http://kerkengeloof.wordpress.com

Maandag H. Johannes Eudes, pr.

Inleiding

Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.

Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.

Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.

OVERWEGING

Het is steeds hetzelfde patroon waarin Israël vervalt: het volk verkeert in nood, waarop het zich berouwvol bekeert tot de enige God. Vervolgens redt God zijn mensen, waarop zij opnieuw hun Heer ontrouw worden. Na de dood van Jozua ontstaat opnieuw een soortgelijke situatie. Hoe zal Israël nu in dat beloofde land leven en de opdrachten en voorschriften van de Heer onderhouden? Hoe kan men chaos vermijden als er geen echte leider is? Moet er geen koning komen? Het antwoord is: altijd staat er in de Bijbelse geschiedenis iemand op wanneer de tijden moeilijk worden: een charismatische figuur, een leider, een richter. Dat is Gods belofte, ook aan ons.

EERST LEZING                                     Recht. 2, 11-19
De Heer liet rechters optreden in Israël;
maar ook naar hun rechters bleef het volk niet luisteren.

Uit het boek van de Rechters

In die dagen
begonnen de Israëlieten te doen wat de HEER mishaagt.
Zij vereerden de Baäls
en verlieten de HEER,
de God van hun vaderen, die hen uit Egypte geleid had.
Zij liepen achter andere goden aan,
goden van de volken uit hun omgeving;
zij bogen zich voor hen neer en krenkten de HEER.
Zij verlieten de HEER en vereerden Baäl en de Astarten.
Toen ontbrandde de toorn van de HEER tegen Israël.
Hij leverde hen over aan plunderaars die hen beroofden
en gaf hen prijs aan hun vijanden rondom,
zodat zij niet langer tegen hun tegenstanders waren opgewassen.
Alles wat zij ondernamen mislukte,
omdat de HEER tegen hen was,
zoals Hij gezegd en gezworen had.
Maar telkens als de nood het hoogst was
liet de HEER rechters optreden,
die hen uit de greep van de plunderaars bevrijdden.
Maar ook naar hun rechters bleven zij niet luisteren.
Ontuchtig liepen zij achter andere goden aan,
en bogen zich voor hen neer.
Al heel gauw weken zij weer af
van de weg die hun voorvaderen gevolgd hadden;
die hadden gehoorzaamd aan de geboden van de HEER;
zij deden dat niet.
Als God de HEER een rechter liet optreden,
was Hij met de rechter zolang die leefde.
De HEER bevrijdde hen uit de macht van hun vijanden,
want als zij zuchtten
onder het juk van hun vervolgers en verdrukkers,
kreeg Hij weer medelijden met hen.
Maar nauwelijks was de rechter gestorven,
of zij vervielen opnieuw tot zonden, erger nog dan hun vaderen.
Zij liepen achter andere goden aan,
vereerden die en bogen zich voor hen neer.
Zij weigerden hardnekkig
met die vroegere praktijken en gewoonten te breken.

TUSSENZANG                           Ps. 106(105), 34-35,36-37, 39-40, 43ab, 44

Vergeet mij niet, Heer, die uw volk welgezind zijt.

Onze vaderen roeiden de inlandse volken niet uit
zoals de Heer had bevolen ;
maar mengden zich onder de heidenen
en namen hun slechte gewoonten over.

Zij bogen de knie voor hun godenbeelden,
die werden hen tot een valstrik.
Hun eigen zonen offerden zij,
hun dochters aan de demonen.

Zij maakten zichzelf onrein door hun daden,
bedreven ontucht door hun gedrag.
Daarom werd de Heer vertoornd op zijn volk
en walgde Hij van zijn erfdeel.

Hoe dikwijls de Heer ook verlossing bracht,
zij tergden Hem telkens opnieuw.
Maar God trok zich hun ellende aan
zo vaak Hij hun noodkreten hoorde.

Alleluia                                           II Tess. 2, 14

Alleluia.
God heeft ons geroepen
door de verkondiging van het evangelie,
opdat wij de heerlijkheid
van onze Heer Jezus Christus zouden verwerven.
Alleluia.

EVANGELIE                                        Mt. 19, 16-22
Wilt ge volmaakt zijn, verkoop wat ge bezit,
en daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
.

Eens kwam iemand naar Jezus toe om te vragen:
“Meester, wat voor goeds moet ik doen
om het eeuwig leven te verwerven?”
Hij zei hem:
“Waarom wilt ge van Mij weten wat goed is?
Eén slechts is er goed.
Als gij het Leven wilt binnengaan,
onderhoud dan de geboden.”
“Welke” – vroeg hij.
Jezus antwoordde:
“De bekende:
Gij zult niet doden,
gij zult geen echtbreuk plegen,
gij zult niet stelen,
gij zult niet vals getuigen,
eer uw vader en uw moeder
en gij zult uw naaste beminnen als uzelf.”
“Dat heb ik allemaal onderhouden”
– verklaarde de jongeman –
“waarin schiet ik nog tekort?”
Jezus sprak tot hem:
“Wilt ge volmaakt zijn,
ga dan naar huis,
verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen;
daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten.
En kom dan terug om Mij te volgen.”
Maar toen de jongeman deze raad hoorde,
ging hij ontdaan heen,
omdat hij vele goederen bezat.

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: