Uitnodiging
Mag ik hiermee Uw aandacht vragen voor
het dagelijks lezen van het Evangelie?
Deze uitnodiging wil U deelgenoot maken aan de vreugde
van het evangelie. Iedereen, niemand uitgezonderd,
kan die vreugde ervaren door zijn hart open te stellen
voor de genezende werking van Gods woord.
Elke morgen vanaf 7 uur ter beschikking
Openingswoord
Het evangelie herinnert ons eraan
dat het voornaamste gebod is:
God met hart en ziel te beminnen.
Maar God is niet los verkrijgbaar.
Kiezen voor God houdt onlosmakelijk in
dat je kiest voor de medemens.
laten we in deze viering vragen
om kracht en goede moed,
opdat wij van Hem de echte menslievendheid leren
in de concrete situaties van elke dag.
EERSTE LEZING Ex. 22, 20-26
Als gij weduwen en wezen onrecht aandoet, zal mijn toorn tegen u losbarsten.
Uit het boek Exodus
Zo spreekt de Heer:
“Gij moet een vreemdeling niet slecht behandelen
en hem het leven niet moeilijk maken,
want ge hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond.
“Weduwen en wezen zult ge geen onrecht aandoen.
“Als ge hun te kort doet en als hun klagen tot Mij opstijgt,
dan zal Ik gehoor geven aan hun klagen.
“Mijn toorn zal losbarsten en met het zwaard zal Ik u doden:
uw vrouwen worden weduwen, uw kinderen wezen.
“Als gij aan iemand van mijn volk geld leent,
aan een noodlijdende in uw omgeving,
gedraag u dan niet als een geldschieter.
“Ge moet geen rente van hem eisen.
“Als gij iemands mantel in pand neemt,
dan moet ge die vóór zonsondergang aan hem teruggeven.
“Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken,
het is de beschutting van zijn blote lichaam,
hij moet erin slapen.
“Roept hij tot Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren,
want Ik ben vol medelijden.”
Antwoordpsalm Ps. 18(17), 2, 3-4, 47 en 51ab
Keervers
Heer, U heb ik lief, mijn sterkte zijt Gij.
Heer, U heb ik lief, mijn sterkte zijt Gij,
mijn toevlucht, mijn burcht, mijn bevrijder.
Mijn God, de rots waar ik toevlucht vind,
mijn schild, mijn behoud en bescherming.
Wanneer ik de Heer aanroep, Hij zij geprezen,
dan doet geen vijand mij kwaad.
De Heer zij geprezen, gezegend mijn rots,
verheerlijkt zij God, mijn verlosser.
Want Gij hebt uw koning de zege geschonken,
uw gunsten bewezen aan uw gezalfde.
TWEEDE LEZING I Tess. 1,5c-10
Gij hebt u van de afgoden bekeerd om God te dienen en zijn Zoon uit de hemel te verwachten.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica
Broeders en zusters,
Gij weet hoe ons optreden bij u is geweest.
Het was gericht op uw heil.
En gij van uw kant
zijt navolgers geworden van ons en van de Heer,
toen gij het woord hebt aangenomen
onder allerlei beproevingen
en toch met vreugde van de heilige Geest.
Gij zijt een voorbeeld geworden voor alle gelovigen
in Macedonië en in Achaïa.
Ja, van Tessalonica uit
heeft het woord van de Heer weerklonken,
en niet enkel in Macedonië en Achaïa;
allerwegen is uw geloof in God bekend geworden.
Wij hoeven niets meer te zeggen,
zij vertellen zelf wel hoe wij bij u zijn gekomen
en hoe wij door u zijn ontvangen;
hoe gij u van de afgoden tot God hebt bekeerd
om de levende en waarachtige God te dienen,
en uit de hemel zijn Zoon te verwachten
die Hij uit de dood heeft opgewekt,
Jezus, die ons redt van de komende toorn.
Vers voor het evangelie Joh. 14, 23
Alleluia.
Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden;
mijn Vader zal hem liefhebben
en Wij zullen tot hem komen.
Alleluia.
EVANGELIE Mt. 22, 34-40
Gij zult de Heer uw God beminnen en uw naaste als uzelf.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Matteüs
In die tijd kwamen de Farizeeën bijeen, toen zij vernamen
dat Jezus de Sadduceeën de mond gesnoerd had.
En een van hen, een wetgeleerde,
vroeg Jezus om Hem op de proef te stellen:
“Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?”
Hij antwoordde hem:
“Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart,
geheel uw ziel en geheel uw verstand.
“Dit is het voornaamste en eerste gebod.
“Het tweede, daarmee gelijkwaardig:
Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
“Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.”
Laudato Si
Encycliek van
PAUS FRANCISCUS
Over de zorg voor het gemeenschappelijk huis
90. Dat betekent niet alle levende wezens gelijkstellen en het menselijk wezen de bijzondere waarde ontnemen die tegelijkertijd een ontzettende verantwoordelijkheid inhoudt. En dit brengt evenmin een vergoddelijking van de aarde met zich mee, die ons de roeping zou ontnemen om ermee samen te werken en de broosheid ervan te beschermen. Deze opvattingen zouden uiteindelijk een nieuwe gebrek aan evenwicht te weeg brengen in een poging de werkelijkheid die ons vragen stelt, te ontvluchten. 2 Men ziet soms een obsessie om de menselijke persoon iedere voorrang te ontzeggen en wordt er een strijd voor de andere soorten gevoerd die wij niet op gang brengen om de gelijke waardigheid onder de menselijke wezens te verdedigen. Zeker, het moet ons met zorg vervullen dat er met de andere levende wezens op een onverantwoordelijke wijze wordt omgegaan, maar ons zou vooral de geweldige ongelijkheid die er onder ons bestaat, moeten verontwaardigen, omdat wij het blijven tolereren dat sommigen zich waardiger dan de ander beschouwen. Wij merken niet meer dat sommigen zich voortslepen in een vernederende ellende, terwijl anderen zelfs niet weten wat ze moeten doen met hetgeen ze bezitten, ijdel te koop lopen met een vermeend superioriteitsgevoel en een dergelijk niveau van verspilling achterlaten, dat men onmogelijk zou kunnen veralgemenen, zonder de planeet te verwoesten. Wij blijven in de feiten toestaan dat sommigen zich meer mens dan anderen voelen, alsof ze met grotere rechten geboren waren.
Wordt vervolgd
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling,
©Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.
Overwegingen uit Liturgische suggesties voor de weekdagen en de zondagen
Laudato Si Officiële Nederlandse vertaling
_____________________________________________________________________________