Uitnodiging

Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?

Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.

Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking

 

Openingswoord

Aan iets dat je terugvindt,
beleef je vaak meer vreugde
dan aan wat je al lang bezit.
Vandaag schetst Jezus ons het portret
van een God die op zoek is naar mensen,
in de hoop hen terug te vinden.
Misschien zijn wij allen wel de mensen naar wie Hij op zoek is.
Misschien is God straks gelukkig,
omdat Hij ons heeft teruggevonden.
Zijn wij bereid om ons door God te laten vinden?
Geven we Hem daartoe de kans?

 

EERSTE LEZING            Ex. 32, 7-11.13-14
De Heer zag af van het onheil waarmee Hij zijn volk had bedreigd.

Uit het boek Exodus

In die dagen sprak de HEER tot Mozes:
“Ga nu naar beneden,
want het volk dat gij uit Egypte hebt geleid,
is tot zonde vervallen.
Zij zijn nu al afgeweken van de weg
die Ik hun had voorgeschreven;
ze hebben een stierebeeld gemaakt,
ze buigen zich daarvoor neer,
ze dragen er offers voor op en schreeuwen:
Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.”
Ook sprak de HEER tot Mozes:
“Ik zie nu hoe halsstarrig dit volk is.
Laat Mij begaan;
dan kan Ik hen in mijn brandende toorn vernietigen.
Maar van u zal Ik een groot volk maken.”

Mozes trachtte de HEER, zijn God, gunstig te stemmen en vroeg:
“Waarom HEER, uw toorn laten woeden tegen het volk
dat Gij met grote kracht en sterke hand
uit Egypte hebt geleid?
Denk aan uw dienaren Abraham, Isaäk en Israël,
aan wie Gij onder ede beloofd hebt:
Ik zal uw nageslacht talrijk maken als de sterren aan de hemel,
en heel het land waarover Ik heb gesproken
zal Ik uw nakomelingen voor altijd in bezit geven.
Het zal voor eeuwig hun erfdeel zijn.”

Toen zag de HEER af van het onheil
waarmee Hij zijn volk had bedreigd.

Antwoordpsalm              Ps. 51(50) 3-4, 12-13, 17 en 19

Keervers
Ik ga weer naar mijn vader.

God, ontferm U over mij in uw barmhartigheid,
delg mijn zondigheid in uw erbarmen.
Was mijn schuld volkomen van mij af,
reinig mij van al mijn zonden.

Schep in mij een zuiver hart, mijn God,
geef mij weer een vastberaden geest.
Wil mij niet verstoten van uw aanschijn,
neem uw heilige Geest niet van mij weg.

Heer, maak Gij mijn lippen los,
dat mijn mond uw lof kan zingen.
Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid,
een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af.

 

TWEEDE   LEZING            I Tim. 1,12-17

Christus is gekomen om zondaars te redden.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs

Dierbare,

Ik zeg dank aan Hem die mij sterkt,
aan Christus Jezus onze Heer,
dat Hij mij zijn vertrouwen heeft geschonken
door mij in zijn dienst te nemen,
hoewel ik eertijds een godslasteraar was,
een vervolger en geweldenaar.
Maar mij is barmhartigheid bewezen
omdat ik, nog ongelovig, handelde in onwetendheid.
En ik werd in rijke overvloed de genade van onze Heer deelachtig
en daarmee het geloof en de liefde die in Christus Jezus zijn.
Dit woord is betrouwbaar en volkomen geloofwaardig:
“Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden.”
En de eerste van hen ben ik.
Daarom juist is mij barmhartigheid bewezen:
Jezus Christus wilde heel zijn lankmoedigheid bewijzen,
aan mij als eerste, als een model voor allen
die in de toekomst op Hem zouden vertrouwen
en eeuwig leven winnen.
Aan de Koning der eeuwen,
aan de onvergankelijke, onzichtbare, enige God
zij eer en roem in de eeuwen der eeuwen!
Amen.

Vers voor het evangelie            2 Kor. 5, 19

Alleluia.
God heeft in Christus de wereld met zich verzoend
en Hij gaf ons de boodschap van de verzoening mee.
Alleluia.

 

EVANGELIE              Lc. 15, 1-32

Er zal in de hemel vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas

In die tijd kwamen tollenaars en zondaars van allerlei slag
bij Jezus om naar Hem te luisteren.
De Farizeeën en de schriftgeleerden morden daarover en zeiden:
“Die man ontvangt zondaars en eet met hen.”
Hij hield hun deze gelijkenis voor:
“Wanneer iemand onder u honderd schapen heeft
en er één van verliest,
laat hij dan niet de negenennegentig in de wildernis achter
om op zoek te gaan naar het verlorene
totdat hij het vindt?
En als hij het vindt legt hij het vol vreugde op zijn schouders
en hij gaat naar huis, roept zijn vrienden en buren bij elkaar
en zegt hun:
Deelt in mijn vreugde,
want mijn schaap dat verloren was geraakt heb ik gevonden.
Ik zeg u:
Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn
over één zondaar die zich bekeert,
dan over negenennegentig rechtvaardigen
die geen bekering nodig hebben.
Of welke vrouw die tien zilverstukken bezit en er één verliest,
steekt niet een lamp aan,
veegt niet het huis en zoekt niet zorgvuldig totdat ze het vindt?
En als ze het gevonden heeft
roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar en zegt:
Deelt in mijn vreugde,
want het zilverstuk dat ik had verloren, heb ik gevonden.
Zo zeg Ik u, is er vreugde bij de engelen van God
over één zondaar die zich bekeert.”
Hij sprak:
“Een man had twee zonen.
Nu zei de jongste van hen tot zijn vader:
Vader geef mij het deel van het bezit waarop ik recht heb. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.
Niet lang daarna pakte de jongste alles bij elkaar
en vertrok naar een ver land.
Daar verkwistte hij zijn bezit in een losbandig leven.
Toen hij alles opgemaakt had
kwam er een verschrikkelijke hongersnood over dat land
en hij begon gebrek te lijden.
Nu ging hij in dienst bij een der inwoners van dat land
die hem het veld instuurde om varkens te hoeden.
En al had hij graag zijn buik willen vullen
met de schillen die de varkens aten,
niemand gaf ze hem.
Toen kwam hij tot nadenken en zei:
Hoeveel dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed,
en ik verga hier van honger.
Ik ga weer naar mijn vader
en ik zal hem zeggen:
Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u;
ik ben niet meer waard uw zoon te heten
maar neem mij aan als een van uw dagloners.
Hij ging dus op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem al in de verte aankomen
en hij werd door medelijden bewogen;
hij snelde op hem toe,
viel hem om de hals en kuste hem hartelijk.
Maar de zoon zei tot hem:
Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u;
ik ben niet meer waard uw zoon te heten.
Doch de vader gelastte zijn knechten:
Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan,
steekt hem een ring aan zijn vinger en trekt hem sandalen aan.
Haalt het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren,
want deze zoon van mij, was dood en is weer levend geworden,
hij was verloren en is teruggevonden.
Ze begonnen dus feest te vieren.

Intussen was zijn oudste zoon op het land.
Toen hij echter terugkeerde en het huis naderde
hoorde hij muziek en dans.
Hij riep een van de knechten
en vroeg wat dat te betekenen had.
Deze antwoordde:
Uw broer is thuisgekomen
en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten
omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.
Maar hij werd kwaad en wilde niet naar binnen.
Toen zijn vader naar buiten kwam en bij hem aandrong
gaf hij zijn vader ten antwoord:
Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden,
toch hebt gij mij nooit een bokje gegeven
om eens met mijn vrienden feest te vieren.
En nu die zoon van u is teruggekomen
die uw vermogen heeft verbrast met slechte vrouwen,
hebt ge voor hem het gemeste kalf laten slachten.
Toen antwoordde de vader:
Jongen, jij bent altijd bij me
en alles van mij is ook van jou.
“Maar er moet feest en vrolijkheid zijn,
omdat die broer van je dood was en levend is geworden,
verloren was en is teruggevonden.”

____________________________________________________________________________________

 

Laudato Si

Encycliek van

PAUS FRANCISCUS

Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis

171. De strategie van de verkoop van “emissierechten” mag geen nieuwe vorm van speculeren ten gevolge hebben en zou er niet toe dienen om de wereldwijde uitstoot van vervuilende gassen terug te dringen. Dit systeem lijkt een snelle en gemakkelijke oplossing te zijn, waarbij de schijn wordt gewekt van een zeker engagement voor het milieu, dat echter in het geheel niet een radicale verandering, in overeenstemming met de omstandigheden, inhoudt. Integendeel, het kan een truc worden die het toestaat de superconsumptie van sommige landen en sectoren te ondersteunen.

 

Wordt vervolgd                 Voor voorafgaande publicaties scroll naar beneden

 

De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________

Twenty-fourth Sunday through the year

Invitation

May I hereby draw your attention to
the daily reading of the Gospel?

This invitation wants to share with you the joy of the Gospel.
Everyone, no one excepted,
can experience this joy by opening his heart
to the healing effect of God’s word.

Available every morning from 7 am

 

Opening words

You often find more joy in something that you find again,
you often experience more joy than
than what you have owned for a long time.
Today Jesus paints us a portrait
of a God who searches for people,
in the hope of finding them again.
Maybe we are all the people he is looking for.
Maybe God will be happy,
because he has found us again.
Are we willing to let God find us?
Will we give Him the opportunity?

 

FIRST READING       Ex. 32, 7-11.13-14
The Lord renounced the calamity with which He had threatened His people.

From the book of Exodus

In those days the LORD spoke to Moses:
“Go down now,
For the people whom thou hast led out of Egypt
have fallen into sin.
Already have they departed from the way
which I had prescribed for them;
they have made an image of a bull,
they bow down before it,
they offer sacrifices before it and shout:
Israel, this is the God who led you out of Egypt.”
Also, the LORD spoke to Moses:
“I see now how obstinate this people is.
Let me pass;
then I can destroy them in my burning wrath.
But of you I will make a great people.”

Moses sought to please the LORD his God and asked:
“Why, LORD, let your wrath rage against the people
that thou hast led out of Egypt?
Remember thy servants Abraham, Isaac, and Israel,
unto whom thou hast promised by oath:
I will make thy posterity as numerous as the stars in the sky,
and all the land of which I have spoken
I will give to thy descendants for ever.
It will be their inheritance forever.”

Then the LORD forsook the calamity
with which he had threatened his people.

Responsorial      Ps. 51(50) 3-4, 12-13, 17 and 19

Refrain
I go to my father again.

God, have mercy on me,
Pardon my sinfulness in your compassion.
Wash my guilt from me completely,
cleanse me from all my sins.

Create in me a pure heart, my God,
give me again a steadfast spirit.
Do not cast me out from your sight,
take not thy holy Spirit from me.

Lord, loosen Thou my lips,
that my mouth may sing thy praises.
What I sacrifice, God, is my penitence,
Thou wilt not reject a crushed and humiliated heart.

 

SECOND READING        I Tim. 1,12-17

Christ came to save sinners.

From the first letter of the holy apostle Paul to Timothy

Beloved,

I give thanks to Him who strengthens me,
to Christ Jesus our Lord,
that He has put His trust in me
by taking me into his service,
even though I was once a blasphemer,
a persecutor and a violent one.
But mercy was shown to me
because I, still unbelieving, acted in ignorance.
And I was granted the grace of our Lord in rich abundance
and with it the faith and love that are in Christ Jesus.
This word is trustworthy and completely believable:
“Christ Jesus came into the world to save sinners.”
And the first of them is me.
That is why I have been shown mercy:
Jesus Christ wanted to prove all of his longsuffering
to me first, as a model for all those
who would trust in Him in the future
and gain eternal life.
To the King of the ages,
to the imperishable, invisible, one God
be honour and glory throughout the ages!

Verse for the Gospel 2 Cor. 5, 19

Alleluia!
God in Christ has reconciled the world to himself
and gave us the message of reconciliation.
Alleluia.

 

GOSPEL        Lk 15, 1-32

There will be joy in heaven over one sinner who repents.

From the Holy Gospel of our Lord Jesus Christ according to
Luke

In those days, tax collectors and sinners of all kinds came to Jesus to listen to Him.
The Pharisees and the scribes were muttering about this and saying:
“That man receives sinners and eats with them.”
He presented them with this parable:
“If any of you has a hundred sheep
and loses one of them,
let him not leave the ninety-nine in the wilderness
and go in search of the lost one
until he finds it?
And when he finds it, he lays it upon his shoulders with joy
and he goes home and calls his friends and neighbours together
and says to them:
Share in my joy,
for I have found my lost sheep.
I tell you:
So shall there be more joy in heaven
over one sinner who repents
than over ninety-nine righteous
who need no repentance.
Or what woman who owns ten pieces of silver and loses one,
does not light a lamp,
does not sweep the house and search carefully until she finds it?
And when she has found it
she calls her friends and neighbours together and says:
Share in my joy,
for I have found the piece of silver that I had lost.
Thus I say to you, there is joy among the angels of God
over one sinner who repents.”
He spoke:
“A man had two sons.
Now the younger of them said to his father:
Father give me the portion of the property to which I am entitled. And he divided his wealth among them.
Not long after, the younger one gathered everything together
and went to a far country.
There he squandered his wealth in a life of debauchery.
When he had used it all
a terrible famine came over that land
and he began to suffer want.
Now he went into the service of one of the inhabitants of that country
who sent him out into the fields to herd pigs.
And though he would have liked to fill his belly
with the husks that the pigs ate,
no one gave them to him.
Then he came to his senses and said:
How many of my father’s day-laborers have food in abundance,
and I am starving here.
I will go to my father again
and I will tell him:
Father, I have sinned against heaven and against thee;
I am no longer worthy to be called your son, but take me on as one of your day-laborers.
So he went on his way to his father.
His father saw him approaching from afar
and he was moved with compassion;
he rushed to him, fell upon his neck, and kissed him warmly.
But the son said to him:
Father, I have sinned against heaven and against thee;
I am no longer worthy to be called your son.
But the father commanded his servants:
Fetch quickly the finest garment and put it on him,
put a ring on his finger, and put sandals on him.
Get the fatted calf and slaughter it; let us eat and celebrate,
for this son of mine was dead and has come back to life,
he was lost and has been found.
So they began to celebrate.

Meanwhile, his eldest son was in the fields.
However, when he returned and approached the house
he heard music and dancing.
He called one of the servants
and asked what it meant.
The servant answered:
Your brother has come home
and your father has had the fatted calf slaughtered
because he got him back safe and sound.
But he became angry and would not go in.
When his father came out and urged him on
he answered his father:
For so many years I have served thee, and never have I transgressed thy commandments,
yet you have never given me a goat
to celebrate with my friends.
And now that this son of yours has returned
who has squandered your wealth with wicked women,
You have ordered the fatted calf to be slaughtered for him.
Then the father answered:
Boy, you are always with me
and all that is mine is also yours.
“But there must be feasting and merrymaking,
because that brother of yours was dead and has come to life,
was lost and has been found.”

____________________________________________________________________________________

 

Laudato Si

Encyclic of

POPE FRANCIS

On Care of the Common Home

171. The strategy of selling “emission rights” must not lead to a new form of speculation and would not serve to reduce global emissions of polluting gases. This system appears to be a quick and easy solution, giving the appearance of a certain commitment to the environment, but not at all a radical change, in line with circumstances. On the contrary, it may become a trick that allows it to support the super-consumption of some countries and sectors.

 

To be continued                   For previous publications scroll down

 

The Bible text in this edition is taken from The New Translation of the Bible,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Recitals from Liturgical Suggestions for the Weekdays and Sundays
Laudato Si Official English translation