Inleiding
Gevolg gevend aan de Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium van Paus Franciscus, wil deze inleiding U deelgenoot maken aan de vreugde van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd, kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen voor de genezende werking van Gods woord.
Het evangelie is eerst en vooral een uitnodiging om een antwoord te geven aan God die ons liefheeft en redt, door Hem te erkennen in de ander en door uit onszelf te treden om het goede te zoeken voor allen. Het evangelie reikt die eenheid en volheid van het menselijk leven aan, die de beste remedie is tegen alle vormen van kwaad.
Langs deze elektronische weg wordt U uitgenodigd om dagelijks het evangelie te lezen en even na te denken over de betekenis voor uw leven. Het is vanaf 8 uur ‘s morgens steeds ter beschikking.
OVERWEGING
Onze tijd wordt gekenmerkt door een grote diversiteit van meningen en tegengestelde standpunten. Het wordt steeds moeilijker om uit te maken wat waarheid is en wat niet. In de samenleving worden vertrouwde waarden in vraag gesteld, grote principes sneuvelen, ons geloof moeten we eerder verdedigen dan dat we gelegenheid krijgen om het vrijmoedig te verkondigen. Precies met deze situatie wordt Paulus geconfronteerd in zijn tijd. Hij pleit ervoor om terug te keren naar de bron wanneer we de weg niet meer weten, of wanneer we uit zelfverdediging oogkleppen dreigen op te zetten. Christenen mogen zich keren naar Gods woord. Dan worden zij open en ontvankelijke mensen, die op een gezonde manier afstand kunnen nemen van uiterlijke rijkdom, en onthecht kunnen leven.
EERSTE LEZING I Tim. 6, 2c-12
Gij, man Gods, moet streven naar gerechtigheid.
HH. Andreas Kim Taegon, priester, en Paulus Chong Hasang, en gezellen, martelaren. Vrijdag in week 24 door het jaar
.
Dierbare, Zo moet gij leren en vermanen.
Wie een afwijkende leer verkondigt
en zich niet houdt
aan de gezonde beginselen van onze Heer Jezus Christus
en de leer van onze godsdienst,
is een verwaand mens,
zonder werkelijke wetenschap
maar met een ziekelijke belangstelling
voor twistvragen en woordenstrijd.
Hieruit kan niets anders voortkomen dan afgunst,
onenigheid, gelaster, achterdocht en eindeloze discussies,
het werk van mensen wier geest verward is
en van de waarheid verstoken.
Zij zien in de godsvrucht een bron van inkomsten.
Nu brengt de godsvrucht ongetwijfeld grote winst
maar alleen voor hem die tevreden is met wat hij heeft.
Want wij hebben in deze wereld niets meegebracht
en kunnen er ook niets uit meenemen.
Als wij voedsel en kleding hebben, moet ons dat genoeg zijn.
Zij die zich willen verrijken vallen in verzoeking
en in de strik van allerlei dwaze en kwalijke begeerten
die een mens in verderf en ondergang storten.
Want de geldzucht is de wortel van alle kwaad.
Door deze hartstocht zijn sommigen al van het geloof afgedwaald
en hebben zich afgemarteld met kwellingen zonder tal.
Gij echter, man Gods, moet dit alles mijden.
Streef naar gerechtigheid,
godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid.
Strijd de goede strijd van het geloof,
grijp het eeuwige leven.
Daartoe zijt gij geroepen,
daartoe hebt gij de goede belijdenis afgelegd
ten overstaan van vele getuigen.
TUSSENZANG Ps. 49(48), 6-7, 8-10, 17-18, 19-20
Zalig de armen van geest,
want aan hen behoort het Rijk der hemelen (Mt. 5,3).
Waarom zou ik vrezen voor slechte tijden,
wanneer ik door booswichten word belaagd?
Door mensen die rekenen op hun rijkdom
en die zich beroemen op hun bezit.
Er is toch geen mens die zich vrij kan kopen,
zijn eigen losgeld betalen aan God?
Te hoog is de prijs voor een eeuwig leven,
nooit is er genoeg om de dood te ontgaan.
Verlies dus de moed niet wanneer iemand rijk wordt,
wanneer in zijn huis de weelde steeds groeit.
Hij zal als hij dood gaat niets mee kunnen nemen,
zijn rijkdommen gaan niet met hem in het graf.
Al prijst hij zich tijdens zijn leven gelukkig :
je bent te benijden, het gaat je goed;
Toch moet hij zich eens bij zijn vaderen voegen
die nooit meer het licht van de zon zullen zien.
ALLELUIA Ps. 130(129), 5
Alleluia.
Op de Heer stel ik mijn hoop,
op zijn woord vertrouw ik.
Alleluia.
EVANGELIE Lc. 8, 1-3
Vrouwen vergezelden de Heer;
zij zorgden voor Hem uit eigen middelen.
.
In die tijd trok Jezus predikend rond
door stad en dorp
en verkondigde de Blijde Boodschap van het Rijk Gods.
De twaalf vergezelden Hem
en ook enkele vrouwen
die van boze geesten en ziekten verlost waren:
Maria die Magdalena wordt genoemd,
uit wie zeven duivels waren weggegaan,
Johanna, de vrouw van Herodes’ rentmeester Chuzas,
Susanna en vele anderen, die uit eigen middelen voor hen zorgden.
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.