgenoten geworden,
mits we ons aanvankelijk vertrouwen
ongeschokt bewaren tot het einde.
TUSSENZANG Ps. 95(94), 6-7, 8-9, 10-11
Luistert heden naar de stem van de Heer,
en weest niet halsstarrig.
Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen,
neerknielen voor Hem die ons schiep.
Hij is onze God en wij zijn volk,
Hij is de herder en wij zijn kudde.
Luistert heden dan naar zijn stem :
weest niet halsstarrig als eens in Meriba,
zoals in Massa in de woestijn ;
waar uw vaderen Mij wilden tarten
ofschoon zij mijn daden hadden gezien.
Veertig jaar stond dit volk Mij tegen :
Ik sprak : zij zijn toch een dolend volk,
zij kennen mijn wegen niet.
Daarom heb Ik in gramschap gezworen :
nimmer vinden zij rust bij Mij.
ALLELUIA Ps. 27(26), 11
Alleluia.
Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand,
leid mij langs effen paden.
Alleluia.
EVANGELIE Mc. 1, 40-45
Terstond verdween de melaatsheid en de man was gereinigd.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Marcus
Er kwam eens een melaatse bij Jezus
die op zijn knieën viel en Hem smeekte :
“Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.”
Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit,
raakte hem aan en sprak tot hem :
“Ik wil, word rein.”
Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij hem met klem :
“Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt,
maar ga u laten zien aan de priester
en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven,
om ze het bewijs te leveren.”
Eenmaal vertrokken
begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen
en ruchtbaarheid aan de zaak te geven,
met het gevolg
dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen,
maar buiten op eenzame plaatsen verbleef.
Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen.