http://kerkengeloof.wordpress.com

Maandag – H. Antonius van Padua, pr. en krkl.

Geboren in Lissabon op 15 augustus 1195
Overleden in Padua op 13 juni 1231
Patroon van verloren zaken

Uitnodiging

Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?

Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.

Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking

Overweging

De woorden van Jezus kunnen niet zonder meer letterlijk toegepast worden in onze hedendaagse samenleving. Jezus’ boodschap is niet bedoeld om recht en juridische uitspraken overbodig te maken of onderuit te halen: er zijn omstandigheden waarin men het recht heeft – of zelfs de plicht – om zichzelf of anderen te verdedigen. Jezus’ woorden dagen ons uit om onszelf te bevragen. Het kwade dat ons wordt aangedaan, verdwijnt niet wanneer wij er wraak voor nemen: het behaalt integendeel een dubbele overwinning: het wordt ons niet alleen aangedaan, het neemt ook bezit van ons. Durven wij het kwade bestrijden met het goede? Durven wij haat bestrijden met de liefde?

EERSTE EZING                                                               1 Kon. 21, 1-16
Ze voerden Nabot buiten de stad en stenigden hem dood

Uit het eerste Boek der Koningen

Nabot de Jizreëliet bezat een wijngaard, gelegen te Jizreël,
naast het paleis van Achab, de koning van Samaria.
Op een dag richtte Achab tot Nabot het verzoek :
“Sta mij uw wijngaard af;
dan maak ik er een moestuin van,
want hij ligt vlak naast mijn paleis.
“Ik zal u er een betere wijngaard voor in de plaats geven,
of als u dat liever hebt, zal ik hem voor geld kopen.”
Maar Nabot zei tot Achab :
“De Heer beware mij ervoor
dat ik het erfdeel van mijn vaderen aan u zou afstaan.”
Toen ging Achab naar huis, somber gestemd en toornig
vanwege het antwoord dat Nabot de Jizreëliet hem gegeven had :
Ik sta u het erfdeel van mijn vaderen niet af.
Hij ging op bed liggen,
wendde zijn gezicht af en wilde niets eten.
Daarop kwam zijn vrouw Izebel bij hem en vroeg :
“Waarom ben je toch zo somber gestemd en wil je niets eten?”
Achab antwoordde :
“Ik heb Nabot de Jizreëliet verzocht
mij zijn wijngaard te verkopen,
of als hij dat liever had, tegen een andere te ruilen.
“Maar hij heeft mij geantwoord :
Ik sta u mijn wijngaard niet af.”
Toen zei zijn vrouw Izebel tot hem :
“Ben jij nu de man die in Israël de koningsmacht uitoefent ?
“Sta op, eet wat, dan knap je weer op ;
ik zal zorgen dat je die wijngaard van Nabot de Jizreëliet krijgt.”
Ze schreef een brief onder de naam van Achab,
verzegelde die met zijn zegel
en zond hem aan de oudsten en notabelen
die in dezelfde stad woonden als Nabot.
In die brief had ze geschreven :
“Kondig een vasten af
en zet Nabot bij de vergadering van het volk vooraan.
“Laat dan een paar gemene kerels tegenover hem plaatsnemen
en hem beschuldigen van godslastering en majesteitsschennis.
“Voer hem dan buiten de stad en stenig hem dood.”

De medeburgers van Nabot,
de oudsten en de notabelen die in dezelfde stad woonden als hij,
deden alles wat Izebel hun had opgedragen
en wat geschreven stond in de brief die ze hun had gestuurd.
Ze kondigden een vasten af
en lieten Nabot bij de volksvergadering vooraan plaatsnemen.
Toen kwamen er twee gemene kerels,
die tegenover Nabot gingen zitten
en ten aanhoren van al het volk verklaarden :
“Nabot heeft God en de koning vervloekt.”
Ze voerden Nabot buiten de stad en stenigden hem dood.
Toen berichtten ze Izebel:
“Nabot is gestenigd : Hij is dood.”
Zodra Izebel vernam dat Nabot doodgestenigd was,
zei ze tot Achab :
“Sta op, neem bezit van de wijngaard van Nabot de Jizreëliet,
die hij je niet wilde verkopen,
want Nabot is niet meer in leven; hij is dood.”

Zodra Achab hoorde dat Nabot dood was,
begaf hij zich op weg
om de wijngaard van Nabot de Jizreëliet in bezit te nemen.

TUSSENZANG                                                   Ps. 5, 2-3, 5-6, 7

Sla acht, Heer, op mijn smartelijk zuchten.

Heer, luister naar wat ik U zeggen wil,
sla acht op mijn smartelijk zuchten.
Aanhoor de stem die uw aandacht vraagt,
want Gij zijt mijn God en mijn koning.

Reeds vroeg in de morgen hoort Gij mijn stem,
reeds vroeg mijn hoop en verlangen.
Gij zijt toch geen God die onrecht verdraagt,
bij U kan geen booswicht vertoeven.

Geen zondaar kan U in de ogen zien,
Gij haat hen die onrecht bedrijven.
Die leugentaal spreken vernietigt Gij,
Gij gruwt van bloeddorst en wreedheid.

ALLELUIA                                                             Ps. 95,(94), 8ab

Alleluia
Luistert heden naar de stem van de Heer
en weest niet halsstarrig.
Alleluia.

EVANGELIE                                                            Mt. 5, 38-42
Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen :
“Gij hebt gehoord dat er gezegd is :
Oog om oog, tand om tand.
“Maar Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht,
doch als iemand u op de rechterwang slaat
keert hem dan ook de andere toe.
“En als iemand u voor het gerecht wil dagen
en uw onderkleed afnemen,
laat hem dan ook het bovenkleed.
“En als iemand u vordert één mijl met hem te gaan
gaat er twee met hem.
“Geeft aan wie u vraagt
en wendt u niet af als iemand van u lenen wil.”

__________________________________________________________________________________

Laudato Si

Encycliek van

PAUS FRANCISCUS

Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis

81. Ook al veronderstelt de mens processen van evolutie, toch brengt het menselijk wezen een nieuwheid met zich mee die niet geheel is te verklaren uit de evolutie van andere open systemen. Ieder van ons beschikt op zich over een persoonlijke identiteit, die in staat is in dialoog te treden met de ander en met God zelf. Vermogen tot reflectie, redeneren, creativiteit, interpretatie, artistieke uitwerking en andere nieuwe vaardigheden laten een uitzonderlijkheid zien die boven het fysieke en biologische niveau uit gaat. De kwalitatieve nieuwheid die het ontstaan van een persoonlijk wezen binnen de materiële schepping inhoudt, veronderstelt een direct handelen van God, een bijzondere roeping tot leven en tot een relatie van een Jij tot een ander jij. Uitgaande van de Bijbelteksten beschouwen wij de persoon als een subject dat nooit tot de categorie van een object kan worden gereduceerd.

Wordt vervolgd                 Voor voorafgaande publicaties scroll naar beneden

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________

Monday – St. Anthony of Padua, pr. and clgm.

Invitation

May I hereby draw your attention to
the daily reading of the Gospel?

This invitation wants to share with you the joy of the Gospel.
Everyone, no one excepted,
can experience this joy by opening his heart
to the healing effect of God’s word.

Available every morning from 7 am

Consideration

The words of Jesus cannot be applied literally in our contemporary society. Jesus’ message is not meant to make law and legal judgements superfluous or to undermine them: there are circumstances in which one has the right – or even the duty – to defend oneself or others. Jesus’ words challenge us to question ourselves. The evil that is done to us does not disappear when we take revenge for it: on the contrary, it achieves a double victory: it is not only done to us, it takes possession of us. Do we dare to fight evil with good? Shall we dare to combat hatred with love?

FIRST READING     1 Kings 21, 1-16
They took Nabot out of the city and stoned him to death

From the First Book of Kings

Nabot the Jezreelite owned a vineyard in Jezreel,
next to the palace of Ahab, the king of Samaria.
One day Ahab asked Nabot:
“Give me your vineyard;
and I will make it into a vegetable garden,
for it is near my palace.
“I will give you a better vineyard in its place,
or if you prefer, I will buy it for money.”
But Nabot said to Ahab :
“The Lord keep me from giving up my fathers’ inheritance to you.”
Then Ahab went home, gloomy and angry
because of the answer Nabot the Jezreelite had given him:
I will not give you the inheritance of my fathers.
He lay down on his bed,
he turned away his face and would eat nothing.
Then his wife Jezebel came to him and asked :
“Why are you so gloomy and unwilling to eat anything?”
Ahab answered :
“I asked Nabot the Jezreelite to sell me his vineyard,
or if he preferred, to trade it for another.
“But he answered me :
I will not give you my vineyard.”
Then his wife Izebel said to him :
“Are you now the man who exercises the power of kings in Israel?
“Get up, eat something and you will recover;
I will see to it that you get the vineyard of Nabot the Jezreelite.”
She wrote a letter under the name of Ahab,
sealed it with his seal
and sent it to the elders and notables
who lived in the same city as Nabot.
In that letter she had written :
“Announce a fast
and put Nabot at the front of the assembly of the people.
“Then let some mean fellows sit down opposite him
and accuse him of blasphemy of majesty.
“Then take him out of the city and stone him to death.”

The fellow citizens of Nabot,
the elders and the dignitaries who lived in the same city as him,
did everything that Jezebel had told them to do
and what was written in the letter she had sent them.
They declared a fast
and they made Nabot sit at the front of the assembly.
Then two mean fellows came,
and they sat down opposite Nabot
and declared to all the people:
“Nabot has cursed God and the king.”
They took Nabot out of the city and stoned him to death.
Then they told Izebel:
“Nabot is stoned : he is dead.”
As soon as Izebel heard that Nabot was stoned to death,
she said to Ahab:
“Arise, take possession of the vineyard of Nabot the Jezreelite ,
which he would not sell you,
for Nabot is no longer alive; he is dead.”

As soon as Ahab heard that Nabot was dead,
he set out
to take possession of the vineyard of Nabot the Jezreelite.

INTERLUDIUM    Ps. 5, 2-3, 5-6, 7

Hearken, O Lord, to my sorrowful cry.

Lord, listen to what I want to say to you,
heed my sorrowful cry.
Hear the voice that calls your attention,
for Thou art my God and my king.

Already early in the morning Thou hearest my voice,
early in the morning my hopes and desires.
Thou art not a God that endureth iniquity,
No evil-doer can abide with Thee.

No sinner can look into Thy eyes,
Thou hatest those who do injustice.
Thou destroyst those who speak lies,
Thou dost abhor bloodlust and cruelty.

ALLELUIA Ps. 95(94), 8ab

Alleluia
Listen to the voice of the Lord today
and be not obstinate.
Alleluia.

GOSPEL    Mt 5, 38-42
I tell you not to resist injustice.

From the Holy Gospel of our Lord Jesus Christ according to
Matthew

At that time Jesus said to his disciples :
“You have heard that it was said :
An eye for an eye, a tooth for a tooth.
“But I tell you not to resist injustice,
but if anyone strikes you on the right cheek, turn to him the other also.
“And if any man will sue thee in equity
and take away your underclothes,
let him also have the outer garment.
“And if anyone commands you to go a mile with him, go two miles with him.
“Give to whom you ask
and do not turn away if anyone wishes to borrow from you.”

__________________________________________________________________________________

Laudato Si

Encyclic of

POPE FRANCIS

On Care of the Common Home

81.Even if human beings presuppose processes of evolution, the human being brings with it a newness which cannot be fully explained by the evolution of other open systems. Each of us possesses a personal identity in itself, capable of dialogue with the other and with God himself. The capacity for reflection, reasoning, creativity, interpretation, artistic elaboration and other new skills reveal an exceptionality that goes beyond the physical and biological level. The qualitative newness implied in the emergence of a personal being within the material creation presupposes a direct action of God, a special calling to life and to a relationship of one You to another You. On the basis of the Bible texts, we regard the person as a subject who can never be reduced to the category of an object.

To be continued                  For previous publications scroll down

The Bible text in this edition is taken from The New Bible Translation,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Recitals from Liturgical suggestions for the weekdays and Sundays
Laudato Si Official English translation
_____________________________________________________________________________

Gepubliceerd door leopardoel

I am a 91-years old retired Johnson & Johnson researcher, who wants to spend the rest of his years to the spreading of the gospel in a daily blog.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: